From Wiktionary, the free dictionary
Attested as Dijkhuisjes aan den Rietdijk in 1913. Compound of dijk (“levee”) and the plural diminutive form of huis (“house”).
- IPA(key): /dɛi̯kˈɦœy̯s.jəs/
- Hyphenation: Dijk‧huis‧jes
- Rhymes: -œy̯sjəs
Dijkhuisjes n
- A hamlet in Schouwen-Duiveland, Zeeland, Netherlands
- van Berkel, Gerard, Samplonius, Kees (2018) “dijkhuisjes”, in Nederlandse plaatsnamen verklaard[1] (in Dutch), Mijnbestseller.nl, →ISBN