Naar inhoud springen

Kasteel Limbricht: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Aanpassing coördinatensjabloon
Taalkundige verbeteringen.
 
(32 tussenliggende versies door 25 gebruikers niet weergegeven)
Regel 2: Regel 2:
[[Bestand:Limbricht (2).JPG|thumb|250px|Kasteel Limbricht, de voorburcht]]
[[Bestand:Limbricht (2).JPG|thumb|250px|Kasteel Limbricht, de voorburcht]]


'''Kasteel Limbricht''' is gelegen in de nabijheid van bossen en aan de rand van het gelijknamige [[dorp]]je [[Limbricht]] dat tegenwoordig deel uit maakt van de gemeente [[Sittard-Geleen]].
'''Kasteel Limbricht''' is gelegen in de nabijheid van bossen en aan de rand van het dorpje [[Limbricht]] dat tegenwoordig deel uitmaakt van de gemeente [[Sittard-Geleen]].


== Beschrijving van het kasteel ==
== Beschrijving van het kasteel ==
Regel 8: Regel 8:
De [[burcht (kasteel)|burcht]] is een geheel onderkelderd viervleugelig vierkant gebouw rond een kleine binnenplaats. Het is een zeldzaam voorbeeld van een [[Motte (heuvel)|mottekasteel]], een [[kasteel]] op een kunstmatig opgeworpen heuvel. De motte met daarop de burcht ligt als een eiland in de omgrachting.
De [[burcht (kasteel)|burcht]] is een geheel onderkelderd viervleugelig vierkant gebouw rond een kleine binnenplaats. Het is een zeldzaam voorbeeld van een [[Motte (heuvel)|mottekasteel]], een [[kasteel]] op een kunstmatig opgeworpen heuvel. De motte met daarop de burcht ligt als een eiland in de omgrachting.


De kelders van de burcht hebben mergelstenen tongewelven en in de buitenmuren zijn schietgaten aangebracht. De vier vleugels van het huidige kasteel, welke zijn voorzien van een lessenaardak, zijn in het begin van de [[17e eeuw]] in Maaslandse [[renaissance]]stijl met raamomlijstingen in Naamse steen gebouwd door [[Nicolaas van Breyll]] (?-[[1655]]). Hij liet hierbij tevens de burchtheuvel vergroten tot een oppervlak van 36 bij 36 meter. Een chronogram op de ingangspoort vermeldt het jaartal 1622 als het bouwjaar van de burcht. In de achtervleugel is een vierkante traptoren opgenomen met een dubbele knobbelspits. Tevens bevindt zich hierin een vijfzijdige slotkapel uit [[1643]], voorzien van een stucplafond. Inwendig heeft het kasteel een grote zaal met een schouw met fries waarop de alliantiewapens van de familie Van Breyl zijn aangebracht.
De kelders van de burcht hebben [[Limburgse mergel|mergel]]stenen tongewelven en in de buitenmuren zijn schietgaten aangebracht. De vier vleugels van het huidige kasteel, die zijn voorzien van schilddaken, zijn in het begin van de [[17e eeuw]] in Maaslandse [[renaissance]]stijl met raamomlijstingen in [[Naamse steen]] gebouwd door [[Nicolaas van Breyll|Nicolaas van Breijll]] (?-1655). Hij liet hierbij tevens de burchtheuvel vergroten tot een oppervlak van 36 bij 36 meter. Een [[jaardicht|chronogram]] op de ingangspoort vermeldt het jaartal [[1622]] als het bouwjaar van de burcht. In de achtervleugel is een vierkante traptoren opgenomen met een dubbele knobbelspits. Tevens bevindt zich hierin een vijfzijdige slotkapel uit [[1643]], voorzien van een stucplafond. Inwendig heeft het kasteel een grote zaal met een schouw met fries waarop de alliantiewapens van de familie Van Breijll zijn aangebracht.


De voorburcht is een U-vormige kasteelhoeve voorzien van de jaarankers '[[1630]]' en is in verschillende bouwfases tot stand gekomen. De west- en zuidvleugel werden het eerst gebouwd, de oostvleugel korte tijd later. Opmerkelijk is dat de aanvankelijk geplande hoektorens nooit zijn gebouwd. De toegang tot de binnenplaats van de kasteelhoeve is via een boogbrug over de buitenste omgrachting. Bij de ingang in de westvleugel bevindt zich een poortwachterswoning en een melkhuisje. In de 18e eeuw werd aan het uiteinde van de oostvleugel nog een schapenhuis toegevoegd.
De voorburcht is een U-vormige kasteelhoeve voorzien van de jaarankers '1630' en is in verschillende bouwfases tot stand gekomen. De west- en zuidvleugel werden het eerst gebouwd; de oostvleugel korte tijd later. Opmerkelijk is dat de aanvankelijk geplande hoektorens nooit zijn gebouwd. De toegang tot de binnenplaats van de kasteelhoeve is een boogbrug over de buitenste omgrachting. Bij de ingang in de westvleugel bevindt zich een poortwachterswoning en een melkhuisje. In de 18e eeuw werd aan het uiteinde van de oostvleugel nog een schapenhuis toegevoegd.


== Geschiedenis en bewoners ==
== Geschiedenis en bewoners ==
[[Bestand:52. Château de Limbricht.jpg|thumb|Het kasteel in 1830]]
De geschiedenis van de motteburcht gaat waarschijnlijk terug tot de 10e eeuw. In de vroege middeleeuwen verrees hierop vermoedelijk een [[hout]]en [[toren (bouwwerk)|toren]] of houten motteburcht. Later werden deze houten constructies vervangen door [[steen (materiaal)|stenen]] bouwwerken. Zeker is dat onder de huidige bebouwing de restanten zijn gevonden van een vermoedelijk 12e-eeuwse ronde [[donjon]] opgetrokken uit natuurstenen metselwerk en die later, omstreeks 1250, herbouwd is.
De geschiedenis van de motteburcht gaat waarschijnlijk terug tot de [[10e eeuw]]. In de vroege middeleeuwen verrees hierop vermoedelijk een [[hout]]en [[toren (bouwwerk)|toren]] of houten motteburcht. Later werden deze houten constructies vervangen door [[steen (materiaal)|stenen]] bouwwerken. Zeker is dat onder de huidige bebouwing de restanten zijn gevonden van een vermoedelijk 12e-eeuwse ronde [[donjon]] opgetrokken uit natuurstenen metselwerk en die later, omstreeks 1250, herbouwd is.
Deze herbouw is waarschijnlijk uitgevoerd door de eerste heren van Lemborch, waarvan Hermannus de Lemburg de oudst bekende heer van Limbricht is. Hij leent de heerlijkheid Limbricht aan de hertogen van Brabant, dat wil zeggen dat deze hier volgens eigen goeddunken mochten verschijnen en er desnoods tot een bezetting mochten overgaan.


Deze herbouw is waarschijnlijk uitgevoerd door de eerste heren van Lemborch, waarvan Hermannus de Lemburg de oudst bekende heer van Limbricht is. Hij leent de heerlijkheid Limbricht aan de hertogen van Brabant, dat wil zeggen dat deze hier volgens eigen goeddunken mochten verschijnen en er desgewenst tot een bezetting mochten overgaan.
Rond [[1450]] komt het kasteel in bezit van de familie Scheiffart de Merode die de burcht bijna twee eeuwen zou bewonen. Echter in 1579, tijdens de [[Tachtigjarige Oorlog]], logeert de [[hertog van Parma]] op het kasteel waarbij plundering en verwoesting zou plaatsvinden. In [[1619]] had Johan V Scheiffart van Merode, heer van Limbricht, de bedoeling 'de heerlyckheyt te submitteren aan den Culiksen Raede van Düsseldorf'. Maar na problemen over de erfopvolging in de Scheiffart de Merode familie, komt het kasteel tenslotte toe aan Nicolaas van Breyll, voorheen Nicolaas Mulrepas genaamd, de bouwer van het huidige kasteel.
In de [[1705]] overlijdt de laatste telg uit het geslacht Van Breyll, Elisabeth Cecilia van Breyll. Het bezit gaat over naar de familie Van Bentinck in de persoon van Frans Nicolaas, baron van Bentinck. In [[1794]], bij het binnenvallen van de Fransen moet de familie Van Bentinck haar bezittingen opgeven. In [[1810]] wordt het kasteel aangekocht door de familie Michiels van Kessenich, die het gebouw als jachtslot ging gebruiken.


In 1457 kwam het kasteel in bezit van de familie [[Van Merode|Scheiffart van Merode]] die de burcht ruim anderhalve eeuw zou bewonen. Maar in 1579, tijdens de [[Tachtigjarige Oorlog]], verbleef de [[hertog van Parma]] op het kasteel waarbij plundering en verwoesting zou plaatsvinden. In 1619 had Johan V Scheiffart van Merode, heer van Limbricht, de bedoeling 'de heerlyckheyt te submitteren aan den Guliksen Raede van Düsseldorf'. Maar na problemen over de erfopvolging binnen de familie Scheiffart de Merode, kwam het kasteel tenslotte aan Nicolaas van Breijll, voorheen Nicolaas Mulrepas genaamd, de bouwer van het huidige kasteel.
In de jaren [[1813]] en [[1814]] diende het kasteel als [[Veldhospitaal|lazaret]] voor duizenden zieke en gewonde Franse soldaten, die terugkeerden van de [[volkerenslag bij Leipzig]]. Veel van deze soldaten leden aan [[dysenterie]] en ze werden verzorgd door de lokale bevolking. Een groot aantal van hen (687 soldaten) overleefden het niet en ze werden begraven op het Franse kerkhof in Limbricht. Ook een aantal Limbrichtenaren moesten hun inspanning voor de soldaten bekopen met de dood.


In 1705 overleed de laatste telg uit het geslacht [[Van Breyll]], Elisabeth Cecilia van Breyll. Het bezit ging over naar de familie [[Bentinck]] in de persoon van Frans Nicolaas, baron van Bentinck. In 1794, bij het binnenvallen van de Fransen, moest de familie Bentinck haar bezittingen opgeven. In 1810 werd het kasteel aangekocht door de familie [[Michiels (geslacht)|Michiels van Kessenich]], die het gebouw als jachtslot ging gebruiken.
In [[1917]] werd het kasteel gebruikt als een [[interneringskamp]] voor Duitse krijgsgevangenen die de Belgisch-Nederlandse grens overschreden en door de Nederlandse overheid als smokkelaar werden opgepakt.

In de jaren 1813 en 1814 diende het kasteel als [[veldhospitaal|lazaret]] voor duizenden zieke en gewonde Franse soldaten, die terugkeerden van de [[Slag bij Leipzig]]. Veel van deze soldaten leden aan [[dysenterie]] en ze werden verzorgd door de lokale bevolking. Een groot aantal van hen (687 soldaten) overleefden het niet en ze werden begraven op het Franse kerkhof in Limbricht. Ook een aantal Limbrichtenaren moest hun inspanning voor de soldaten bekopen met de dood.

In 1917 werd het kasteel gebruikt als [[interneringskamp]] voor Duitse krijgsgevangenen die de Belgisch-Nederlandse grens overschreden en door de Nederlandse overheid als smokkelaar werden opgepakt.

Vanaf 1984 was op het kasteel het Limburgs Volkskundig Museum gevestigd; vanaf 1988 Limburgs Volkskundig Centrum genaamd. In 1993 fuseerde dit met het [[Goltziusgebouw|Goltziusmuseum]] in [[Venlo (stad)|Venlo]] tot het latere [[Limburgs Museum]] en verliet het museum het kasteel.


=== Eigenaren van het kasteel ===
=== Eigenaren van het kasteel ===
Regel 27: Regel 32:
! Van !! Tot !! Eigenaar !! Opmerking
! Van !! Tot !! Eigenaar !! Opmerking
|-
|-
| Vermoedelijk reeds vanaf de [[10e eeuw]] || 1426 || heren van Lemborch (''van Limborch'') || oudst bekende was Hermannus de Lemburg die voor het eerst in [[1260]] wordt genoemd.
| Vermoedelijk reeds vanaf de 10e eeuw || 1426 || heren van Lemborch (''van Limborch'') || oudst bekende was Hermannus de Lemburg die voor het eerst in [[1260]] wordt genoemd.
|-
|-
| [[1426]] || 1457 || van Welckenhuysen || door verkoop kwam het kasteel in bezit van het echtpaar Hendrick van Welckenhuysen, [[heer (feodalisme)|heer]] van Clermont, en Agnes van Berghe.
| 1426 || 1457 || van Welckenhuysen || door verkoop kwam het kasteel in bezit van het echtpaar Hendrick van Welckenhuysen, [[heer (feodalisme)|heer]] van Clermont, en Agnes van Berghe.
|-
|-
| [[1457]] || 1619 || [[Huis Merode|Scheiffart van Merode]] || door verdeling kwam het kasteel in bezit van Johan II Scheiffart van Merode. Onder deze familie kwam het kasteel, tijdens de [[Tachtigjarige Oorlog]], in [[Staatsen|Staatse]] handen.
| 1457 || 1619 || [[Huis Merode|Scheiffart van Merode]] || door verdeling kwam het kasteel in bezit van Johan II Scheiffart van Merode. Onder deze familie kwam het kasteel, tijdens de [[Tachtigjarige Oorlog]], in [[Staatsen|Staatse]] handen.
|-
|-
| [[1619]] || 1706 || van Breyll || door het overlijden van Maria Scheiffart van Merode erfde [[Nicolaas van Breyll]] het kasteel. Onder de familie van Breyll kwam het kasteel, tijdens de Tachtigjarige Oorlog, eerst in [[Spaanse Rijk|Spaanse]] handen. Vanaf 1665 maakte Limbricht deel uit van het Land van Gulik.
| 1619 || 1706 || van Breyll || door het overlijden van Maria Scheiffart van Merode erfde [[Nicolaas van Breyll]] het kasteel. Onder de familie van Breyll kwam het kasteel, tijdens de Tachtigjarige Oorlog, eerst in [[Spaanse Rijk|Spaanse]] handen. Vanaf 1665 maakte Limbricht als ''Unterherrschaft'' deel uit van het [[Land van Gulik]].
|-
|-
| [[1706]] || 1793 || [[Bentinck|van Bentinck]] || na het overlijden van [[Elisabeth Cecilia van Breyll]], dochter van Nicolaas, ging het kasteel over in handen van de familie van haar echtgenoot, van Bentinck.
| 1706 || 1793 || [[Bentinck|van Bentinck]] || na het overlijden van [[Elisabeth Cecilia van Breyll]], dochter van Nicolaas, ging het kasteel over in handen van de familie van haar echtgenoot, Bentinck.
|-
|-
| [[1793]] || 1810 || van Bentinck (tijdelijk in Franse handen) || na de [[Franse tijd in Nederland|Franse inval]] in de [[Zuidelijke Nederlanden]] vluchtte [[Baron (titel)|Baron]] van Bentinck naar [[Düsseldorf]]. Het kasteel is tijdelijk in Franse handen.
| 1793 || 1810 || van Bentinck (tijdelijk in Franse handen) || na de [[Franse tijd in Nederland|Franse inval]] in de [[Zuidelijke Nederlanden]] vluchtte [[Baron (titel)|baron]] (Van) Bentinck naar [[Düsseldorf]]. Het kasteel is tijdelijk in Franse handen.
|-
|-
| [[1810]] || 1955 || [[Michiels van Kessenich]] || verkoop van het kasteel aan de [[Roermond (stad)|Roermondse]] [[burgemeester]] Hendrik Joseph Michiels, heer van [[Kessenich (België)|Kessenich]] en eigenaar van Huis Hattem (kasteeltje Hattem te Roermond). In [[1822]] werd hij door [[koning (titel)|koning]] [[Willem I der Nederlanden|Willem I]] als baron Michiels van Kessenich in de [[adel]]stand verheven.
| 1810 || 1955 || [[Michiels van Kessenich]] || verkoop van het kasteel aan de [[Roermond (stad)|Roermondse]] [[burgemeester]] Hendrik Joseph Michiels, heer van [[Kessenich (België)|Kessenich]] en eigenaar van Huis Hattem (kasteeltje Hattem te Roermond). In 1822 werd hij door [[koning (titel)|koning]] [[Willem I der Nederlanden|Willem I]] als baron Michiels van Kessenich in de [[adel]]stand verheven.
|-
|-
| [[1955]] || 1955 || [[Bisschoppelijk College Sittard]] || verkoop van het kasteel aan het Bisschoppelijk college te [[Sittard]] die het ten behoeve van haar leerlingen aankocht.
| 1955 || 1955 || [[Bisschoppelijk College Sittard]] || verkoop van het kasteel aan het Bisschoppelijk college te [[Sittard]] die het complex met landerijen ten behoeve van haar leerlingen aankocht voor de aanleg van sportvelden.
|-
|-
| 1955 || || Stichting Kasteel Limbricht || door verkoop overgegaan naar de huidige eigenaar Stichting Kasteel Limbricht die het kasteel restaureert en exploiteert.
| 1955 || || Stichting Kasteel Limbricht || door verkoop overgegaan naar de huidige eigenaar Stichting Kasteel Limbricht die het kasteel restaureerde (gereed in 1984) en exploiteert.
|}
|}


== Het heden ==
== Het heden ==
Momenteel is het kasteel in bezit van de 'Stichting Kasteel Limbricht'. Het complex is in de vijftiger en zestig-zeventiger jaren door de stichting grondig gerestaureerd, waarbij de in de [[Tweede Wereldoorlog]] verwoeste oostvleugel werd herbouwd, getuige de jaarankers '[[1969]]' op het gebouw. De voorburcht wordt gebruikt als multifunctioneel horecacentrum met een restaurant, vergader-, conferentie- en feestzalen en een bowlingbaan.
Anno 2020 is het kasteel in bezit van de Stichting Kasteel Limbricht. Het complex is vanaf de jaren vijftig tot in de jaren zeventig door de stichting grondig gerestaureerd, waarbij de in de [[Tweede Wereldoorlog]] verwoeste oostvleugel werd herbouwd, getuige de jaarankers '1969' op het gebouw. De voorburcht wordt gebruikt als multifunctioneel horecacentrum met een restaurant, vergader-, conferentie- en feestzalen. Ook is kasteel Limbricht een officiële trouwlocatie.
De [[hoofdburcht]] heeft in de loop der jaren aan diverse bedrijven onderdak geboden. Momenteel wordt het gebruikt als hoofdkantoor van Elektor International Media BV.
De [[hoofdburcht]] heeft in de loop der jaren aan diverse bedrijven onderdak geboden en wordt sinds 2017 nader verbouwd.


== Trivia ==
== Trivia ==
In het kasteel was in de 17e eeuw de [[schepenbank]] gevestigd. In [[1674]] werd [[Entgen Luyten]] door de schepenbank beschuldigd van 'hexerei en quade toeverei'. Ze ontkende alle schuld maar ze werd toch veroordeeld tot toepassing van tortuur. Na verscheidene verhoren werd de verdachte uiteindelijk dood aangetroffen in de gevangenis met de strop om de nek. De uiteindelijke conclusie van de doktoren was: zelfmoord. Ze overleed in de kerkers van het kasteel Limbricht en was naar verluidt de laatste '[[heks (persoon)|heks]]' die in Nederland gedood is.
In het kasteel was in de 17e eeuw de [[schepenbank]] gevestigd. In 1674 werd [[Entgen Luijten]] door de schepenbank beschuldigd van 'hexerei en quade toeverei'. Ze ontkende drie maanden lang alle schuld, maar ze werd uiteindelijk onderworpen aan tortuur. Na verscheidene verhoren werd de verdachte uiteindelijk dood aangetroffen in de gevangenis met een blauwe katoenen strop om de nek. Hoewel de autopsie van twee artsen duidelijk op wurging duidde, werd zij postuum schuldig bevonden en de conclusie van de rechtbank was: zelfmoord uit schuldbesef. Ze overleed in de kerkers van het kasteel Limbricht en was naar verluidt de laatste '[[heks (persoon)|heks]]' die in Nederland gedood is.<ref>Limbricht behoorde destijds echter niet tot de [[Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden]], maar tot het [[hertogdom Gulik]].</ref> [[Susan Smit]] baseerde haar historische roman ''De heks van Limbricht'' (2021) op deze gebeurtenissen.


== Externe link ==
== Externe link ==
* [http://www.kasteellimbricht.eu/index.php Website Kasteel Limbricht]
* [http://www.kasteel-limbricht.nl Website Kasteel Limbricht]


{{Commonscat|Limbricht Castle|Kasteel Limbricht}}
{{Commonscat|Limbricht Castle|Kasteel Limbricht}}
{{Coor title dms|51|00|59|N|5|50|20|E|type:landmark_region:NL}}
{{Coor title dms|51|00|59|N|5|50|20|E|type:landmark_region:NL}}
{{Navigatie kastelen Limburg (Nederland)}}

{{Appendix}}


[[Categorie:Kasteel in Limburg (Nederland)|Limbricht, Kasteel]]
[[Categorie:Rijksmonument in Sittard-Geleen]]
[[Categorie:Motte in Nederland|Limbricht, Kasteel]]
[[Categorie:Motte in Nederland|Limbricht, Kasteel]]
[[Categorie:Kasteel in Sittard-Geleen|Limbricht]]
[[Categorie:Rijksmonument in Sittard-Geleen]]

Huidige versie van 19 okt 2023 om 20:34

Kasteel Limbricht
Kasteel Limbricht, de voorburcht

Kasteel Limbricht is gelegen in de nabijheid van bossen en aan de rand van het dorpje Limbricht dat tegenwoordig deel uitmaakt van de gemeente Sittard-Geleen.

Beschrijving van het kasteel

[bewerken | brontekst bewerken]

Het kasteelcomplex is gelegen binnen een brede omgrachting en bestaat uit een burcht en een kasteelboerderij als voorburcht. De burcht is een geheel onderkelderd viervleugelig vierkant gebouw rond een kleine binnenplaats. Het is een zeldzaam voorbeeld van een mottekasteel, een kasteel op een kunstmatig opgeworpen heuvel. De motte met daarop de burcht ligt als een eiland in de omgrachting.

De kelders van de burcht hebben mergelstenen tongewelven en in de buitenmuren zijn schietgaten aangebracht. De vier vleugels van het huidige kasteel, die zijn voorzien van schilddaken, zijn in het begin van de 17e eeuw in Maaslandse renaissancestijl met raamomlijstingen in Naamse steen gebouwd door Nicolaas van Breijll (?-1655). Hij liet hierbij tevens de burchtheuvel vergroten tot een oppervlak van 36 bij 36 meter. Een chronogram op de ingangspoort vermeldt het jaartal 1622 als het bouwjaar van de burcht. In de achtervleugel is een vierkante traptoren opgenomen met een dubbele knobbelspits. Tevens bevindt zich hierin een vijfzijdige slotkapel uit 1643, voorzien van een stucplafond. Inwendig heeft het kasteel een grote zaal met een schouw met fries waarop de alliantiewapens van de familie Van Breijll zijn aangebracht.

De voorburcht is een U-vormige kasteelhoeve voorzien van de jaarankers '1630' en is in verschillende bouwfases tot stand gekomen. De west- en zuidvleugel werden het eerst gebouwd; de oostvleugel korte tijd later. Opmerkelijk is dat de aanvankelijk geplande hoektorens nooit zijn gebouwd. De toegang tot de binnenplaats van de kasteelhoeve is een boogbrug over de buitenste omgrachting. Bij de ingang in de westvleugel bevindt zich een poortwachterswoning en een melkhuisje. In de 18e eeuw werd aan het uiteinde van de oostvleugel nog een schapenhuis toegevoegd.

Geschiedenis en bewoners

[bewerken | brontekst bewerken]
Het kasteel in 1830

De geschiedenis van de motteburcht gaat waarschijnlijk terug tot de 10e eeuw. In de vroege middeleeuwen verrees hierop vermoedelijk een houten toren of houten motteburcht. Later werden deze houten constructies vervangen door stenen bouwwerken. Zeker is dat onder de huidige bebouwing de restanten zijn gevonden van een vermoedelijk 12e-eeuwse ronde donjon opgetrokken uit natuurstenen metselwerk en die later, omstreeks 1250, herbouwd is.

Deze herbouw is waarschijnlijk uitgevoerd door de eerste heren van Lemborch, waarvan Hermannus de Lemburg de oudst bekende heer van Limbricht is. Hij leent de heerlijkheid Limbricht aan de hertogen van Brabant, dat wil zeggen dat deze hier volgens eigen goeddunken mochten verschijnen en er desgewenst tot een bezetting mochten overgaan.

In 1457 kwam het kasteel in bezit van de familie Scheiffart van Merode die de burcht ruim anderhalve eeuw zou bewonen. Maar in 1579, tijdens de Tachtigjarige Oorlog, verbleef de hertog van Parma op het kasteel waarbij plundering en verwoesting zou plaatsvinden. In 1619 had Johan V Scheiffart van Merode, heer van Limbricht, de bedoeling 'de heerlyckheyt te submitteren aan den Guliksen Raede van Düsseldorf'. Maar na problemen over de erfopvolging binnen de familie Scheiffart de Merode, kwam het kasteel tenslotte aan Nicolaas van Breijll, voorheen Nicolaas Mulrepas genaamd, de bouwer van het huidige kasteel.

In 1705 overleed de laatste telg uit het geslacht Van Breyll, Elisabeth Cecilia van Breyll. Het bezit ging over naar de familie Bentinck in de persoon van Frans Nicolaas, baron van Bentinck. In 1794, bij het binnenvallen van de Fransen, moest de familie Bentinck haar bezittingen opgeven. In 1810 werd het kasteel aangekocht door de familie Michiels van Kessenich, die het gebouw als jachtslot ging gebruiken.

In de jaren 1813 en 1814 diende het kasteel als lazaret voor duizenden zieke en gewonde Franse soldaten, die terugkeerden van de Slag bij Leipzig. Veel van deze soldaten leden aan dysenterie en ze werden verzorgd door de lokale bevolking. Een groot aantal van hen (687 soldaten) overleefden het niet en ze werden begraven op het Franse kerkhof in Limbricht. Ook een aantal Limbrichtenaren moest hun inspanning voor de soldaten bekopen met de dood.

In 1917 werd het kasteel gebruikt als interneringskamp voor Duitse krijgsgevangenen die de Belgisch-Nederlandse grens overschreden en door de Nederlandse overheid als smokkelaar werden opgepakt.

Vanaf 1984 was op het kasteel het Limburgs Volkskundig Museum gevestigd; vanaf 1988 Limburgs Volkskundig Centrum genaamd. In 1993 fuseerde dit met het Goltziusmuseum in Venlo tot het latere Limburgs Museum en verliet het museum het kasteel.

Eigenaren van het kasteel

[bewerken | brontekst bewerken]
Van Tot Eigenaar Opmerking
Vermoedelijk reeds vanaf de 10e eeuw 1426 heren van Lemborch (van Limborch) oudst bekende was Hermannus de Lemburg die voor het eerst in 1260 wordt genoemd.
1426 1457 van Welckenhuysen door verkoop kwam het kasteel in bezit van het echtpaar Hendrick van Welckenhuysen, heer van Clermont, en Agnes van Berghe.
1457 1619 Scheiffart van Merode door verdeling kwam het kasteel in bezit van Johan II Scheiffart van Merode. Onder deze familie kwam het kasteel, tijdens de Tachtigjarige Oorlog, in Staatse handen.
1619 1706 van Breyll door het overlijden van Maria Scheiffart van Merode erfde Nicolaas van Breyll het kasteel. Onder de familie van Breyll kwam het kasteel, tijdens de Tachtigjarige Oorlog, eerst in Spaanse handen. Vanaf 1665 maakte Limbricht als Unterherrschaft deel uit van het Land van Gulik.
1706 1793 van Bentinck na het overlijden van Elisabeth Cecilia van Breyll, dochter van Nicolaas, ging het kasteel over in handen van de familie van haar echtgenoot, Bentinck.
1793 1810 van Bentinck (tijdelijk in Franse handen) na de Franse inval in de Zuidelijke Nederlanden vluchtte baron (Van) Bentinck naar Düsseldorf. Het kasteel is tijdelijk in Franse handen.
1810 1955 Michiels van Kessenich verkoop van het kasteel aan de Roermondse burgemeester Hendrik Joseph Michiels, heer van Kessenich en eigenaar van Huis Hattem (kasteeltje Hattem te Roermond). In 1822 werd hij door koning Willem I als baron Michiels van Kessenich in de adelstand verheven.
1955 1955 Bisschoppelijk College Sittard verkoop van het kasteel aan het Bisschoppelijk college te Sittard die het complex met landerijen ten behoeve van haar leerlingen aankocht voor de aanleg van sportvelden.
1955 Stichting Kasteel Limbricht door verkoop overgegaan naar de huidige eigenaar Stichting Kasteel Limbricht die het kasteel restaureerde (gereed in 1984) en exploiteert.

Anno 2020 is het kasteel in bezit van de Stichting Kasteel Limbricht. Het complex is vanaf de jaren vijftig tot in de jaren zeventig door de stichting grondig gerestaureerd, waarbij de in de Tweede Wereldoorlog verwoeste oostvleugel werd herbouwd, getuige de jaarankers '1969' op het gebouw. De voorburcht wordt gebruikt als multifunctioneel horecacentrum met een restaurant, vergader-, conferentie- en feestzalen. Ook is kasteel Limbricht een officiële trouwlocatie. De hoofdburcht heeft in de loop der jaren aan diverse bedrijven onderdak geboden en wordt sinds 2017 nader verbouwd.

In het kasteel was in de 17e eeuw de schepenbank gevestigd. In 1674 werd Entgen Luijten door de schepenbank beschuldigd van 'hexerei en quade toeverei'. Ze ontkende drie maanden lang alle schuld, maar ze werd uiteindelijk onderworpen aan tortuur. Na verscheidene verhoren werd de verdachte uiteindelijk dood aangetroffen in de gevangenis met een blauwe katoenen strop om de nek. Hoewel de autopsie van twee artsen duidelijk op wurging duidde, werd zij postuum schuldig bevonden en de conclusie van de rechtbank was: zelfmoord uit schuldbesef. Ze overleed in de kerkers van het kasteel Limbricht en was naar verluidt de laatste 'heks' die in Nederland gedood is.[1] Susan Smit baseerde haar historische roman De heks van Limbricht (2021) op deze gebeurtenissen.

Zie de categorie Kasteel Limbricht van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.