Brisantie: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
/ |
||
(21 tussenliggende versies door 15 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
'''Brisantie''' is de kracht van een explosie, en wordt grotendeels bepaald door de snelheid van de schokgolf na een [[detonatie]]. Hoe groter de detonatiesnelheid, des te groter de brisantie van een explosief. Brisantie hangt samen met de verplaatsing van de door de explosie ontstane [[drukgolf]] in lucht. Brisantie kent geen eenheid, maar wordt wel gekwantificeerd door middel van proeven, zoals de [[Trauzlproef]] en de zandproef.<ref>{{Citeer boek|titel=History of shock waves, explosions and impact : a chronological and biographical reference|auteur=Krehl, Peter O. K.|url=https://www.worldcat.org/oclc/317283776|uitgever=Springer|plaats=Berlin|datum=2009|ISBN=9783540206781}}</ref> Ten minste drie factoren zijn bekend die de detonatiesnelheid van een explosieve stof beïnvloeden: |
|||
De term '''brisantie''' verwijst naar de kracht van een explosieve kracht van een explosieve stof. De brisantie wordt bepaald door de snelheid van de schokgolf na een detonatie, dus hoe groter de de detonatiesnelheid des te groter is de brisantie van een explosief. |
|||
Het hangt samen met de detonatiesnelheid en met de verplaatsing van de daardoor ontstane [[drukgolf]] in lucht. H\ Tenminste drie factoren zijn bekend die de [[detonatie]]snelheid van dezelfde explosieve stof weten te beïnvloeden: |
|||
*de methode van initiatie van de [[ontploffing]] |
*de methode van initiatie van de [[ontploffing]] |
||
Regel 6: | Regel 5: | ||
*de fysische condities zoals dichtheid en [[temperatuur]] |
*de fysische condities zoals dichtheid en [[temperatuur]] |
||
Eenzelfde hoeveelheid springstof kan meer of minder brisant in zijn uitwerking zijn, afhankelijk van de genoemde factoren. |
|||
Niet alle explosieve stoffen en mengsels hebben onder dezelfde omstandigheden dezelfde brisantie, zo heeft ANNM ondanks zijn grotere gevoeligheid voor schok en wrijving een lagere brisantie dan het explosief ANFO. Stoffen of mengsels die een deflagratie ondergaan hebben een lage |
Niet alle explosieve stoffen en mengsels hebben onder dezelfde omstandigheden dezelfde brisantie, zo heeft [[ANNM]] ondanks zijn grotere gevoeligheid voor schok en wrijving een lagere brisantie dan het explosief [[ANFO]]. Stoffen of mengsels die een [[deflagratie]] ondergaan hebben een lage brisantie en worden geclassificeerd als "low explosive". Stoffen/mengsels die een detonatie ondergaan hebben een hogere brisantie en worden daarom geclassificeerd als "high explosive". |
||
Voorbeelden van stoffen met een hoge brisantie zijn: [[Zilveracetylide|zilvercarbide]], [[loodazide]], organische [[peroxide]]n, [[nitroglycerine]], [[hydrazine]]. Explosieve mengsels met een hoge brisantie zijn bijvoorbeeld explosieven op basis van [[ammoniumnitraat]] (zoals [[ANFO]], [[ANNM]], [[AN/AL]]) en fulminerend (ontploffend) poeder, een mengsel van [[kaliumnitraat]], [[kaliumcarbonaat]] en [[zwavel]]. |
|||
[[categorie:explosieven]] |
|||
De term brisantie is ontleend aan het Franse ''brisant'' ('snel ontploffend'), wat op diens beurt zijn oorsprong vindt in het [[Laatlatijn|Laatlatijns]] ''brisare'' ('druiven persen').<ref>{{Citeer boek|titel=Etymologisch woordenboek van het Nederlands. Dl. 1 A-E|medeauteurs=Philippa, Marlies (Marie-Louise Antoinette Imelda), 1944-, Debrabandere, F. (Frans), 1933-|url=https://www.worldcat.org/oclc/773507975|uitgever=Amsterdam University Press|plaats=Amsterdam|datum=cop. 2003|ISBN=9053566538}}</ref> |
|||
== Zie ook == |
|||
* [[Brisantgranaat]] |
|||
{{Appendix}} |
|||
[[Categorie:Explosie]] |
|||
[[Categorie:Stofeigenschap]] |
Huidige versie van 12 jun 2023 om 18:31
Brisantie is de kracht van een explosie, en wordt grotendeels bepaald door de snelheid van de schokgolf na een detonatie. Hoe groter de detonatiesnelheid, des te groter de brisantie van een explosief. Brisantie hangt samen met de verplaatsing van de door de explosie ontstane drukgolf in lucht. Brisantie kent geen eenheid, maar wordt wel gekwantificeerd door middel van proeven, zoals de Trauzlproef en de zandproef.[1] Ten minste drie factoren zijn bekend die de detonatiesnelheid van een explosieve stof beïnvloeden:
- de methode van initiatie van de ontploffing
- de grootte en de fysieke samenstelling van de lading
- de fysische condities zoals dichtheid en temperatuur
Eenzelfde hoeveelheid springstof kan meer of minder brisant in zijn uitwerking zijn, afhankelijk van de genoemde factoren.
Niet alle explosieve stoffen en mengsels hebben onder dezelfde omstandigheden dezelfde brisantie, zo heeft ANNM ondanks zijn grotere gevoeligheid voor schok en wrijving een lagere brisantie dan het explosief ANFO. Stoffen of mengsels die een deflagratie ondergaan hebben een lage brisantie en worden geclassificeerd als "low explosive". Stoffen/mengsels die een detonatie ondergaan hebben een hogere brisantie en worden daarom geclassificeerd als "high explosive".
Voorbeelden van stoffen met een hoge brisantie zijn: zilvercarbide, loodazide, organische peroxiden, nitroglycerine, hydrazine. Explosieve mengsels met een hoge brisantie zijn bijvoorbeeld explosieven op basis van ammoniumnitraat (zoals ANFO, ANNM, AN/AL) en fulminerend (ontploffend) poeder, een mengsel van kaliumnitraat, kaliumcarbonaat en zwavel.
De term brisantie is ontleend aan het Franse brisant ('snel ontploffend'), wat op diens beurt zijn oorsprong vindt in het Laatlatijns brisare ('druiven persen').[2]
Zie ook
[bewerken | brontekst bewerken]- ↑ Krehl, Peter O. K. (2009). History of shock waves, explosions and impact : a chronological and biographical reference. Springer, Berlin. ISBN 9783540206781.
- ↑ Etymologisch woordenboek van het Nederlands. Dl. 1 A-E. Amsterdam University Press, Amsterdam (cop. 2003). ISBN 9053566538.