LaTeX/Tekstopmaak: verschil tussen versies
spelling gecorrigeerd |
→Fonts: accenten |
||
Regel 275: | Regel 275: | ||
|} |
|} |
||
Waarbij je de getallen aanpast om een gewenst kleur te bekomen en je je kleur ook een duidelijke naam geeft. Let er op dat de ''RGB'' waarden tussen 0 en 1 liggen. Na het gebruik van zo'n definitie als hierboven kun je het commando <tt>\color{oranje}</tt> gebruiken. |
Waarbij je de getallen aanpast om een gewenst kleur te bekomen en je je kleur ook een duidelijke naam geeft. Let er op dat de ''RGB'' waarden tussen 0 en 1 liggen. Na het gebruik van zo'n definitie als hierboven kun je het commando <tt>\color{oranje}</tt> gebruiken. |
||
=== Accenten === |
|||
Het is in LaTeX vaak goed om je accenten niet meteen in de tekst te typen. Omdat er zoveel tekst encoderingen in omloop zijn zoals ANSI, ASCII, UTF8 ... die niet compatibel zijn is het beter geen speciale tekens te typen. Anders zou het wel eens kunnen gebeuren dat iemand anders al je accentjes ziet verdwijnen of in rare tekens ziet veranderen. Het is beter om accenten aan te geven met LaTeX code. Het trema kan je zetten met de code <tt>\"</tt>, dit typ je voor de letter waar je een trema op wilt. Voor een accent aigu gebruik je <tt>\'</tt> voor de letter (een enkel aanhalingsteken). En voor het accent grave gebruik je <tt>\`</tt> (op de toets samen met het £-teken bij een azerty toetsenbord). |
|||
{| class=wikitable |
|||
|- |
|||
!code |
|||
!resultaat |
|||
|- |
|||
|<tt>\"e</tt> (dubbel aanhalingsteken) |
|||
|ë |
|||
|- |
|||
|<tt>\'e</tt> (enkel aanhalingsteken) |
|||
|é |
|||
|- |
|||
|<tt>\`e</tt> (teken bij de £-toets op een azerty toetsenbord) |
|||
|è |
|||
|} |
|||
==Genummerde opmaak== |
==Genummerde opmaak== |
Versie van 30 aug 2010 18:34
Normale tekst in LaTeX kan gewoon geschreven worden als tekst. Hieronder staan enkele opmaakregels. In een TeX-editor als Miktex zijn er knoppen om tekst vet te zetten, of cursief en om afbeeldingen toe te voegen.
Fonts
Vet en cursief
In LaTeX kan men op twee manieren tekst in een vet lettertype zetten:
- Middels het commando \bf. De tekst komt dan met het commando in accolades.
- Middels het commando \textbf, waarbij alleen de tekst tussen accolades komt.
Bijvoorbeeld:
Normale tekst. {\bf Vette tekst.} Normale tekst.
Normale tekst. \textbf{Vette tekst.} Normale tekst.
Dit geeft beide als resultaat:
Normale tekst. Vette tekst. Normale tekst.
Cursieve tekst kan men bereiken door \bf en \textbf te vervangen door respectievelijk \it en \textit.
Met het commando \emph{} geeft men aan dat de tekst tussen de accolades benadrukt dient te worden. Meestal gebeurt dit ook middels cursiviteit. Het is aan te raden zoveel mogelijk dit commando te gebruiken. Cursieve tekst is volgens typografen veel netter dan vet. Het \emph{} commando zal zich namelijk aanpassen aan de omgeving: als de omgeving al cursief is dan zal het \emph{} commando de tekst terug recht zetten.
LATEX kent ook nog een speciaal soort "cursief": slanted. Dat wil zeggen de letters lichtjes doen hellen zonder een cursief lettertype te gebruiken. Je krijgt dergelijke opmaak met \textsl{tekst}.
Tekstpositie
Tekst centreren gebeurt met de center omgeving:
\begin{center}
Tekst die gecentreerd moet zijn.
\end{center}
Tekstgrootte
Hoewel de algemene tekstgrootte vooraf bepaald wordt (10, 11 of 12 pt), kan een stuk tekst een ander lettergrootte krijgen. Van groot naar klein: \Huge \huge \LARGE \Large \large \normalsize \small \footnotesize \scriptsize \tiny. De normale grootte is normalsize. De codes worden gebruikt als volgt:
\small{kleine lettertjes}
wordt
kleine lettertjes.
Om grotere stukken tekst van tekstgrootte te veranderen, kan ook het volgende gebruikt worden:
\large Belangrijk, \Large Erg belangrijk, \normalsize minder belangrijk
wordt
Belangrijk,Erg belangrijk, minder belangrijk.
Small Caps en Typewriter-lettertype
De commando's hiervoor zijn \textsc{tekst} en \texttt{tekst}. Als je echter (programma)code wilt tonen in een typmachine-lettertype, gebruik je beter een verbatim-omgeving.
Kleuren
In LaTeX kun je kleuren gebruiken en je eigen kleuren definiëren aan de hand van RGB waarden. Als je tekst in een bepaald kleur wil zetten doe je dat als volgt:
{\color{blue} Deze tekst staat in het blauw }
Om dit commando's te gebruiken moet je wel het pakket color laden.
\usepackage[usenames,dvipsnames]{color}
Standaard heb je dan de volgende kleuren ter beschikking:
Apricot | Aquamarine | Bittersweet | Black |
Blue | BlueGreen | BlueViolet | BrickRed |
Brown | BurntOrange | CadetBlue | CarnationPink |
Cerulean | CornflowerBlue | Cyan | Dandelion |
DarkOrchid | Emerald | ForestGreen | Fuchsia |
Goldenrod | Gray | Green | GreenYellow |
JungleGreen | Lavender | LimeGreen | Magenta |
Mahogany | Maroon | Melon | MidnightBlue |
Mulberry | NavyBlue | OliveGreen | Orange |
OrangeRed | Orchid | Peach | Periwinkle |
PineGreen | Plum | ProcessBlue | Purple |
RawSienna | Red | RedOrange | RedViolet |
Rhodamine | RoyalBlue | RoyalPurple | RubineRed |
Salmon | SeaGreen | Sepia | SkyBlue |
SpringGreen | Tan | TealBlue | Thistle |
Turquoise | Violet | VioletRed | |
WildStrawberry | Yellow | YellowGreen | YellowOrange |
Om zelf een kleur te definiëren kun je de volgende codes gebruiken:
Model | omschrijving | Kleur specificatie | Voorbeeld |
---|---|---|---|
gray | Grijstinten | één nummer tussen 0 (zwart) en 1 (wit) | \definecolor{licht-grijs}{gray}{0.95} |
rgb | Rood, Groen, Blauw | drie nummers in de vorm rood,groen,blauw, het nummer moet telkens een getal tussen 0 en 1 zijn | \definecolor{oranje}{rgb}{1,0.5,0} |
RGB | Rood, Groen, Blauw | drie nummers in de vorm rood,groen,blauw, het nummer moet telkens een geheel getal tussen 0 en 255 zijn | \definecolor{oranje}{RGB}{255,128,0} |
cmyk | Cyaan, Magenta, Geel, Zwart | vier nummers in de vorm cyaan,magenta,geel,zwart | \definecolor{orange}{oranje}{0,0.5,1,0} |
Waarbij je de getallen aanpast om een gewenst kleur te bekomen en je je kleur ook een duidelijke naam geeft. Let er op dat de RGB waarden tussen 0 en 1 liggen. Na het gebruik van zo'n definitie als hierboven kun je het commando \color{oranje} gebruiken.
Accenten
Het is in LaTeX vaak goed om je accenten niet meteen in de tekst te typen. Omdat er zoveel tekst encoderingen in omloop zijn zoals ANSI, ASCII, UTF8 ... die niet compatibel zijn is het beter geen speciale tekens te typen. Anders zou het wel eens kunnen gebeuren dat iemand anders al je accentjes ziet verdwijnen of in rare tekens ziet veranderen. Het is beter om accenten aan te geven met LaTeX code. Het trema kan je zetten met de code \", dit typ je voor de letter waar je een trema op wilt. Voor een accent aigu gebruik je \' voor de letter (een enkel aanhalingsteken). En voor het accent grave gebruik je \` (op de toets samen met het £-teken bij een azerty toetsenbord).
code | resultaat |
---|---|
\"e (dubbel aanhalingsteken) | ë |
\'e (enkel aanhalingsteken) | é |
\`e (teken bij de £-toets op een azerty toetsenbord) | è |
Genummerde opmaak
Hieronder zullen een aantal manieren volgen om tekst op een soort sequentiële manier (opsommingen, lijsten, nummering,...) op te maken. Als je iets aan de nummerstijl van om het even welke opmaak wil veranderen kijk je best eens naar het stukje over counters.
Kopjes
Kopjes zijn al behandeld op de pagina over structuur in je document.
Lijstjes
In LATEX maakt men opsommingen middels de `environments' enumeration, itemize en description. Enumeration is een genummerde opsomming, terwijl itemize alleen `bullets' gebruikt en bij description moet je je eigen tekens geven. De verschillende punten worden gemarkeerd middels \item.
Enumerate
\begin{enumerate}
\item Punt 1
\item Punt 2
\item Punt 3
\end{enumerate}
|
Itemize
\begin{itemize}
\item Punt 1
\item Punt 2
\item Punt 3
\end{itemize}
|
Description
\begin{description}
\item[A] omschrijving A
\item[B] omschrijving B
\item[C] omschrijving C
\end{description}
|
Lijstjes in lijstjes
Het is natuurlijk mogelijk een lijstje in een lijstje te zetten. De nummering van de enumerate
lijst wordt zelfs automatisch aangepast.
\begin{enumerate}
\item item 1
\item item 2
\begin{enumerate}
\item subitem 1
\item subitem 2
\end{enumerate}
\item item 3
\end{enumerate}
|
Voetnoten
Een voetnoot maken in LaTeX is heel eenvoudig. Het enige wat je moet doen is het commando \footnote
in je tekst plaatsen. We geven een voorbeeld:
Dit is hier een stukje tekst met een kleine voetnoot\footnote{Een geeft wat extra uitleg die het vlug lezen van een tekst zou bemoeilijken} in.
Kijk zelf eens welke output een voetnoot geeft.
Counters
Alles wat automatisch genummerd wordt maakt gebruik van counters. Van deze counters kun je altijd zowel de opmaak als de huidige waarde wijzigen. Op die manier kun je er voor zorgen dat je genummerd lijstje een ander uiterlijk krijgt of dat de nummering van je document een ander document volgt.
Om zeker te zijn dat een bepaalde stijl van nummering voor het volledige document gebruikt wordt kun je de commando's die straks worden uitgelegd best in de hoofding zetten.
Waarde van counters wijzigen
Iedere counter heeft zijn eigen naam en je kunt ook zelf counters aanmaken. Dit zal slechts nuttig zijn om zelf pakketten te ontwerpen want de standaard mogelijkheden met LaTeX zijn heel uitgebreid. Hieronder volgen de namen van enkele veelgebruikte counters:
enumi, enumii, enumiii, enumiv
|
counter voor de enumerate omgeving |
section,subsection,...
|
counters voor de kopjes |
page
|
counter voor de pagina |
equation
|
counter voor de vergelijkingen |
footnote
|
counter voor de voetnoot |
Om de waarde van een counter te wijzigen heb je de twee commando's
\setcounter{counterNaam}{waarde}
\addtocounter{counterNaam}{waarde}
Om respectievelijk een bepaalde waarde aan een counter te geven of om de waarde met een bepaald getal te verhogen. De meeste counters beginnen te tellen bij 0. Als je dus \setcounter{section}{5}
voor een sectie zet, dan zal de sectie die er op volgt nummer 6 krijgen.
Uitzicht van counters wijzigen
Voor het uitzicht van een counter moet je een bepaalde opmaak toepassen op de counter in kwestie. De mogelijke opmaken zijn:
Commando | Voorbeeld |
\arabic | 1, 2, 3 ... |
\alph | a, b, c ... |
\Alph | A, B, C ... |
\roman | i, ii, iii, iv, v, vi ... |
\Roman | I, II, III, IV, V, VI ... |
\fnsymbol | Gebruikt voor voetnoten. |
Zo zal het commando \alph{section}
voor sectie 4 een d en \roman{section}
zal dan een iv tonen. Natuurlijk is het werken met counters op deze manier niet zo nuttig. De makers van de LaTeX pakketten hebben er echter voor gezorgd dat je heel wat eenvoudiger kunt werken met counters. Als er in jou document namelijk een \section{waarde}
commando staat, dan wordt in de achtergrond dat commando vervangen door \thesection waarde
(natuurlijk nog met een hoop font code er rond) waarbij \thesection
dan de huidige waarde van de sectie geeft met een bepaalde opmaak. Het enige wat je dus moet doen om de nummers in een andere stijl te krijgen is het commando \thesection
herdefiniëren en automatisch zullen alle secties dezelfde stijl hebben van nummering.
Het is een conventie dat het gebruikte commando om het nummer te tonen de naam van de counter is met een \the
voor. Ik kan echter niet controleren of alle auteurs van LaTeX packages zich aan die conventie houden maar de meestgebruikte packages zullen dit wel doen.
Om een commando te herdefiniëren gebruik je de code
\renewcommand{\commandoNaam}{code die moet uitgevoerd worden}
In ons geval willen we dus het commando \thesection
herdefiniëren. Als we willen dat de secties door romeinse nummers worden vervangen, dan kun je dat als volgt doen:
\renewcommand{\thesection}{\Roman{section}}
Merk op: aangezien het commando voor de subsectie gebruik maakt van het commando voor de sectie, zijn alle eerste nummers van de subsecties ook Romeins geworden.
Om de subsectie te herdefinieren kun je dan de code
\renewcommand{\thesubsection}{\thesection.\roman{section}}
Als je het zoals hierboven doet, dan zul je zien dat het eerste deel van het nummer altijd gelijk is aan je \thesection
definitie.