Lanz Bulldog: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 5: | Regel 5: | ||
==Werking== |
==Werking== |
||
De ééncilinder had twee grote [[vliegwiel]]en met aan ene kant de [[regulateur]] en de andere kant de [[koppeling]]. Deze vliegwielen hielden de motor op toeren. Het starten van deze tractoren ging als volgt: eerst werd een gas- of benzinebrander onder de gloeikop gezet om de "peer" roodgloeiend op te warmen, ondertussen konden diverse smeerwerkzaamheden worden uitgevoerd waaronder ook het bijvullen van de [[oliepomp]]. Tijdens het [[voorgloeien]] moest de oliepomp diverse malen worden rondgedraaid om de buizen goed met olie te vullen zodat men zeker was van een goede smering direct tijdens de start. Als de "peer" roodgloeiend geworden was zette men de gashendel in de middelste stand, daarna ongeveer twee maal pompen met de handslinger aan de dieselpomp om diesel in de gloeikop te krijgen. Nu werd het [[vliegwiel]] eerst rustig een paar keer van links naar recht gedraaid om zuurstof bij de diesel te krijgen zodat het mengsel goed was voor ontbranding. Als laatste handeling gaf men met het vliegwiel een krachtige draai met de klok mee. Door de [[compressie (natuurkunde)|compressie]] en de roodgloeiend gestookte peer kwam het dieselmengsel tot ontbranding en dus de motor tot leven wat altijd gepaard ging met een paar harde klappen daarna liepen ze rustig ploffend [[stationair]]. Na het starten moest nog wel gecontroleerd worden of de motor in de juiste richting draaide. Dit gebeurde middels een aangebrachte pijl op het [[vliegwiel]] of een mechanische meter in de cabine van de tractor. |
De ééncilinder had twee grote [[vliegwiel]]en met aan ene kant de [[regulateur]] en de andere kant de [[koppeling]]. Deze vliegwielen hielden de motor op toeren. Het starten van deze tractoren ging als volgt: eerst werd een gas- of benzinebrander onder de gloeikop gezet om de "peer" roodgloeiend op te warmen, ondertussen konden diverse smeerwerkzaamheden worden uitgevoerd waaronder ook het bijvullen van de [[oliepomp]]. Tijdens het [[voorgloeien]] moest de oliepomp diverse malen worden rondgedraaid om de buizen goed met olie te vullen zodat men zeker was van een goede smering direct tijdens de start. Als de "peer" roodgloeiend geworden was zette men de gashendel in de middelste stand, daarna ongeveer twee maal pompen met de handslinger aan de dieselpomp om diesel in de gloeikop te krijgen. Nu werd het [[vliegwiel]] eerst rustig een paar keer van links naar recht gedraaid om zuurstof bij de diesel te krijgen zodat het mengsel goed was voor ontbranding. Als laatste handeling gaf men met het vliegwiel een krachtige draai met de klok mee. Door de [[compressie (natuurkunde)|compressie]] en de roodgloeiend gestookte peer kwam het dieselmengsel tot ontbranding en dus de motor tot leven wat altijd gepaard ging met een paar harde klappen daarna liepen ze rustig ploffend [[stationair]]. Na het starten moest nog wel gecontroleerd worden of de motor in de juiste richting draaide. Dit gebeurde middels een aangebrachte pijl op het [[vliegwiel]] of een mechanische meter in de cabine van de tractor. Bleek dat de tractor in de verkeerde richting draaide dan zette je de gashendel helemaal terug en wachte je totdat de tractor bijna zou stoppen. Op dat moment deed je de gashendel weer helemaal uit en zag je het vliegwiel naar links en rechts gaan en uiteindelijk in de goede richting. |
||
Bij diverse modellen moest het stuurwiel met stuurstang los genomen worden om deze in het [[vliegwiel]] te plaatsen. Dit omdat verder op het vliegwiel geen voorziening was om het vliegwiel handmatig een slinger te geven. later produceerde Lanz ook types die voorzien waren van een zogeheten 'aanwerpschijf' die gemonteerd zat op het vliegwiel. |
Bij diverse modellen moest het stuurwiel met stuurstang los genomen worden om deze in het [[vliegwiel]] te plaatsen. Dit omdat verder op het vliegwiel geen voorziening was om het vliegwiel handmatig een slinger te geven. later produceerde Lanz ook types die voorzien waren van een zogeheten 'aanwerpschijf' die gemonteerd zat op het vliegwiel. |
Versie van 17 apr 2007 13:11
De Lanz Bulldog is een type tractor ontwikkeld door de Duitse fabrikant Lanz.
Ontworpen door de Duitse ingenieur Fritz Huber, had de tractor had een liggende één-cilinder tweetakt gloeikopdieselmotor. Door gebruik van deze ééncilinder had het een karakteristiek geluid, een staccato "boem-boem" geluid.
Werking
De ééncilinder had twee grote vliegwielen met aan ene kant de regulateur en de andere kant de koppeling. Deze vliegwielen hielden de motor op toeren. Het starten van deze tractoren ging als volgt: eerst werd een gas- of benzinebrander onder de gloeikop gezet om de "peer" roodgloeiend op te warmen, ondertussen konden diverse smeerwerkzaamheden worden uitgevoerd waaronder ook het bijvullen van de oliepomp. Tijdens het voorgloeien moest de oliepomp diverse malen worden rondgedraaid om de buizen goed met olie te vullen zodat men zeker was van een goede smering direct tijdens de start. Als de "peer" roodgloeiend geworden was zette men de gashendel in de middelste stand, daarna ongeveer twee maal pompen met de handslinger aan de dieselpomp om diesel in de gloeikop te krijgen. Nu werd het vliegwiel eerst rustig een paar keer van links naar recht gedraaid om zuurstof bij de diesel te krijgen zodat het mengsel goed was voor ontbranding. Als laatste handeling gaf men met het vliegwiel een krachtige draai met de klok mee. Door de compressie en de roodgloeiend gestookte peer kwam het dieselmengsel tot ontbranding en dus de motor tot leven wat altijd gepaard ging met een paar harde klappen daarna liepen ze rustig ploffend stationair. Na het starten moest nog wel gecontroleerd worden of de motor in de juiste richting draaide. Dit gebeurde middels een aangebrachte pijl op het vliegwiel of een mechanische meter in de cabine van de tractor. Bleek dat de tractor in de verkeerde richting draaide dan zette je de gashendel helemaal terug en wachte je totdat de tractor bijna zou stoppen. Op dat moment deed je de gashendel weer helemaal uit en zag je het vliegwiel naar links en rechts gaan en uiteindelijk in de goede richting.
Bij diverse modellen moest het stuurwiel met stuurstang los genomen worden om deze in het vliegwiel te plaatsen. Dit omdat verder op het vliegwiel geen voorziening was om het vliegwiel handmatig een slinger te geven. later produceerde Lanz ook types die voorzien waren van een zogeheten 'aanwerpschijf' die gemonteerd zat op het vliegwiel.
Geschiedenis
De tractoren met gloeikopmotor zijn geproduceerd van ongeveer 1921 tot en met 1955 in diverse modellen en series. De tractoren met gloeikopmotor waren zeer geliefd vanwege de grote kracht, eenvoud en betrouwbaarheid. Maar ook vanwege zijn robuustheid. De tractoren liepen behalve op diesel ook op petroleum, afgewerkte olie en nog meer (goedkopere en tevens onzuivere) brandbare stoffen. Toch konden de tractors wel vastlopen, door nalatige smering of te weinig koeling.
Begin jaren vijftig was de gloeikopmotor ten opzichte van de concurrent sterk verouderd en was de vraag naar deze tractor ook veel minder. Daardoor besloten ze om de gloeikopmotor te vervangen door een modernere versie namelijk: de ééncilinder halfdiesel, welke gewoon met een startmotor kon worden gestart. Het einde was echter net te houden en in 1955 werd het overgenomen door John Deere.
In totaal hebben ongeveer 250000 Bulldogs de fabriek in Mannheim verlaten.
Afgeleiden
Het principe van de tractor met gloeikopmotor werd ook door diverse andere fabrikanten overgenomen, hetzij als kopie van de gehele Lanz tractor hetzij als eigen ontwerp.
Fabrikanten met (technisch) zuivere kopieën van de gehele Lanz tractor waren: Ursus (Polen), Pampa IAME (Argentinië), Le Percheron (Frankrijk) en KL-Bulldog, gemaakt door de Kelly and Lewis Company (Australië).
Fabrikanten met ook een gloeikopmotor maar naar volledig eigen ontwerp en techniek waren: Societe Francaise Vierzon (Frankrijk), Landini (Italië), HSCS (Hongarije), Orsi (Italië), Bubba (Italië) en Gambino (Italië).