Cycladische architectuur
De Cycladische architectuur ontwikkelde zich pas laat door het droge klimaat en de schaarse begroeiing van de Cycladen die met de vroegste technieken nog niet konden worden overkomen. Pas in het Laat-Neolithicum (5300-4500 v. Chr.) ontstonden de eerste permanente nederzettingen op de Cycladen.
Neolithische culturen
Zoals gezegd beginnen de Neolithische culturen pas in het Laat-Neolithicum op de Cycladen.
Saliagoscultuur
De Saliagoscultuur ontstond in het Laat-Neolithicum op het Melische schiereiland Saliagos, met verschillende sites aantrof, die ondermeer als nederzeting, uitkijkpost voor voorbijzwemmende tonijnen, jachtkampen en dergelijke meer dienden. Ook Antiparos en Vouni op het eiland Antiparos, Grotta op Naxos en andere Melische nederzettingen. Het schiereiland Saliagos, dat op een landengte tussen Paros en Antiparos lag, kende nederzettingen omringd met een muur, waarbinnen rechthoekige huizen op stenen funderingen stonden. De ontwikkeling van sites op Melos is niet zo verwonderlijk, daar het Melische obsidiaan rond deze periode in heel het Egeische gebied verspreid zal worden.
Kephalacultuur
In de Kephalacultuur (Final Neolithic) werden nog steeds grotten bewoond (voornamelijk voor handel) zoals de Zasgrot op Naxos. Daarnaast waren ook rechthoekige huizen met één of meerdere kamers. Vermoedelijk vormde deze cultuur de voorloper van de Grotta-Pelos cultuur.
Bronstijdculturen
In één van deze periodes kent de Cycladische beschaving een bloeiperiode.
Vroeg-Cycladische architectuur
De Vroeg-Cycladisch I architectuur kan ingedeeld worden in twee grote architecturale periodes: de architectuur van de Lakkoudes- (VC Ia), Pelos- (VC Ib) en Plastiriscultuur (VC Ic) en die van de Grotta-Kamposcultuur (VC Id of VC IIa (Ch. Doumas)). We moeten hierbij opmerken dat de zuidelijke Cycladen in deze periode dichter bevolkt waren dan de noordelijke.
Lakkoudes-Peloscultuur
Van de Lakkoudes- tot en met de Plastiriscultuur bouwt men éénkamerhuizen met plat dak (cf. hedendaagse Cycladische architectuur) op een rolkeien (op Melos) of schiststukken (op Keos) sokkel. Ze waren opgetrokken uit vergankelijk materiaal zoals hout, takken, riet of leem. Dit zou veranderen onder de Grotta-Kamposcultuur.
Grotta-Kamposcultuur
In de Grotta-Kamposcultuur worden rechthoekige tweekamerhuizen gebouwd uit kleine of middelgrote stenen, die ter nivelering in een kleibed geplaatst werden. De huizen werden op een hogere fundering geplaats dan in de voorgaande culturen.
De Vroeg-Cycladisch II architectuur begint met de bloeiperiode van de Keros-Syroscultuur (VC IIa), maar wordt opgevolgd door de Kastricultuur (VC IIb), dewelke een achteruitgang betekende..
Keros-Syroscultuur
In de Keros-Syroscultuur werden de huizen met verdiepingen uit goed geplaatste schistplaten opgetrokken. De woningen in het versterkte Ayia Irini op Keos, die volgens eenzelfde as waren aangelegd, hadden hierbij stenen deurposten en dorpels. Ook Markiani op Amorgos werd versterkt met een bastion. De huizen van het onversterkt gebleven Sharkos op Ios, die in verschillende huizenblokken verbonden door straten en pleinen waren ingedeeld, hadden tot drie meter hoge bovendiepingen.
Kastricultuur
Er ontstaan tijdelijke nederzettingen in Kastri op Syros, de Kynthosberg op Delos, Panoromos op Naxos en Christiana bij Thera. Enkel Ayia Irini op Keos wordt later nog bewoond
De kleine tijdelijke sites worden gekenmerkt door absidiale huizen in een chaotische schikking. De sites werden beschermd, met onder andere halfronde bastions in Kastri.
De Vroeg-Cycladisch II architectuur is de van de Phylakopi I-cultuur. Ze wordt gekenmerkt dooreen afname van nederzettingen.
Phylakopi I-cultuur
De architectuur van de Phylakopi I-cultuur werden gekenmerkt door kleine rechthoekige huizen die onregelmatig geschikt waren. Er zijn nu nog maar één à twee grote nederzettingen per eiland (o.a. Ayia Irini).
Midden-Cycladische architectuur
De Midden-Cycladische architectuur valt in een periode van bloei en plotse ommekeer.
Midden Cycladisch I-architectuur
De Midden Cycladisch I-architectuur wordt gekenmerkt door goed gebouwde huizen met twee tot vier kamers. Er was een beperkt gebruik van grote ruwe stenen bij de bouw. In de Second City van Phylakopi vinden we huizenblokken langs de in de windrichtingen georienteerde trappenstraten. In Ayia Irini verrijst een primitieve tempel.
Midden-Cycladische II-architectuur
Terwijl Phylakopi ron 1500 v. Chr. volledig verwoest wordt door een aardbeving of een Minoïsche inval, ken Ayia Irini een grondige architecturale herschikking. Er wordt een volledig nieuwe versterking uit goed bewerkte grote natuurstenen opgetrokken rond deze laatste nederzetting.
Laat-Cycladische architectuur
De Laat-Cycladische architectuur zal gekenmerkt worden door monumentale gebouwen.
Laat-Cycladisch I-architectuur
De Laat-Cycladisch I-architectuur wordt gekenmerkt door onregelmatige (getande) muren voor de gewone woningen en veel vakwerk met kleinere stenen in leem of Ashlar Masonry (natuurstenen) voor de belangrijke gemonumentalisteerde gebouwen of woningen. In Phylakopi krijgt men blokvorming van tegen elkaar aangeplakte huizen met het groot huis in het midden ervan. In Akroteri echter heeft men een onregelmatige inplanting met (soms ver) uit elkaar liggende huizenblokken en zelfs geïsoleerd staande grotere woningen. Men kent nu huizen van minstens twee verdiepingen met kelder, waarvan het gelijkvloers dient als magazijn en atelier, terwijl zich boven de private woning bevindt. Deze huizen hebben (grote) venster - ook tussen twee kamers in - voor verlichting. Men kent nu ook (miniatuur)fresco's met ondermeer krijgscénes, lustrale bassins en pijlercryptes.
In Ayia Irini komt nu een lostaande langwerpige tempel met banken tegen de wanden, die meermaals herbouwd werd. In het Huis A te Ayia Irini vindt men wat men vermoedt een huisschrijn te zijn. Op alle Cycladische eilanden vinden we nu huisheiligdommen.
Laat-Cycladisch II-architectuur
De Laat-Cycladisch II-architectuur is niet zo goed geattesteerd, daar Ayia Irini ron 1400 v. Chr. door een aardschok verwoest werd en Phylakopi deels door vuur - mogelijk door een gewelddadige Mykeense verovering - verwoest wordt.
Laat-Cycladisch III-architectuur
De Laat-Cycladisch III-architectuur heeft vele kenmerken van de Myceense architectuur overgenomen. We vinden nu paleizen op Phylakopi met megaron en op Delos. Er worden nu ook een elftal nieuwe nederzettingen aangetroffen op de Cycladen. De Cycladen delen voortaan in het lot van de Mykeense wereld en zullen dus ook rond 1200 v. Chr. verwoesting kennen. Hierna ging de Griekse architectuur op de eilandengroep overheersen, met als gevolg bijvoorbeeld de poort Portára te Naxos.
Hedendaagse Cycladische architectuur
De Hedendaagse Cycladische architectuur wordt gekenmerkt door wat oudere Byzantijnse kerkjes opgetrokken uit natuursteen. Daarnaast zijn ook de beroemde witte kerkjes terug te vinden op de Cycladen. De huizen echter hebben nog het meest weg van de vroegere Cycladische architectuur met hun platte dakken.
Bibliografie
- C. Doumas, Notes on Early Cycladic Architecture, in AA 87 (1972), pp. 151-170.
- S. Harrison, Domestic Architecture in Early Helladic II: Some Observations on the Form of Non-monumental Houses, in BSA 90 (1995), pp. 23-40.
- D. Konsola, Settlement Size and the Beginning of Urbanization, in P. Darcque - R. Treuil (edd.), L'habitat égéen préhistorique, Athene-Parijs, 1990, pp. 463-471.