Jicht
Jicht is een niet zeldzame maar ook niet zeer veel voorkomende oorzaak van pijnklachten in gewrichten.
oorzaak
Jicht is een gevolg van een overmaat aan uraat in het bloed. Uraat lost goed op in warm water (of bloed), maar slecht in koud. Het kristalliseert wel eens uit in de vorm van kleine scherpe kristallen, bij voorkeur in koude gewrichten, meestal (60%) het eerst in het basisgewricht van de grote teen.
verschijnselen
Dit leidt tot een vaak snel opkomende hevige ontstekingsreactie met roodheid, zwelling, veel pijn, en warmte. Patiënten worden 's nachts opeens wakker van de pijn en kunnen vaak nauwelijks lopen. Behalve in de tenen kunnen neerslagen van uraat ook op andere plaatsen ontstaan, bv. in de vingers of in de oorschelp.
epidemiologie
In Nederland leiden enkelen per duizend inwoners aan jicht.
oorzaken, diagnostiek en risicofactoren
Voor het ontstaan van kristallen is het niet strikt nodig een abnormaal hoge hoeveelheid uraat in het bloed te hebben, en omgekeerd geeft veel uraat in het bloed ook niet altijd aanleiding tot jicht. De enige bewijzende methode van diagnostiek is dan ook het aantonen van de kristallen in vocht dat uit een ontstoken gewricht wordt gepuncteerd. Bij een typisch verhaal, op de typische locatie in het metatarso-falangeale gewricht van de grote teen en een verhoogde urtaatspiegel in het bloed zullen veel zo niet de meeste artsen dit echter niet nodig vinden.
De oorzaak kan liggen in een grotere aanmaak van urinezuur (een afvalproduct van DNA-afbraak) of in een onvermogen urinezuur adequaat te verwijderen. Het eerste kan een gevolg zijn van voeding (veel vlees, vooral orgaanvlees) of ook wel van afbraak van eigen weefsel (vaker een jichtaanval na tumorbehandeling met chemotherapie). Het tweede is erfelijk en/of kan met nierfunctiestoornissen te maken hebben; jicht komt ook vaker voor bij mensen die diuretica (plastabletten) gebruiken. Alcoholgebruik leidt tot sterkere afkoeling en kan daarom ook een aanval uitlokken. Ook zoute haring is berucht.
behandeling
Er is een al heel oud middel, dat echter goed werkt: colchicine, een alkaloïde uit herfsttijloos, Colchicum autumnale. De therapeutische breedte hiervan is echter maar klein (dat betekent dat er maar een klein verschil is tussen een werkzame en een giftige dosering).
Meestal wordt daarom begonnen met een ontstekingsremmende pijnstiller uit de NSAID-groep, zoals diclofenac. Is de ontsteking eenmaal bedwongen dan kan ook worden begonnen met een preventief werkend medicijn, als de aanvallen met enige regelmaat terugkomen. Hiervoor bestaan verschillende effectieve middelen die echter bij sommige mensen vervelende bijwerkingen hebben. De duurbehandeling kan pas gestart worden als de aanval bedwongen is anders flakkert deze makkelijk weer op.