Roelof van Echten: verschil tussen versies
k Wijzigingen door 217.122.179.227 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Josq. |
k lf |
||
(33 tussenliggende versies door 16 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
'''Roelof van Echten''' ([[15 juli]] [[1592]] – [[20 november]] [[1643]])<ref name=Echten>[http://www.archieven.nl/nl/zoeken?miview=inv2&mivast=0&mizig=210&miadt=34&micode=0614&milang=nl&mizk_alle=%22Roelof+van+Echten+tot+Echten%22+%2215+juli+1592%22 Echten (Drents Archief)]</ref> was een [[Drenthe|Drents]] edelman. Hij was heer van [[Huis te Echten|Echten]] en Echtens Hoogeveen, kapitein, [[ette]] van het [[Dieverderdingspel]], gedeputeerde en ten slotte [[lijst van drosten van Drenthe|drost van Drenthe]]. Van Echten was als waarnemer aanwezig bij de [[Synode van Dordrecht]]. |
|||
'''Roelof van Echten''' ([[1592]] – [[1643]]), ''heer van Echten en Echtens Hoogeveen'', werd jarenlang gehouden voor de stichter van de plaats [[Hoogeveen]]. Inmiddels is gebleken dat hij deze plaats niet heeft gesticht. Als we bij het stichten van een plaats ervan uitgaan dat de stichter door een bewuste daad die plaats heeft doen ontstaan, komt hij helemaal niet in aanmerking, maar is de plaats gesticht door Johan van der Meer en Pieter Joostens Warmont, in 1636. |
|||
==Leven en werk== |
|||
Roelof van Echten woonde in [[Huize Echten]], dat op ongeveer 5 kilometer van de huidige stad Hoogeveen ligt. In [[1625]] ruilde hij een gebied van hooguit 2000 [[Morgen (oppervlaktemaat)|morgen]] veengebied, met als tegenprestatie diverse rechten voor de tegenpartij. Het gebied bleek van de Heer van Ruinen te zijn, wat direct al voor problemen zorgde. Vervolgens kocht Roelof wel de ondergrond, maar liet daarover de stok niet leggen. [[Stoklegging]] was een oud Drents gebruik. De verkoper legde de stok neer, de koper nam deze op, en pas daarna was onroerend goed geleverd. Omdat Roelof dit verzuimde, was hij feitelijk geen eigenaar van het gebied. De stoklegging vond pas plaats in 1664! Roelof kocht de helft van de zogenaamde [[Meppense Venen]], maar ook al weer van de verkeerde. Later bleek hij ook daar nooit eigenaar van geweest te zijn. Hoe dan ook, toen hij met zakenpartners op 12 maart 1631 (in onze jaartelling is het 22 maart) de Compagnie van de 5000 Morgen stichtte, droeg hij 4000 morgen veen en ondergrond – die hij aantoonbaar niet had – over aan deze Compagnie. |
|||
Van Echten verkreeg in 1607 de [[havezate]] ''[[Huis te Echten]]''. Hij werd in 1615 lid van de Staten van Drenthe en een jaar later gedeputeerde van Drenthe.<ref>Hij vervulde de functie van gedeputeerde van Drenthe gedurende meerdere perioden: van 1616 tot 1621, 1622 tot 1627, 1629 tot 1632, 1633 tot 1635 en van 1636 tot 1639.</ref> Van 1615 tot 1627 was hij ette van het Dieverderdingspel.<ref name=Echten/> Hij was een van de oprichters van de ''[[Algemeene Compagnie van 5000 Morgen]]'', die de ontginning van het hoogveengebied in het zuiden van Drenthe ter hand nam. Voor de afvoer van turf werd de [[Hoogeveense Vaart]] aangelegd. Van Echten verkreeg de [[Heerlijkheid (bestuursvorm)|heerlijke rechten]] van zijn woongebied en werd ''heer van Echten''. Als vertegenwoordiger van [[de Landschap Drenthe]] onderhield hij het contact met zowel de [[Staten-Generaal van de Nederlanden|Staten-Generaal]] van de [[Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden]] als met de [[stadhouder]]. De Landschap Drenthe had geen stemrecht in de Staten-Generaal. In 1639 werd hij benoemd tot drost van Drenthe. Hij vervulde deze functie tot zijn overlijden in november 1643. Zijn gelijknamige kleinzoon [[Roelof van Echten tot Echten|Roelof]] was van 1701 tot 1735 eveneens drost van Drenthe. |
|||
Van Echten trouwde op 16 januari 1614 te Zwolle met de dochter van de drost van Salland, Anna Bentinck. Hij overleed op 20 november 1643 op 51-jarige leeftijd in het ''Huis te Echten''.<ref name=Echten/> |
|||
Investeerders uit Holland kochten zich in. Een deel van hen stapte in december 1631 al weer uit de Compagnie. Formeel gebruikten de heren discrete taal, op de achtergrond maakten ze Roelof uit voor een dief, die verkocht wat hij niet had, en niet aan kon geven wat hij wel had. Een deel van de Hollanders bleef in de Compagnie, maar wel zo dat ze de invloed van Roelof van Echten zo veel mogelijk neutraliseerden. Deze mensen stichtten Hoogeveen, een turfmarkt in Zwartsluis, zorgden ervoor dat de [[Hoogeveensche Vaart]] klaar kwam, gaven de bevolking van het gebied boekweitenakkers, bouwland en de mogelijkheid om te handelen, en gingen er zo snel mogelijk toe over om in Hoogeveen de turfgraverij op te starten. |
|||
{{Appendix|1=Bronnen|2= |
|||
Tussen Roelof en de Hollanders is het nooit meer goed gekomen. Hij mocht zelfs niet meer met zijn wagen over de brug Echtens-Hoogeveen binnen komen. Roelof richtte zich op andere zaken. Hij was al aanwezig geweest bij de [[Synode van Dordrecht]], was gedeputeerde, werd [[drost]] van [[Drenthe]] en kapitein van een compagnie soldaten. De Hollanders deden alles om hem juridisch aan te pakken, maar kregen de kans niet. In Drenthe was Roelof als drost het hoogste gezag, dus kon hij daar niet meer berecht worden. Drenthe was geen deel van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, zodat de diverse algemene wetgevingen van de Republiek hier niet golden. |
|||
*Gerding, M.A.W. ''De canon van Drenthe: 50 ijkpunten uit het rijke verleden van Drenthe'', uitg. Koninklijke Van Gorcum, Assen, 2009, ISBN 978-90-232-4548-3 |
|||
*Gerding, M.A.W. ''Encyclopedie van Drenthe, deel 1 (A-G)'', uitg. Koninklijke Van Gorcum, Assen, 2009 ISBN 90-232-3932-6 |
|||
'''Noot''' |
|||
{{References}} |
|||
}} |
|||
{{DEFAULTSORT:Echten, Roelof van}} |
|||
Roelof van Echten stierf in 1643. Zijn zoon Johan deed zijn uiterste best om alle problemen, geschapen tijdens het leven van zijn vader, op orde te brengen. Dat is hem gelukt, maar het kostte de familie van Echten zoveel kapitaal, dat bij de dood van Johan de familie Van Echten uitverkoop moest houden om het financieel te overleven. |
|||
⚫ | |||
[[Categorie:Adel in de Nederlanden in de 17e eeuw]] |
|||
De discussie over Roelof van Echten kreeg een bijzondere wending toen een brief van hem werd gevonden. Daarin bevestigde hij dat hij geen 5000 maar hooguit 2000 morgen veen had verworven in 1625, en bevestigde het ruilcontract. In die brief, van 12/22 januari 1632, wordt ook aangegeven dat de Hoogeveensche Vaart er toen nog niet was, dat er geen turf werd gegraven in Hoogeveen, kortom, dat er helemaal nog geen plaats Hoogeveen was. De Compagnie was nog helemaal niet actief geworden! Het idee dat hij de plaats in 1625 had gesticht, was toen helemaal van de baan. |
|||
⚫ |
Huidige versie van 19 nov 2019 om 19:20
Roelof van Echten (15 juli 1592 – 20 november 1643)[1] was een Drents edelman. Hij was heer van Echten en Echtens Hoogeveen, kapitein, ette van het Dieverderdingspel, gedeputeerde en ten slotte drost van Drenthe. Van Echten was als waarnemer aanwezig bij de Synode van Dordrecht.
Leven en werk
[bewerken | brontekst bewerken]Van Echten verkreeg in 1607 de havezate Huis te Echten. Hij werd in 1615 lid van de Staten van Drenthe en een jaar later gedeputeerde van Drenthe.[2] Van 1615 tot 1627 was hij ette van het Dieverderdingspel.[1] Hij was een van de oprichters van de Algemeene Compagnie van 5000 Morgen, die de ontginning van het hoogveengebied in het zuiden van Drenthe ter hand nam. Voor de afvoer van turf werd de Hoogeveense Vaart aangelegd. Van Echten verkreeg de heerlijke rechten van zijn woongebied en werd heer van Echten. Als vertegenwoordiger van de Landschap Drenthe onderhield hij het contact met zowel de Staten-Generaal van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden als met de stadhouder. De Landschap Drenthe had geen stemrecht in de Staten-Generaal. In 1639 werd hij benoemd tot drost van Drenthe. Hij vervulde deze functie tot zijn overlijden in november 1643. Zijn gelijknamige kleinzoon Roelof was van 1701 tot 1735 eveneens drost van Drenthe.
Van Echten trouwde op 16 januari 1614 te Zwolle met de dochter van de drost van Salland, Anna Bentinck. Hij overleed op 20 november 1643 op 51-jarige leeftijd in het Huis te Echten.[1]
- Gerding, M.A.W. De canon van Drenthe: 50 ijkpunten uit het rijke verleden van Drenthe, uitg. Koninklijke Van Gorcum, Assen, 2009, ISBN 978-90-232-4548-3
- Gerding, M.A.W. Encyclopedie van Drenthe, deel 1 (A-G), uitg. Koninklijke Van Gorcum, Assen, 2009 ISBN 90-232-3932-6
Noot
- ↑ a b c Echten (Drents Archief)
- ↑ Hij vervulde de functie van gedeputeerde van Drenthe gedurende meerdere perioden: van 1616 tot 1621, 1622 tot 1627, 1629 tot 1632, 1633 tot 1635 en van 1636 tot 1639.