C-peptide
Achtergrond
C-peptide is een polypeptide en wordt in de pancreas gevormd uit pro-insuline. Glucagon zorgt er voor dat insuline wordt gesecreteerd en gelijktijdig vindt er C-peptide afsplitsing en secretie plaats in de circulatie. C-peptide is een maat voor de endogene insuline productie. C-peptide wordt door de nier geklaard en heeft een langere halfwaardetijd ten opzichte van insuline. Bij patiënten met diabetes type 1 zijn de basale C-peptide concentraties zeer laag.
Toepassing
Bij de volgende indicaties kan C-peptide bepaald worden:
- Bepalen restfunctie van de bèta cellen in de pancreas.
- Diagnostiek hypoglykemie
Bepaling
C-peptide kan met behulp van verschillende typen immonoassays bepaald worden. Het insuline uit het monster zal binden aan specifieke antistoffen en deze antistoffen bevatten dan vaak een bepaalde marker. De C-peptide bepaling kan verstoord worden door pro-insuline.
Opmerkingen
Verhoogde C-peptide concentraties worden gemeten bij patiënten met nierinsufficiëntie. C-peptide stijgt postprandiaal. Door de langere halfwaardetijd is de meting van C-peptide beter geschikt voor het bepalen van de restfunctie van de bèta cellen in de pancreas. Er wordt ook vaker een glucagonstimulatietest uitgevoerd.