Naar inhoud springen

Vruchtgebruik

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door RibotBOT (overleg | bijdragen) op 28 mei 2009 om 15:02. (robot Erbij: zh:用益物权)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Het recht van vruchtgebruik is het recht om gebruik te maken van goederen die aan een ander toebehoren en daarvan de vruchten te genieten. Het recht bestond al in het klassieke Romeinse recht, en had de bedoeling om enerzijds goederen in de familie te houden maar anderzijds derden gedurende een periode de vruchten ervan te laten genieten. Ook tegenwoordig heeft het vruchtgebruik vooral betekenis voor het erfrecht.

Het recht van vruchtgebruik is een zakelijk recht, dat wil zeggen een recht dat kan worden gevestigd op een goed (zaak of vermogensrecht). Over het algemeen wordt een dergelijk recht gevestigd op een onroerende zaak (in Nederland) of een onroerend goed (in België). Degene die het recht van vruchtgebruik heeft wordt vruchtgebruiker genoemd. Degene die eigenaar is van een zaak die belast is met het recht van vruchtgebruik wordt blote eigenaar genoemd.

In Nederland wordt een vruchtgebruik op een onroerende zaak (of ander registergoed) gevestigd door de inschrijving van een notariële akte in de openbare registers.

Een speciaal recht van vruchtgebruik is het zakelijk recht van bewoning, dat specifiek geldt voor een woning. Degene die het recht van bewoning heeft mag een onroerende zaak met zijn gezin bewonen.

België

Vruchtgebruik kan ook gevestigd worden op een roerende zaak en zelfs op zaken die tenietgaan door het gebruik. Dat vruchtgebruik heet dan oneigenlijk of quasi-vruchtgebruik (België).

Belastingstelsel

In Nederland is het de vruchtgebruiker die belastingplichtig is voor de onroerende-zaakbelasting voor het eigendom en voor de waterschapsbelastingen die van de eigenaar worden geheven. Ook in België is de onroerende voorheffing verschuldigd door de vruchtgebruiker.