Goedentijd
Appearance
Dutch
[edit]Etymology
[edit]First attested as aenden goeden tyt in 1542. Compound of an inflected form of goed (“good”) and tijd (“time”). Originally the name of a field.
Pronunciation
[edit]Proper noun
[edit]Goedentijd n
References
[edit]- van Berkel, Gerard, Samplonius, Kees (2018) Nederlandse plaatsnamen verklaard (in Dutch), Mijnbestseller.nl, →ISBN