Naar inhoud springen

Embryogenese: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
k Linkfix ivm sjabloonnaamgeving / parameterfix
Regel 36: Regel 36:
* {{Aut|William Larsen|Larsen, W.J.}} (2003): ''Human Embryology'', Elsevier
* {{Aut|William Larsen|Larsen, W.J.}} (2003): ''Human Embryology'', Elsevier


{{Navigatie embryogenese}}
{{Embryogenese}}


[[Categorie:Dierlijke ontwikkeling]]
[[Categorie:Dierlijke ontwikkeling]]

Versie van 16 feb 2024 04:57

Embryogenese bij de mens

De embryogenese is de ontwikkeling van de bevruchte eicel van een dier gedurende de eerste zeven weken na de bevruchting. In deze zeven weken groeit de zygote middels mitose (celdeling) van embryo uit tot foetus. De stadia die in deze eerste zeven weken onderscheiden worden zijn achtereenvolgens zygote, morula (het vroegste embryonale stadium), blastula, gastrulatie, neurulatie en, na de eerste week van groei, de organogenese.

Stadia van de embryogenese

Zygote

Zie Zygote voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De zygote of bevruchte eicel is de eerste ontwikkelingsfase, direct na de versmelting van een eicel met een zaadcel (de bevruchting).

Morula

Zie Morula voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Vanuit de zygote vormt zich, door klieving (celdeling) de morula, een celklompje dat bestaat uit 16 tot 32 kleine diploïde cellen. Tijdens deze eerste ontwikkelingsfase neemt het embryo niet in volume toe. In de gevormde morula treedt de eerste celdifferentiatie op. De cellen binnen het klompje gaan het uiteindelijke embryo zelf vormen, de embryoblast, onder te verdelen in epiblast en hypoblast. De cellen die aan het oppervlak liggen, gaan de vruchtvliezen en placenta vormen, de trofoblast.

Verschillende stadia van de neurulatie

Blastula

Zie Blastula voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Het stadium van de blastula onderscheidt zich van de morula omdat zich in het embryo een holte heeft gevormd, de blastocoel. De kant waar de cellen zitten die de embryoblast gaan vormen, is de embryonische pool, de andere zijde de ab-embryonische pool. De trofoblast differentieert zich in cytotrofoblast en syncytiotrofoblast. Bij aankomst in de uterus nestelt het embryo zich in het endometrium. Het syncytiotrofoblast maakt het hormoon hCG (humaan choriongonadotrofine) aan dat het corpus luteum (gele lichaam) in stand houdt en zo indirect de aanmaak van het hormoon progesteron stimuleert.

Gastrulatie

Zie Gastrulatie voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Tijdens de gastrulatie wordt uit de tweelagige structuur die het embryo nu heeft een drielagig kiemblad gevormd. Dit proces begint met de vorming van de primitiefstreep (bij zoogdieren en vogels) of blastopore (oermond bij amfibieën). Via de primitiefstreep stulpen zich cellen van het epiblast naar binnen. De eerste golf cellen vormen samen met de cellen van de hypoblast het endoderm. De tweede golf vormt een derde laag tussen het endoderm en het ectoderm dat wordt gevormd uit de epiblast, het mesoderm. Mesenchymatische stamcellen zorgen voor het mesoderme deel van de gastrula. Zodra de kiemlagen worden gevormd, begint het proces van orgaanontwikkeling of organogenese.

Neurulatie

Zie Neurulatie voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Neurulatie is het vouwen van de neurale plaat tot de neurale buis. Door invaginatie (instulping) van de neurale plaat vormt zich de neurale groeve met de neurale wallen. Uiteindelijk groeien de buitenste uiteinden van de neurale wallen tegen elkaar aan door snelle klieving van ectodermcellen tot de neurale buis. Een deel van het mesoderm dat tegen de neurale groeve aanligt, het paraxiaal mesoderm, vormt verscheidene somieten. De somieten gaan de spieren, het skelet en de lederhuid vormen. Het deel van het mesoderm dat tussen beide delen paraxiaal mesoderm in ligt, het axiaal mesoderm, vormt in het embryo de chorda, een structuur die zoogdieren delen met andere chordadieren.

Zie ook

Referenties