Springkikker
Springkikker IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2008) | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Rana dalmatina Fitzinger in Bonaparte, 1839 | |||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||
Springkikker op Wikispecies | |||||||||||||
|
De springkikker[2] (Rana dalmatina) is een kikker uit de familie echte kikkers (Ranidae).[3] De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Karel Lucien Bonaparte in 1839. Later werd onder andere de wetenschappelijke naam Rana gracilis gebruikt.
Uiterlijke kenmerken
Exemplaren in het noorden van het verspreidingsgebied worden ongeveer 7 centimeter, dieren uit het zuiden kunnen 12 cm bereiken. De soort lijkt qua levenswijze en uiterlijk sterk op de inheemse bruine kikker (R. temporaria). Deze laatste soort wordt echter groter en oogt plomper. De bruine kikker heeft kleinere achterpoten en meestal meer vlekken in plaats van een wat egale kleur. De oogvlek is bij de springkikker iets driehoekiger en de basiskleur is meestal olijfgroen tot beige-bruin met een donkere vlektekening op de flanken en een duidelijk zichtbare 'nerf' aan iedere zijde van de rug. Net zoals veel Ranidae in Europa heeft deze soort lichtgebandeerde achterpoten. Het tympanum (trommelvlies) van de Springkikker is behoorlijk groot ten opzichte van de bruine kikker. De zeer spitse snuit en neussectie vallen het meest op naast de sterk ontwikkelde achterpoten . De dorsale belijning op de rug is matig opvallend en is naar achteren gezien versmallend . Vanuit het zijaanzicht is de zwartbruine brede band vanaf het oog opvallend strak getekend en zijn er geen uitschieters in de donkere band ,die bij de bruine kikker wel zichtbaar zijn . Verwarring is mogelijk met vooral in t Zuidwestelijke deel met de locale Pyreneeënbeekkikker (Rana pyrenaica), in het centrale deel in Noord-Italie met de Italiaanse Springkikker ( Rana latastei) met name jonge individuen zijn erg lastig correct te determineren . In het westen en Zuiden van Italie komt de soort tevens samen voor met de eveneens endemische Italiaanse beekkikker (Rana Italica) die weer een stompere snuit laat zien maar meer een bergsoort is . Bij de strekproef methode is in West en centraal-Europa de soort goed te onderscheiden van de Heikikker en Bruine kikker door de achterpoten compleet in het geheel naar voren te duwen . Het hielgewricht van het langs het lichaam gelegde deel reikt bij de Springkikker altijd ruim voorbij de snuitpunt . Ook bij jongere exemplaren is deze methode bruikbaar . De bovenlip vanuit de mondhoek tot de snuitzone is bezet met een dikke witgele streep, die voorbij het oog vervaagt en minder opvalt . Mannelijke dieren zijn kleiner dan vrouwelijke exemplaren,en zijn vooral in de paartijd goed herkenbaar aan de dikkere voorpoten en de witte tot grijsachtige paarkussentjes op de duimen .
Verspreiding en habitat
Deze kikkersoort heeft een typisch continentale verspreiding en komt vooral voor in loofbossen in Centraal-Europa;west- Duitsland,Zuidoost-België met name in de Ardennen en Hoge venen , vrijwel geheelFrankrijk,een klein deel van Noordwestelijk Spanje, Griekenland, Sicilië, Oekraïne,West-Rusland tot westelijk Turkije in het uiterste zuiden van Zweden komt een sterk geisoleerde populatie voor evenals Noordoost-Denemarken ,deze begrenzen ook het Noordelijkste voorkomen van de soort .[4] Duitse populaties bevinden zich vrij dichtbij de Nederlandse grens. Nabij Venlo en Winterswijk onder meer bevinden zich populaties op slechts enkele kilometers van de grens ,deze kunnen wellicht op eigen kracht Nederland bereiken. Een uitheemse populatie is in 1999 in Westelijk Drenthe aangetroffen, waar de soort al ruim 10 jaar zich uitbreid en gemonitord word. Deze geïntroduceerde populatie groeit gestaag en heeft inmiddels een omvang van rond de 1500 volwassen individuen die binnen zo´n 7 km hokken worden gevonden. Deze dieren zijn afkomstig van Kottenforst bij Bonn onder meer .Deze zuidelijke soort plant zich locaal goed voort. Ravon en Alterra hebben samen met natuurbeheer een kansenkaart en een rapport opgesteld in hoeverre deze soort schadelijk zou kunnen zijn in de concurrentie positie met andere amfibieen.
In de atlas .[5]
De kikker heeft een voorkeur voor open plekken zoals bosranden en oevers van meertjes en vennen op vochtige plekken in de strooisellaag. Deze soort staat bekend om het relatief grote springvermogen. De springkikker is niet zo aan water gebonden als sommige andere soorten en leeft buiten de paartijd voornamelijk op het land. Daar is hij echter kwetsbaarder, met name als het water wat verder weg is. Opmerkelijk is dat de mannetjes op de bodem van een poel overwinteren, vrouwtjes juist op het land in een schuilplaats. Deze soort is buiten de voortplantingsperiode maar moeilijk waar te nemen, het zijn snelle ,schuwe dieren die snel zich uit de voeten maken voor zichtherkenning mogelijk is . Wel zou het mogelijk moeten zijn om larven in de zomer en of juveniele pas gemetamorfoseerde exemplaren te vinden . Met enige oefening zijn deze goed te onderscheiden van de Bruine kikker en Heikikker . Het voedsel bestaat voornamelijk uit wormen en insecten, ook wel andere kleine ongewervelden worden gegeten. Het staat in de loop van verwachting bij natuurvorsers (Nederlandse soortendatabase), dat binnen afzienbare tijd de soort inheems zal worden in Zuid-Limburg waar de soort tot zeer dicht genaderd is bij Bocholt .
Externe link
Bronvermelding
Referenties
- ↑ (en) Springkikker op de IUCN Red List of Threatened Species.
- ↑ '. ISBN ISBN 90-5210-419-0.Kan Sjabloon:Citeer boek niet gebruiken, vanwege ontbrekende parameter titel.
- ↑ American Museum of Natural History, Rana dalmatina.
- ↑ Amphibia Web, Rana dalmatina.
- ↑ Ravon tijdschrift 37, Originele bron, Uchelen, E. van, Amfibieën en reptielen in Drenthe, Uitgeverij Profiel, Bedum, ISBN 978 90 5294 484 5
Bronnen
- (en) - American Museum of Natural History - Amphibian Species of the World 5.5, an Online Reference - Rana dalmatina - Website Geconsulteerd 16 april 2013
- (en) Amphibia Web - Rana dalmatina - Website
- (nl) Nöllert, A & Nöllert, C - Die Amphibien Europas (1992) - Pagina 325-330 - Uitgever Franckh-Kosmos Verlags-GmbH & Company - Stuttgart - ISBN 90-5210-419-0