Carnaval
Carnaval is het feest dat gevierd wordt in de dagen voorafgaand aan de huidige Aswoensdag, waarmee de vastentijd van 40 dagen aanvangt tot aan Pasen. Het verband tussen carnaval en vasten is thans zeer klein.
Oorsprong
Van oudsher was het een eetfestijn, omdat het de laatste mogelijkheid was zich te buiten te gaan voor de 40 dagen vasten, waarin men zich beperkte tot het minimaal noodzakelijke. Op vette dinsdag (voor de vasten) werd al het vet wat er in huis was opgemaakt omdat het anders zou bederven. De vasten is ter herdenking van de 40 dagen die Jezus volgens het Nieuwe Testament in de woestijn vastte en tevens ook tot bezinning op de christelijke kernwaarden.
Waarschijnlijk bestond het feest al langer dan de christelijke traditie, en heeft de kerk het gemakkelijker gevonden het heidense Carnaval in een katholieke traditie om te zetten dan het uit te bannen. Dit was overigens ook met andere voorchristelijke feesten gebeurd zoals Kerstmis dat oorspronkelijk een 'heidens' midwinterfeest was.
In die betekenis wordt de term afgeleid van het Latijn: carne vale (= vaarwel aan het vlees). Een andere mogelijke verklaring voor de term is het eveneens Latijnse carrus navalis: scheepswagen, hetgeen zou verwijzen naar rondtrekkende groepen in een als een schip ogende wagen of kar, het zogenaamde narrenschip, maar ook kan slaan op het schip waarmee de god van de zee der Kelten/Germanen uit het noorden kwam om deel te nemen aan de winterfeesten.
De Romeinen vierden het feest van de saturnaliën dat veel kenmerken van het hedendaagse Carnaval had zoals drink en eetgelagen, een soort prins Carnaval, vermommingen en optochten door de straten.
Het 'heidense' Carnaval werd in heel Europa gevierd. Bijvoorbeeld in Rusland is dit feest bekend onder de naam maslenitsa (vrij vertaald: boterfeest). Antropologisch gezien is het carnaval een omkeringsritueel, waarin maatschappelijke rollen worden omgedraaid en normen over gewenst gedrag worden opgeschort.
Carnaval wordt ook vastenavond genoemd, al is dit eigenlijk de dinsdagavond van carnaval.
Carnaval in Nederland
Officieel duurt carnaval van zondag tot en met dinsdag. In de huidige praktijk lijkt het dat Carnaval soms al eerder begint, soms zelfs al op donderdag. Soms lijkt ook Aswoensdag nog een Carnavalsdag te zijn. Er is echter ook sprake van een carnavalsseizoen, dat op 11 november (de elfde van de elfde) om 11:11 uur begint. In Nederland wordt deze start van het seizoen in iedere Carnavalvierende stad of dorp met een zekere ceremonie gevierd. In Maastricht vindt op die dag een grote manifestatie plaats die in 2006 zo'n 30.000 bezoekers trok. Het getal 11 is van oudsher het getal van de dwazen en narren en duikt veel op in het Rijnlandse en Limburgse carnaval.
Ook al wordt de vastenperiode lang niet meer zo streng gevierd als vroeger, het Carnavalsfeest blijft het feest waarbij mensen zich vermommen door vreemde kledij aan te trekken, en zo onherkenbaar een alibi hebben om zich in allerlei vormen te buiten te gaan. In de Middeleeuwen vielen daarbij nogal eens doden en gewonden, maar tegenwoordig is het masker bedoeld om iemand anders een spiegel voor te houden dan wel (met verdraaide stem) iemand stevig en ongezouten de waarheid te zeggen.
Ten zuiden van de grote rivieren
Het katholieke Carnavalsfeest wordt in Nederland vooral ten zuiden van de grote rivieren (Maas, Waal en Rijn) gevierd. In Noord-Brabant, Limburg en Zeeuws-Vlaanderen viert men het Rijnlandse Carnaval, hoewel in 's-Hertogenbosch, Steenbergen, Breda, Tilburg, Oosterhout , Soerendonk, Roosendaal, Prinsenbeek en Bergen op Zoom het Bourgondisch Carnaval wordt gevierd.
De oudste dorpscarnavalsvereniging van Zuid Limburg is gevestigd te Beek en noemt zichzelf "De Baeker Pottentoate". Deze vereniging bestaat sinds 1886. Ook buiten Limburg en Brabant bestaat de traditie van Carnavalsmuziek in dialect, bijvoorbeeld in Nijmegen (Knotsenburg), Groesbeek (Keulen van Gelderland), Huissen en Angeren (Keujesgat).
Maastricht
Één van de grootste carnavalsvieringen in Nederlands Limburg vindt plaats in Maastricht. Daar werd in 1839 de sociëteit Momus opgericht. Deze sociëteit heeft het spontane volksfeest een iets meer georganiseerd karakter gegeven door naar Rijnlands voorbeeld zittingen en optochten te houden. Momus ging in 1939 ter ziele, maar na de de Tweede Wereldoorlog werd deze rol overgenomen door de Carnavalsvereniging 'De Tempeleers'. In de Maastrichtse Carnaval wordt veel aandacht besteed aan de kostuums ('pekskes') en aan het schminken van het gezicht. Een groot deel van het feest speelt zich daar ook in de buitenlucht af; het zogenaamde Straatcarnaval ('straotkarneval').
Ten noorden van de grote rivieren
Ook in sommige plaatsen boven de grote rivieren wordt carnaval gevierd. Vooral in de katholieke delen van Twente en Salland, zoals in Oldenzaal, Albergen, Raalte en Zwolle, en in de katholieke enclaves in de overwegend hervormde Achterhoek, zoals 's-Heerenberg en Groenlo wordt carnaval groot gevierd. Andere bekende carnavalsplaatsen boven de rivieren zijn bijvoorbeeld IJsselstein, Montfoort, Oudewater, Gorinchem.(bliekenstad) Hoogland, Zwaag, Ter Apel en Kloosterburen. Een specifiek Oldenzaalse gebeurtenis naast de Grote Twentse Carnavalsoptocht is het zogenaamde Bokverbranden op dinsdag, waarmee de carnavalsfestiviteiten worden afgesloten. Maar ook in de Randstad wordt tegenwoordig enthousiast Carnaval gevierd en dan vooral in de Bollenstreek. Dat werd in de jaren '60 en' 70 geïntroduceerd door voornamelijk Limburgse en Brabantse paters die werkten in Noordwijkerhout bij de "Sancta" (een tehuis voor geestelijk en lichamelijk gehandicapten) en in Voorhout bij de BNS (een katholieke middelbare school waar zij lesgaven). Het is dan ook niet verwonderlijk dat er in Noordwijkerhout en Voorhout sinds die tijd zeer uitbundig Carnaval wordt gevierd. Voorhout verandert dan in "Bokkendorp" en Noordwijkerhout in "Kokkerhout". Ook in de omliggende dorpen zoals in Noordwijk, Warmond, Lisse, de Zilk en Sassenheim wordt Carnaval gevierd.
Tradities en gebruiken
11 november
Op 11 november wordt het begin van het carnavalsseizoen gevierd met een gezellig evenement.
In Limburg worden om 11 uur 11 worden de eerste vergaderingen van de Raden van Elf gehouden, ter voorbereiding op de komende carnaval. In Brabant, waar Raden van Elf een zeldzaamheid zijn, worden op 11 November de nieuwe carnavalsmotto's bekend gemaakt.
Carnavalsverenigingen
Veel steden en dorpen beschikken over meerdere carnavalsverenigingen. In Venlo is de oudste nog bestaande Carnavalsvereniging van Nederland, de Jocus, die in 1842 werd opgericht. Jocus viert in het carnavalsseizoen 2007/2008 haar 165 jarig bestaan (15 x 11 jaar).
Vaak worden steden en dorpen tijdens carnaval overgedragen aan het gezag van Prins Carnaval, bijgestaan door de Raad van Elf. In Oeteldonk ('s-Hertogenbosch) heet Prins Carnaval bijvoorbeeld Prins Amadeiro.
In Venlo wordt al jaren op zaterdag (officieel 1 dag voor de carnaval) de carnaval ingeluid met een heuse buitenzitting, de zogenaamde Boétegewoéne Boétezitting. Op deze dag trekken mensen uit de wijde omgeving naar Venlo om in de gehele binnenstad Carnaval te vieren. In Venlo wordt sinds enkele jaren een Groot Venloosche Nar uitgeroepen. Deze "Carnavaleske hoogheid" wordt jaarlijks uitgeroepen door De 3-kes (Limburgs: Dreej-kus) op hun De 3-kes Narrebal. De Nar legt bezoeken af in de hele gemeente Venlo en trekt mee in één van de optochten die de gemeente rijk is. Het initiatief wordt breed gedragen en de doelgroep zijn jonge volwassenen, 20-35 jaar.
Ook allerlei organisaties hebben carnavalsverenigingen. Zo heeft de lucht macht een vereniging die de De Peelknijnen heet.
Prins en gevolg
Een herkenbaar fenomeen tijdens het carnaval is de aanwezigheid van de prins en zijn gevolg. De opmaak van dit gevolg verschilt per regio, de Prins en nar zijn echter vrijwel universeel inbegrepen.
Een groot verschil tussen Limburgse en Brabantse prinsen is dat in Brabant er altijd één prins per stad/dorp is. In Limburg echter hoort een prins bij de carnavalsvereniging, waarvan er (in tegenstelling tot Brabant) vaak meerdere per stad van zijn. Zo kan het dus zijn dat er meerdere prinsen per stad zijn.
In Noord-Brabant heeft de prins vaak uitsluitend 'de macht' over zijn eigen stad of dorp. Enkele uitzonderingen (de Prins van Strienestad bijvoorbeeld heeft naast Steenbergen ook 3 dorpen onder zijn hoede) daar gelaten. Op deze manier heeft bijvoorbeeld Prins Amadeiro enkel de macht over 's-Hertogenbosch en niet het aangrenzende stadsdeel/dorp Empel.
Carnavalsoptochten
Er worden in veel plaatsen grote carnavalsoptochten gehouden met praalwagens, georganiseerd en gemaakt door de Carnavalsverenigingen, soms met een bepaald thema. In grotere plaatsen vindt er een wedstrijd plaats wie de mooiste carnavalswagen maakt. De mooiste wagens worden soms ontworpen door professionele beeldhouwers en er wordt door teams van vrijwilligers gedurende lange tijd aan gewerkt. In Limburg behoort een van de laatste wagens meestal tot de Raad van Elf, deze wordt gevolgd door de Prinsenwagen, waarop vaak ook dansmariekes te bewonderen zijn. Echter dit verschilt per stad. Er zijn ook verlichte carnavals optochten te zien. Deze worden 's avonds in het donker gehouden.
Carnavalsmuziek
De meeste grotere steden hebben tijdens ieder carnaval ieder jaar een eigen lied. Vrijwel altijd in het plaatselijke dialect geschreven, en vaak met veel lokale verwijzingen.
Bij bourgondische carnavals is het gebruikelijk dat dweilorkesten tijdens het feest voor het grootste deel van de muziek (in de cafees/zalen) zorgen. In Limburg zijn de kapellen meer beperkt tot de optochten.
Een Carnavalskraker is een lied speciaal voor de carnavalperiode gemaakt of wat tijdens Carnaval zeer populair wordt. Deze liederen zijn vaak meer algemeen, en niet plaatsgebonden.
Betogen in dialect
Een ander carnavalsfenomeen is de tonpraoter (Brababt) of buutteredner (Limburg) waarbij deze een cabaretesk betoog in dialect houdt, waarin allerlei actuele zaken de revue passeren. Vaak worden daarbij lokale situaties en bekendheden uit de lokale politiek op de korrel genomen.
Dialectdictees
In de grotere (vaak Brabantse) carnavalvierende steden worden vaak zogenaamde dictees georganiseerd. De tekst, vrijwel altijd betrekking op de geschiedenis van de stad en/of lokale politiek. Het doel hierbij is om het dialect zo mooi en duidelijk mogelijk op te schrijven.
Carnavalsfeesten
Er zijn carnavalsfeesten in de plaatselijke horeca-gelegenheden zoals cafés, kroegen en verenigingsgebouwen, waar het bier dan rijkelijk vloeit en waar de polonaise wordt gedanst en wordt 'gehost' op speciale carnavalsmuziek.
Er worden, soms voor speciale doelgroepen zoals jongeren, dertigplussers of ouderen, verschillende carnavalsfeesten georganiseerd. Een speciale vorm daarvan is het 'carnavalsbal' waarbij het publiek aan lange tafels plaatsneemt en kan genieten van speciale optredens, zoals die van buutteredners, die op een podium vooraan in de zaal plaatsvinden.
'Oude Wijven'
In sommige plaatsen (vooral in Limburg) worden in de week vóór carnaval zo genaamde Oude Wijvenavonden gehouden. Tijdens 'Oude Wijven' zijn de kroegen en de straten bevolkt door verklede vrouwen. Mannen die zich op straat en in de cafés naar binnen wagen lopen gevaar vernederd en weggejaagd te worden. In het Rijnland vindt Altweiber plaats op de donderdag voor Carnaval. Tot de ingeburgerde traditie op deze dag behoort het afknippen van de stropdassen (soms ook de schoenveters) die de mannen dragen. Een bekende viering van aw wieverbal vind plaats in Grunstroat (Landgraaf), Valkenburg aan de Geul en Simpelveld. In de Grunstroat worden de oude wijven Koetsche Grüskes genoemd. Vraag het aan de Koetsche Grüskes van de Groenstraat en je bent verzekerd van een enthousiast verhaal dat bol staat van anekdotes uit goeie oude tijden. Over onze overgrootmoeders die aan de voet stonden van de emancipatie, en in die tijd op ludieke wijze een plek in de mannenmaatschappij wisten te veroveren. Het begint allemaal met het verhaal van d’r “hoarsjnit”. Volgens oud gebruik gingen de Koetsche Grüskes de donderdag voor vastenavond op zoek naar hun mannen. Deze mannen verhandelden de haren die zij in diverse landen, van met name plattelandsvrouwen, hadden geknipt. Als de handel gedreven was en de verdiensten binnen waren werd er gefeest. Zo is het traditioneel Auw Wiever bal ontstaan. De traditie van de Koetsche Grüskes en hun tocht op Vet-donnesjtig is als het ware een ode aan onze overgrootmoeders, met een carnavaleske knipoog.
Plaatsnamen in de Carnavalstijd
De meeste Brabantse steden en dorpen hebben tijdens de carnavalstijd een alternatieve naam. Ook elders (Limburg, Twente, Rijnland) worden veel steden en dorpen "omgedoopt" tijdens de Carnavalsdagen.
Enkele voorbeelden zijn:
- Oeteldonk: 's-Hertogenbosch
- Kielegat: Breda
- Krabbegat: Bergen op Zoom
- Kruikenstad: Tilburg
- Lampegat: Eindhoven
- Zandhazendurp: Rosmalen
- Strienestad: Steenbergen
- Keiengat: Waalre
Carnaval in België
In Vlaanderen wordt carnaval bijna overal gevierd. Carnaval wordt gevierd van zondag tot woensdag en in sommige steden vindt op woensdag zelfs een 'popverbranding' plaats. Er lopen soms wel 70 groepen door de straten op carnaval. Tijdens carnaval krijgt Prins Carnaval de macht over de stad zegt de traditie. Als een prins 3 maal verkozen wordt, wordt hij in sommige steden keizer. Onder meer in Aalst is er een keizer. Deze zit dan soms ook in de Raad van Elf.
De oudste carnavalsstoet van België (sinds 1892) is die van Herenthout in de provincie Antwerpen. De Herenthoutse Carnavalsstoet is gegroeid vanuit het theater en is zich verder blijven profileren als een dynamische stoet van straattoneel en dansen. Dit in tegenstelling tot de eerder passieve voorbijtrekkende optochten met het accent op rijkelijk uitgedoste deelnemers en praalwagens. In 1978 bevestigde minister Rika De Backer van Nederlandse cultuur dat Herenthout de oudste georganiseerde Vastenavondstoet van België heeft tot het tegendeel bewezen wordt. Op zondag 9 maart 1851 trok de eerste carnavalsstoet door de straten van Aalst. Dit wordt echter niet erkend omdat dit geen georganiseerde stoet was. Een georganiseerde stoet was er pas in 1923 te Aalst. In Vlaanderen is Aalst de carnavalstad bij uitstek. Er lopen meer dan 70 groepen mee. In Wallonië is Binche de Carnavalsstad, met zijn historische Gilles en, evenals Aalst, een Carnavalmuseum. Ook Malmedy is bekend voor de Blancs-Moussis.
In Nederlandstalig België viert Limburg het Rijnlandse Carnaval, zoals in Duitsland, maar het grensgebied van Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant kent een meer anarchistisch straatcarnaval met als grote voorbeeld Aalst. Aan de Aalsterse zondagsstoet nemen meer dan 70 plaatselijke groepen deel, met elk jaar een ander lokaal, nationaal of internationaal thema dat ze hekelen met prachtige praalwagens. Losse groepen haken in op de allerlaatste actualiteit. De dinsdag is er een Voil-Jeanettenstoet: in vrouwenkleren gestoken mannen met kinderkoets, kapotte paraplu en haring in een vogelkooi zijn dan meester van de straat. Elk jaar verschijnen verscheidene CD's met liedjes in het Oilsjters (Aalsters) dialect. Ook in Ninove en Halle wordt Carnaval uitbundig gevierd. In Ninove is het Carnaval exact 1 week na Aalst, hier nemen jaarlijks ongeveer 40 plaatselijke groepen deel, en tijdens de vierdaagse van de Carnaval staat er ook een kermis. De Carnaval loopt door het kermisgebied. Zowel in Aalst als in Ninove is Carnaval een groot spektakel.
In Limburg worden stoeten georganiseerd van zaterdag voor carnaval tot iets voor Pasen.
Carnaval in andere landen
In Frankrijk is het carnaval van Nice bekend.
Ook in Zuid-Amerika wordt het carnaval uitbundig gevierd, waarbij vooral het Carnaval in Rio de Janeiro the place to be is, want daar vindt de wereldberoemde carnavalsparade plaats.
Op Sint Maarten wordt Carnaval om commerciële redenen gevierd in de week van 30 april, Koninginnedag. (Nabij gelegen eilanden vieren wel carnaval voorafgaand aan de vastentijd.
In New Orleans (Louisiana, VS) heet carnaval Mardi Gras, Frans voor vette dinsdag. Het is een verkleedfeest (paars, groen en goud) en een paradefeest.
Het Carnaval van Venetië werd heropgericht in de jaren 80 en is ingetogener dan het Carnaval in de Lage Landen. Men verkleedt zich veelal in historische stijl. De kostuums zijn vaak zeer luxueus. De maskers kunnen kunstwerken op zich zijn, hoewel ze ook 'aan de lopende band' in fabrieken gemaakt worden.
Carnaval in Duitsland
In verschillende delen van in Duitsland, zoals het bijvoorbeeld het Rijnland wordt carnaval gevierd. Ook daar vindt men de typische verschijnselen zoals buutreders, zittingen, optochten, verklede mensen en bier. De optochten vinden meestal op Rosenmontag plaats. Carnaval is relatiebevorderend. Het is eenvoudiger om contacten te leggen met anderen, daarvoor hoeft iemand niet dronken of aangeschoten te zijn, zoals soms verondersteld wordt. Bekende carnavalssteden zijn Mainz, Keulen, Aken, Düsseldorf, Duisburg, Krefeld; kortom in de hele regio Nederrijn wordt het Carnavalsfeest gevierd. Münster heeft op Rosenmontag een grote optocht, waaraan ook wagens en groepen uit Twente deelnemen die op de zondag ervoor aan de optocht in Oldenzaal deelgenomen hebben. In Zuid-Duitsland (denk aan: München), waar het feest ook uitbundig gevierd wordt, bestaat een aantal specifieke carnavalstradities.
Zomercarnaval
Onder andere Rotterdam heeft in de zomer een carnavalsoptocht, Zomercarnaval. Deze vaak op Caraïbische leest geschoeide optochten vinden in de zomer plaats. In Limburg is er enige ophef ontstaan nadat een Carnavalsvereniging had besloten ook een Zomercarnaval te organiseren. De overkoepelende Carnavalsorganisatie daar royeerde toen die vereniging, omdat het niks met elkaar te maken zou hebben.
Echter, Zomercarnaval, wat voornamelijk in de Zuid-Amerikaanse landen wordt gevierd, en het Carnaval van onder de grote rivieren hebben dezelfde wortels, die liggen in het katholieke geloof. De kolonisten uit Spanje en Portugal, vaak strenge katholieken, vierden ook vormen van Carnaval voordat de vastenperiode begon, deze vormen zijn echter zeer verschillend van de manier van Carnaval vieren die wij kennen.
De datum van carnaval
De carnavalsdatum vindt zijn huidige oorsprong in de kerkelijke kalender, die gerekend wordt vanuit Eerste Paasdag. Pasen is bepalend voor de datum van de eerste carnavalsdag. Paaszondag is, volgens het Concilie van Nicaea (325 na Christus), de eerste zondag na de eerste volle maan na het begin van de lente (21 maart), deze dag kan berekend worden aan de hand van het zogenaamde Oudin-algoritme. Ga dan zeven weken terug voor de eerste Carnavalsdag (of 49 dagen voor Eerste Paasdag). Carnaval begint officieel op zondag. De zaterdag is er in de loop der jaren als extra feestdag "bijgesmokkeld". Pasen kan op zijn vroegst op 22 maart zijn en op zijn laatst op 25 april. Dit houdt in dat het vroegst mogelijke carnaval op 1 februari is. De laatst mogelijke datum is 7 maart.
De data voor de komende jaren zullen zijn:
- 3 februari 2008 t/m 5 februari 2008
- 22-2-2009 t/m 24-2-2009
- 14-2-2010 t/m 16-2-2010
- 6-3-2011 t/m 8-3-2011
- 19-2-2012 t/m 21-2-2012
- 10-2-2013 t/m 12-2-2013
- 2-3-2014 t/m 4-3-2014
- 15-2-2015 t/m 17-2-2015
- 7-2-2016 t/m 9-2-2016
- 26-2-2017 t/m 28-2-2017
- 11-2-2018 t/m 13-2-2018
- 3-3-2019 t/m 5-3-2019
- 23-2-2020 t/m 25-2-2020
- 14-2-2021 t/m 16-2-2021
- 29-2-2022 t/m 1-3-2022
- 19-2-2023 t/m 21-2-2023
- 11-2-2024 t/m 13-2-2024
- 2-3-2025 t/m 4-3-2025
- 15-2-2026 t/m 17-2-2026
- 7-2-2027 t/m 9-2-2027
- 27-2-2028 t/m 29-2-2028
- 11-2-2029 t/m 13-2-2029
- 3-3-2030 t/m 5-3-2030
- 23-2-2031 t/m 25-2-2031
- 8-2-2032 t/m 10-2-2032
- 29-2-2033 t/m 1-3-2033
- 19-2-2034 t/m 21-2-2034
- 4-2-2035 t/m 6-2-2035
- 24-2-2036 t/m 26-2-2036
- 15-2-2037 t/m 17-2-2037
- 7-3-2038 t/m 9-3-2038
- 20-2-2039 t/m 22-2-2039
- 12-2-2040 t/m 14-2-2040
- 3-3-2041 t/m 5-3-2041
- 16-2-2042 t/m 18-2-2042
- 8-2-2043 t/m 10-2-2043
- 30-2-2044 t/m 1-3-2044
- 19-2-2045 t/m 21-2-2045
- 4-2-2046 t/m 6-2-2046
- 24-2-2047 t/m 26-2-2047
- 16-2-2048 t/m 18-2-2048
- 7-3-2049 t/m 9-3-2049
- 20-2-2050 t/m 22-2-2050
- 12-2-2051 t/m 14-2-2051
- 3-3-2052 t/m 5-3-2052
- 16-2-2053 t/m 18-2-2053
- 8-2-2054 t/m 10-2-2054
- 13-2-2056 t/m 15-2-2056
- 4-3-2057 t/m 6-3-2057
- 24-2-2058 t/m 26-2-2058
- 9-2-2059 t/m 11-2-2059
- 29-2-2060 t/m 2-3-2060
- 20-2-2061 t/m 22-2-2061
- 5-2-2062 t/m 7-2-2062
- 25-2-2063 t/m 27-2-2063
- 17-2-2064 t/m 19-2-2064
- 8-2-2065 t/m 10-2-2065
- 21-2-2066 t/m 23-2-2066
- 13-2-2067 t/m 15-2-2067
- 4-3-2068 t/m 6-3-2068
- 24-2-2069 t/m 26-2-2069
- 9-2-2070 t/m 11-2-2070
- 1-3-2071 t/m 3-3-2071
- 21-2-2072 t/m 23-2-2072
- 5-2-2073 t/m 7-2-2073
- 25-2-2074 t/m 27-2-2074
- 17-2-2075 t/m 19-2-2075
- 8-3-2076 t/m 10-3-2076
- 21-2-2077 t/m 23-2-2077
- 13-2-2078 t/m 15-2-2078
- 5-3-2079 t/m 7-3-2079
- 18-2-2080 t/m 20-2-2080
- 9-2-2081 t/m 11-2-2081
- 1-3-2082 t/m 3-3-2082
- 14-2-2083 t/m 16-2-2083
- 6-2-2084 t/m 8-2-2084
- 25-2-2085 t/m 27-2-2085
- 10-2-2086 t/m 12-2-2086
- 2-3-2087 t/m 4-3-2087
- 22-2-2088 t/m 24-2-2088
- 13-2-2089 t/m 15-2-2089
- 26-2-2090 t/m 28-2-2090
- 18-2-2091 t/m 20-2-2091
- 10-2-2092 t/m 12-2-2092
- 22-2-2093 t/m 24-2-2093
- 14-2-2094 t/m 16-2-2094
- 6-3-2095 t/m 8-3-2095
- 26-2-2096 t/m 28-2-2096
- 10-2-2097 t/m 12-2-2097
- 2-3-2098 t/m 4-3-2098
- 22-2-2099 t/m 24-2-2099
- 7-2-2100 t/m 9-2-2100
Sjabloon:Bourgondisch Carnaval Sjabloon:Rijnlands Carnaval