Kruisherenkerk (Maastricht)
Dit artikel is in bewerking voor de Schrijfwedstrijd.
Wil je een wijziging in dit artikel doorvoeren, dan graag eerst de beoogde wijziging melden op de overlegpagina. Voor meer informatie hierover zie hier.
Kruisherenkerk | ||||
---|---|---|---|---|
De kerk vanuit het noordwesten
| ||||
Plaats | Maastricht | |||
Gewijd aan | Heilig Kruis, Sint-Sebastiaan | |||
Coördinaten | 50° 51′ NB, 5° 41′ OL | |||
Gebouwd in | vanaf 1440 | |||
Uitbreiding(en) | tot 1509 | |||
Restauratie(s) | 1905-14; 2003-05 | |||
Sluiting | 1796 | |||
Monumentale status | rijksmonument | |||
Monumentnummer | 27253 | |||
Architectuur | ||||
Architect(en) | Petrus Toorn & Johannes van Haeren (bouwmeesters); Daniël Knuttel & Rob Brouwers/SATIJNplus (restauratiearchitecten) | |||
Bouwmateriaal | Limburgse mergel, Naamse steen, leisteen | |||
Stijlperiode | gotiek | |||
Afmeting | 42,5 x 17 x 15 m (l x b x h) | |||
Afbeeldingen | ||||
Zicht op de noorderzijbeuk
| ||||
|
De kruisherenkerk is een gotische kloosterkerk, die onderdeel is van het Kruisherenklooster in de Nederlandse stad Maastricht. Het mergelstenen gebouw dateert grotendeels uit de 15e eeuw en werd in 1966 aangewezen als rijksmonument.[1] Sinds 2005 is in het klooster een luxe hotel gevestigd, het Kruisherenhotel. De kerk fungeert als receptie, lobby, bar en restaurant van het hotel.
Geschiedenis
Het Maastrichtse Kruisherenklooster was een relatief late vestiging (1438) van de Orde van het Heilig Kruis (Latijn: Ordo Sanctae Crucis, OSC). De kruisheren waren reguliere kanunniken, wat onder meer inhield dat het koorgebed een centrale plaats innam in het leven van de kanunniken. Voor het koorgebed kwam men meerdere keren daags samen in de kerk, die voor dat doel over een extra ruim priesterkoor beschikte. De kanunniken zaten gescheiden van het gewone volk in het koorgestoelte, aan weerszijde van het priesterkoor. Omdat de bouw van de kerk enkele tientallen jaren zou duren, werd in 1438 een noodkerkje in gebruik genomen, waarvan het altaar op 25 juli werd ingezegend door wijbisschop Dionysius van het bisdom Luik.[noten 1]
In 1440 legde prior Michael van Testelt de eerste steen voor de bouw van de kloosterkerk. Bouwmeesters waren Petrus Toorn (of Toom) en Johannes van Haeren.[2] Het koor was in 1459 voltooid en werd in de jaren daarna beschilderd, maar een nieuw hoofdaltaar werd pas in 1470 gewijd door wijbisschop Libertus van Broeckem.[noten 2] In 1480 werd de dakruiter met daarin een klokkenspel geleverd door Antonius van Visé vernield door blikseminslag en vervangen door een lagere. Pas in 1501, tijdens het prioraat van Walter Beckers van Herentals, ging men verder met de bouw van het schip en de zijbeuken van de kerk. Dat project kon in 1509 worden afgerond, waarna dezelfde prior de kerk verrijkte met tal van kunstvoorwerpen. Van de zijkapellen was er een gewijd aan de aartsengel Michaël, de beschermheilige van de orde, en een andere aan Sint-Anna.[3] Enkele broederschappen hadden in de Kruisherenkerk hun eigen altaren. In 1512 werd een houten beeld van Sint-Michaël besteld bij de bekende beeldsnijder Jan van Steffeswert. In 1516 werd een triomfbalk in het kerkschip aangebracht, waarop een kruisbeeld kwam te staan, dat door de schilder Meester Jacobus was gepolychromeerd.[noten 3] Het bewaard gebleven archief van het klooster vermeldt ook de aanschaf van diverse kostbare liturgische voorwerpen. Zo schonk het echtpaar Herman en Yda Alarts omstreeks 1500 stoffen om kazuifels en altaargordijnen van te maken en zilveren voorwerpen voor de eredienst.[4]
Tijdens het beleg van Maastricht door de Spanjaarden in 1579 raakten het klooster en de kerk zwaar beschadigd. Voor het herstel van de gebouwen moest prior Hubertus van Stavelot een deel van de kloosterbezittingen verkopen. Van de kerk moet het gewelf grotendeels worden vernieuwd. De nog aanwezige gewelfschilderingen dateren dan ook merendeels uit deze periode. In 1796 werd het klooster door de Franse overheid opgeheven en kregen de gebouwen een militaire bestemming, eerst als munitiemagazijn, daarna als kazerne. Dat bleef zo na het vertrek van de Fransen in 1814, toen de gebouwen dienst deden als kledingmagazijn en garnizoensbakkerij. Eind 19e eeuw trok Victor de Stuers zich het lot van het vervallen klooster aan. Hij was het die zorgde voor een nieuwe bestemming en herstel van de gebouwen.[5] Vanaf 1897 betrok het Rijkslandbouwproefstation de kloostervleugels, welke in de jaren daaropvolgend werden gerestaureerd en heringericht.[6] De kerk werd in 1912-14 onder leiding van rijksbouwmeester Daniël Knuttel gerestaureerd,[7] waarbij diverse fragmenten van beeldhouwwerken werden aangetroffen.[noten 4] Daarna is de kerk onder meer gebruikt als tentoonstellingsruimte, vergaderzaal en stempellokaal voor werklozen, tot ze in 1941 bij het proefstation werd gevoegd. Hoewel in dat jaar het Rijkslandbouwproefstation zijn bibliotheek en archief naar de kerk had overgebracht, werd de kerk kort daarop gevorderd door de Duitse bezetters, na de bevrijding van Maastricht door de Amerikanen en van 1945-47 door Het Nederlandse Beheersinstituut (voor de opslag van inboedels). In 1953 werd een houten loods in de kerk geplaatst, waarin extra laboratoria een plaats kregen.[8]
-
De gehavende kerk in 1884
-
De kerk in 1913
-
Zicht naar het westen, 1913
-
Koor en noordbeuk, 1928
Eind jaren 1970 werd dit instituut naar de Landbouwuniversiteit Wageningen verplaatst, waarna de gemeente Maastricht het gebouw van het Rijk overnam. Tijdens de restauratie van de Sint-Servaasbasiliek en de simultaan daarmee verlopende archeologische opgravingen, werd de Kruisherenkerk van 1983-93 benut als parochiekerk door de Sint-Servaasparochie. Ook had Opera Zuid hier vanaf 1991 enige tijd haar repetitie- en opslagruimtes.
In 2000 werd het complex verkocht aan de ondernemer Camille Oostwegel, waarna het van 2003-05 werd gerestaureerd en omgebouwd tot luxehotel onder de naam Kruisherenhotel. Tijdens de officiële opening van het hotel op 1 september 2005 werd door emeritus generaal-overste Rein Vaanhold van de Orde der Kruisheren aangestipt dat de nieuwe bestemming, het bieden van gastvrijheid, aansluit bij die van het voormalige klooster.[5][9]
Beschrijving
Exterieur
De Kruisherenkerk is gebouwd tussen 1440 en 1470. Het is een driebeukige kloosterkerk in Maasgotische stijl. De westgevel doet qua indeling en materiaalgebruik (Limburgse mergel op een plint van Naamse steen) denken aan die van de Dominicanenkerk en de Oude Minderbroederskerk in Maastricht, die echter twee eeuwen ouder zijn. De gevel wordt gedomineerd door een groot spitsboogvenster, dat in de 19e eeuw was dichtgemetseld en dat bij de restauratie begin 20e eeuw nieuw maaswerk en kleurloos glas in lood kreeg. Daarboven bevindt zich boven een waterlijst een eveneens spitsbogige blindtracering. De topgevel wordt bekroond door een hardstenen kruis. De zuidbeuk is hier geheel opgenomen in de aansluitende kloostervleugel en dus onzichtbaar aan de westzijde. De westelijke gevel van de noordbeuk heeft een spitsboogvenster en loopt naar buiten toe trapvormig af. De oostelijke gevel van deze beuk is daar het spiegelbeeld van. De noordbeuk telt aan de lange zijde vijf spitsboogvensters, waarvan het meest oostelijke blind is, en daartussen steunberen. Onder het blinde venster bevindt zich de hoofdingang van het hotel, die door middel van een koperen, tunnelachtige doorgang geaccentueerd wordt. Vanaf de noordzijde zijn tevens de deels blinde spitsboogvensters van de lichtbeuk te zien. Het koor is even hoog als het middenschip. De vijf spitsboogvensters, inclusief het maaswerk, zijn bij de restauratie begin 20e eeuw opnieuw aangebracht. Ze lopen niet, zoals elders, door tot aan de plint van Naamse steen.
-
Westgevel
-
Noordgevel
-
Moderne entree noordgevel
-
Koor
Interieur
Architectuur
De totale lengte van de kerk is circa 42,6 m (binnensmuurs gemeten). De breedte, inclusief de zijbeuken bedraagt circa 17 m. De hoogte van zowel middenschip als koor is 14,85 m; de zijbeuken zijn lager. Het middenschip is 24,5 m lang en 10 m breed. Het bestaat uit vijf traveeën en wordt gedekt door een netgewelf, dat waarschijnlijk pas bij de herstelwerkzaamheden na het beleg van 1579 tot stand kwam. De overgang tussen dit gewelf en het kruisribgewelf van het priesterkoor is goed te zien, doordat de aansluiting niet naadloos is. Het koor bestaat uit twee traveeën en een zevenzijdige apsis. De vijf hoge spitsboogramen zorgen ervoor dat het koor in een zee van licht baadt. De noordbeuk is 4,5 m breed en 7,7 m hoog. De zuilen tussen schip en noordbeuk zijn van Naamse steen. De slechts 2,4 m brede zuidbeuk is geen volwaardige zijbeuk en bestaat in feite uit vijf kapellen, die na een doorbraak van de zuidelijke muur van het schip tussen de steunberen zijn gebouwd. Twee van deze kapellen zijn nog als zodanig te herkennen, onder meer door de aanwezigheid van zijaltaren (zie hieronder).[10]
-
Interieur naar het westen
-
Aansluiting schip en koor
-
Koorvensters
-
Noordelijke zijbeuk
Schilderkunst
In de meest westelijke zijkapel is een grote wandschildering aangebracht, vermoedelijk uit het tweede kwart van de 16e eeuw. De schildering bestaat uit acht taferelen uit de legende van de heilige Gertrudis van Nijvel. Zes taferelen zijn binnen de spitsboog op de zuidwand van de kapel aangebracht; de twee andere bevinden zich boven het altaar en daartegenover. De wandschilderingen tonen onder andere de geboorte van Gertrudis, Gertrudis die als non de sluier aanneemt, een bisschop die het klooster in Nijvel wijdt, Gertrudis die een brandend huis redt en Gertrudis die een schip op een stormachtige zee redt. Op de westwand is de zogenaamde "Sint-Geerteminnedronk" afgebeeld.[noten 5]
Het koorgewelf bevat 15e en 16e-eeuwse schilderingen van bloemen- en plantenslingers, maar ook passiewerktuigen, engelen, twee menselijke figuren ter weerszijde van een kruis, borstbeelden van monniken en ridders met banderollen. De opschriften zijn slecht leesbaar. Een deel van de schilderingen is in 1461 vervaardigd door Meester Gerardus in den Keijser, maar in de 16e eeuw zijn ze hersteld en aangevuld.[11][12]
-
Overzicht Sint-Gertrudisschildering
-
Detail: Getrudis redt een brandend huis
-
Koorgewelfschilderingen
-
Gerestaureerde wandschildering
Beeldhouwkunst
De in de kerk bewaard gebleven bouwsculptuur getuigt van een rijk verleden.[noten 6] Indrukwekkend zijn de forse Maaskapitelen, die de bundelpijlers tussen het schip en de noorderzijbeuk sieren. De kruisribgewelven zijn versierd met gebeeldhouwde sluit- en kraagstenen. Vooral de vier koorconsoles met voorstellingen van de vier evangelistensymbolen, zijn fraai uitgewerkt. Tegen de zuidwand van het schip zijn twee reliëfs aangebracht. Het grootste bestaat in feite uit vier onder elkaar geplaatste onderdelen en herinnert aan een vidimus uit 1482, waarbij de deken van het Sint-Servaaskapittel een privilege van paus Johannes XXII uit 1318 bevestigde, dat de kruisheren het recht verleende de mis te celebreren, offergaven te innen, enz.[13] Ondanks de beschadigingen zijn de pauselijke tiara en de sleutels van Petrus duidelijk te herkennen. Daarboven is het kruis van de kruisheren geschilderd. Het is niet duidelijk of de onderste afbeelding (een astrologische klok of zonnewijzer?) enige relatie heeft met de rest. Een kleiner reliëf met jaartal 1595 toont een doorboord hart en twee in gebed gevouwen handen. In de twee zuidelijke kapellen zijn twee barokaltaren bewaard gebleven, opgebouwd van mergel en versierd met stucwerk in Lodewijk XIV-stijl.
-
Console in het schip met bladwerk
-
Koorconsole met stierenkop (Lukas)
-
Pauselijk reliëf met tiara en sleutels, 1482?
-
Barok zijaltaar met stucwerkversiering
Grafzerken
In de kerk bevinden zich diverse grafzerken, zonder uitzondering van niet-religieuzen. Blijkbaar wensten veel Maastrichtenaren in deze kerk begraven te worden. Toch is het opmerkelijk dat geen zerken van kloosterlingen en andere geestelijken bewaard zijn gebleven. Zo is onder andere bekend dat de jezuïetenprediker Hendrik Denijs in 1571 in het koor van de kerk werd begraven en dat drie jaar later de deken van het Sint-Servaaskapittel, Nicolaas van der Straeten, in het graf ernaast ter aarde werd besteld.
Sommige nog bestaande zerken zijn later hergebruikt, zoals die van jonker Gerard van der Marck en zijn vrouw uit 1482, hergebruikt in 1618 voor Arnt Proenen en zijn vrouw, waarvan slechts de bovenste helft bewaard is gebleven.[noten 7] De zerk van Elisabeth en Vaes Nuellens uit 1510 is versierd met een voorstelling van het Lam Gods en de evangelistensymbolen in de vier hoeken.[noten 8] In een kapel verderop is tijdens de restauratie begin 20e eeuw een grote gebeeldhouwde zerk uit 1605 ingemetseld, die ooit het graf bedekte van Johan Sdrogen, burgemeester en schepen, en zijn echtgenote Verona Weertz.[noten 9] In de meest oostelijke kapel staat tegen de grafsteen uit 1639 met afgekapt wapenschild van Lysbeth Coenegracht, weduwe van Herman Jekermans.[noten 10] Tegen de muur van de noorderbeuk staat de deels afgesleten, 16e-eeuwse grafsteen van de familie van burgemeester Mathijs Nollens, die tevens waard was van een taveerne op de Houtmarkt.[noten 11] Tegen dezelfde muur, tegenwoordig alleen zichtbaar door de glazen achterwand van de toiletten, bevindt zich de 17e-eeuwse zerk met gebeeldhouwde wapenschilden van de families Meesters en Selen.[noten 12] Ernaast staat de zerk van burgemeester Andries van Stockhem en zijn vrouw Catharine.[noten 13]
-
Grafzerken uit 1580 en 1633
-
Grafzerk uit 1639
-
Detail grafzerk ca. 1650
-
Grafzerk uit 1740
Aanpassingen hotel
Ten behoeve van het in 2003-05 gerealiseerde hotel, zijn in de kerk twee vrijstaande entresols gebouwd volgens het box in box-principe, wat inhoudt dat deze toevoegingen "los" in het bestaande kerkgebouw zijn geplaatst en daardoor reversibel zijn. Op de kleine entresol in de noordbeuk is een lees- en studieruimte ingericht. De grote entresol is gebouwd in de lengterichting van het middenschip en het koor. Eronder bevindt zich een wijnbar en een glazen 'wijnkelder'. Het op de entresol gelegen restaurant biedt uitzicht op de gotische kerkramen en de gewelven. Dat laatste wordt enigermate belemmerd door de grote lichtinstallaties van de Duitse kunstenaar Ingo Maurer. Andere ingrepen in het gebouw, zoals de koperen tunnel bij de noordelijke entree, het eivormige kantoor naast de westelijke entree, de glazen lift, de loopbruggen en de toiletgroep, kunnen eveneens verwijderd worden zonder structurele schade aan te richten.
-
Glazen liftschacht
-
Kleine entresol noorderbeuk
-
Grote entresol, lichtsculpturen
-
Loungehoek in zijkapel
Noten
- ↑ Het altaar was toegewijd aan het Heilig Kruis, Onze Lieve Vrouw, Johannes de Evangelist en de Heilige Helena. Keyser-Schuurman (1984a), p. 18.
- ↑ Het nieuwe hoofdaltaar, waarvan de altaarsteen was geschonken door de magister-generaal van de orde, werd op 4 december 1470 toegewijd aan het Heilig Kruis en Sint-Sebastiaan. Het rechter zijaltaar werd gewijd aan Sint-Denijs, Sint-Cornelius, Sint-Laurentius en alle heilige martelaren. Het linker zijaltaar was gewijd aan Onze Lieve Vrouw, Sint-Ursula (en metgezellinnen), Sint-Cecilia, Sint-Barbara en alle heilige maagden. Keyser-Schuurman (1984a), p. 21.
- ↑ Van de tot nu toe bekende werken van Van Steffeswert is geen beeld van Sint-Michaël bekend. Van het Mariabeeld voor de Kruisherenkerk is alleen bekend dat erover onderhandeld werd, niet dat het ook geleverd zou zijn. Mogelijk was het Mariabeeld bedoeld als onderdeel van een calvariegroep op de in 1516 in het kerkschip geplaatste triomfbalk. Zie: P.J. te Poel en Th.J. van Rensch (1992): 'De Maastrichtse beeldsnijder Jan van Steffeswert', pp. 44-45, 66-67. In: Publications (PSHAL 128). LGOG, Maastricht. ISSN 01676652. Zie ook: Th.J. van Rensch (2000): 'Jan Bieldesnider niet in hout alleen'. In: P. te Poel (red.): Op de drempel van een nieuwe tijd. De Maastrichtse beeldsnijder Jan van Steffeswert (tentoonstellingscatalogus), p. 49. Bonnefantenmuseum, Maastricht. ISBN 9053493352
- ↑ Volgens Van Nispen tot Sevenaer waren de sculptuurfragmenten afkomstig van een in 1561 door de Luikenaar Willem Jonckeu vervaardigde sacramentstoren. Van Nispen tot Sevenaer (1926/1974), p. 258.
- ↑ Gertrudis geldt onder andere als beschermheilige van reizigers. Voordat men op reis ging, dronk men elkaar een voorspoedige reis en behouden terugkeer toe, de Sint-Geerteminnedronk of Gertrudisdronk. Zie: Keyser-Schuurman (1984a), pp. 12-13.
- ↑ Hiervan getuigen tevens de omstreeks 1912 tijdens de kerkrestauratie onder de vloer van het koor aangetroffen sculptuurfragmenten. Zie noot 4 hierboven.
- ↑ De omstreeks 1900 nog complete zerk mat 265 × 140 cm en het volledige randschrift luidde: (hier ligt begrave) Joncker Geraert vā der Marck, die sterft int joir mcccclxxxii-xxv dach Octobris ende syn huysvrou Joffer Kathryn va der Borch die sterf ano mccccxcviii(-xxx dach January). In de 17e eeuw werd daaraan toegevoegd: Hyr ligt oeck begrave die eersa/me Arnt Proene, peimeester deser / goder stadt sterff ao. xvcxviii den / xxxviii novembris en joffrou mari / paris sȳ huisfrou sterf ao. xvc / en xxvi de xxi dach Decembris. Van Nispen tot Sevenaer (1926/1974), p. 252 (afbeelding).
- ↑ De zerk meet 200 × 110 cm. Rondom de voorstelling van het Lam Gods bevindt zich een versleten omschrift. Het randschrift (deels in het Latijn) luidt: Sepultura honeste matrone Elysabet Nuellens proli [umque] suarum que obīj̄t Ao Dni XVc decimo mensis january die undecima q̄ aie Reqescāt in pace A. Aan het boveneind van de zerk is daaraan toegevoegd: Hyr lecht begraven Vaes / Nuellens die sterff int jaer / ons Heren M Vc en de xliiii. Van Nispen tot Sevenaer (1926/1974), p. 252 (afbeelding).
- ↑ De afmetingen van de zerk zijn 255 × 125 cm. Boven de cartouche met wapenschilden bevindt zich het volgende opschrift: Hier light begraven der eersame/vrome en discrete h. Iohan / Sdrogen Borgemr en Schepen / Deser Stadt, sterf ao 1604 / den 28en deceb̄. ende Iof Verona / Weertz syn huysvē. sterf ao... / 16... de.... Van Nispen tot Sevenaer (1926/1974), pp. 252-253.
- ↑ De afmetingen zijn 170 × 85 cm. Het opschrift luidt: Hier ligt begraven / Lysbyet Connegracht / die Weduwve Herman / ieckermans sterf Ao / 1639 den 19 meert. Bidt voer de Zielen. Van Nispen tot Sevenaer (1926/1974), p. 253.
- ↑ Deze grafsteen meet 185 × 130 cm. Alleen het opschrift op de onderste helft is leesbaar: hier licht begraven emeren / tiana · nollens · dochter van / burgemr mathis nollens / ende maria van Buel [in den] Burch op de / holtmerct ende is gestorven / int iaer ons heeren 1580 den 22 / dach december. Van Nispen tot Sevenaer (1926/1974), p. 252 (afbeelding).
- ↑ Deze zerk meet 205 × 110 cm. Het opschrift luidt: hier licht begraven den eersaemen / Ardt Meesters sterf den 15 meirt / ao 1633 ende jan selen ao 1637 / den 7 october ende marcellus selen / soene van jan selen iamerlijck vermoort jonckman synde ao 1663 / den 23 october ende Elisabeth van / Offenbeeck hunner beyder huysvrouwe sterf ao 16.. den /. Op een tussengevoegde regel: ende jan meesters sterf ano 1664 / meert ende anna selen sterf den / 19 december 1691(?). Van Nispen tot Sevenaer (1926/1974), p. 253.
- ↑ Het opschrift luidt: ... jof catharine van stockhem weduw wile sr johan nysmans zaliger die starf den / 3 may 165.. ende heer andries van stockhem / in synen leven borchemeester deser stadt / maestricht die starf den 25 october 166... Op de rand: bidt godt voor die sielen.... Van Nispen tot Sevenaer (1926/1974), pp. 253-254.
Bronnen en verwijzingen
- Boogard, J. van den, en S. Minis (2001): Monumentengids Maastricht. Primavera Pers, Leiden. ISBN 90-74310-52-4
- Keyser-Schuurman, W. (1984a): Het Kruisherenklooster (Maastrichts Silhouet #17). Stichting Historische Reeks Maastricht, Maastricht. ISBN 907035621X
- Keyser-Schuurman, W. (1984b): Inventaris van het archief van het Kruisherenklooster te Maastricht 1438-1796 (inventarisreeks van het RAL nr. 32). Rijksarchief in Limburg, Maastricht
- Nispen tot Sevenaer, E.O.M. van (1926/1974): De monumenten in de gemeente Maastricht, Deel 1 en 2. Arnhem (online tekst pp. 147-466 en pp. 688-701)
- Term, J. van, en J. Nelissen (1979): Kerken van Maastricht. Vroom & Dreesmann, Maastricht
- Ubachs, P.J.H., en I.M.H. Evers (2005): Historische Encyclopedie Maastricht. Walburg Pers, Zutphen & Regionaal Historisch Centrum Limburg, Maastricht. ISBN 905730399X
- ↑ Informatie over rijksmonumentnummer 27253
- ↑ Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, I (1926), p. 255
- ↑ Van Nispen tot Sevenaer (1926/1974), p. 242
- ↑ Keyser-Schuurman (1984a), pp. 21-23
- ↑ a b Kruisheren op website zichtopmaastricht.nl.
- ↑ Van Nispen tot Sevenaer (1926/1974), p. 243
- ↑ Van Nispen tot Sevenaer (1926/1974), p. 254
- ↑ Keyser-Schuurman (1984a), pp. 45-47
- ↑ Kruisherenhotel, Maastricht op website herbestemming.nu
- ↑ Keyser-Schuurman (1984a), pp. 7-9
- ↑ Van Nispen tot Sevenaer (1926/1974), pp. 244-254
- ↑ Keyser-Schuurman (1984a), p. 19
- ↑ Keyser-Schuurman (1984b), pp. 114-115: nr. 10; p. 179: nr. 198