Radio
Radiotechniek is een vorm van draadloze telecommunicatie waarbij een radiozender signalen verspreidt in de vorm van radiogolven. Het signaal wordt ontvangen met een radiotoestel.
Werking
Een belangrijk onderdeel van een radiozender is de oscillator. Deze genereert het radiofrequente signaal dat als draaggolf dienstdoet en na modulatie door een antenne uitgestraald kan worden. Om geluid over te zenden wordt het geluid door middel van een microfoon eerst omgezet in een elektrisch signaal, waarmee het opgewekte oscillatorsignaal gemoduleerd (veranderd) wordt. De meest voorkomende vormen van modulatie zijn amplitudemodulatie (AM) en frequentiemodulatie (FM). FM-uitzendingen leveren een hogere geluidskwaliteit dan AM-uitzendingen.
Aan de ontvangstzijde wordt het uitgezonden signaal door de ontvangstantenne opgevangen en doorgegeven aan de ontvanger. In het begin waren dit kristalontvangers, die het geluid met behulp van een hoofdtelefoon hoorbaar maakten. Na de uitvinding van de elektronenbuis (kortweg "buis" en in de volksmond "lamp" genoemd) werden ontvangers daarmee uitgerust, waardoor deze van betere kwaliteit werden, in het bijzonder door toepassing van het principe van de superheterodyne. Ook kon door versterking het geluid door een luidspreker worden weergegeven.
Geschiedenis
== Dispuut over de uitvinding
In enkele jaren tijd werden onder leiding van Marconi steeds grotere afstanden overbrugd:
- 1899 de eerste radioverbinding over het Kanaal tussen Engeland en Frankrijk.
- 1901 de eerste trans-Atlantische radioverbinding tussen Groot-Brittannië en Newfoundland.
- 1914 het eerste Europese radioconcert. Initiatiefnemer was Robert Goldschmidt en de uitzending werd verzorgd vanuit villa Lacoste op het Koninklijk Domein van Laken. Bij de Belgische koninklijke familie werd een kristalontvanger geïnstalleerd.
- 1919 het eerste Nederlandse radioprogramma. Initiatiefnemer en presentator was omroeppionier ir. Hanso Schotanus à Steringa Idzerda, die de uitzending vanuit zijn woning in Den Haag verzorgde.
In het begin werd radio alleen gebruikt als middel om morsesignalen uit te zenden. Door de uitvinding van de elektronenbuis in 1906 werd het mogelijk werkelijke geluiden uit te zenden. Berichten konden nu rechtstreeks ingesproken worden en hoefden niet meer in morsecode vertaald te worden. Na de ontwikkeling van de transistor in 1947 werd het mogelijk veel kleinere ontvangers te bouwen, die tevens minder energie nodig hebben om te kunnen werken.
AM en FM
De eerste manier om geluidsoverdracht te realiseren was door de amplitude van de draaggolf te laten variëren, evenredig met de amplitude van het over te dragen geluidssignaal. Deze modulatievorm heet amplitudemodulatie, kortweg AM.
Edwin Armstrong ontdekte een andere manier om de draaggolf te moduleren: door niet de amplitude, maar de frequentie van de draaggolf met de amplitude van het signaal te variëren, ontstaat frequentiemodulatie (FM). FM is veel minder gevoelig voor storingen dan AM en FM-uitzendingen leveren HiFi-geluid.
Van analoog naar digitaal
Sinds de opkomst van het internet is de digitale radio zich gaan ontwikkelen tot een volwaardige opvolger van het origineel.
Via internet is het mogelijk naar internetradio te luisteren. Daarbij wordt niet van radiogolven gebruikgemaakt, maar van de internetverbindingen tussen de computers, die digitale gegevens naar elkaar sturen. Deze verbindingen tussen computers op internet kunnen echter (deels) draadloos zijn, en dus wél radiogolven gebruiken.
Het elektromagnetische spectrum
Radiogolven worden vooralsnog toegepast in de band vanaf VLF (Very Low frequency) tot aan EHF (radiospectrum) (Extreme High Frequency). Standaardradioverkeer zit voor het overgrote deel in de band 30 kHz (wereldomroepen) t/m 300 GHz (satellietverbindingen).
De overige afkortingen zijn, van boven naar beneden:
- Gamma
- High X-ray (röntgenstraling)
- Super X-ray
- Extreme Ultra Violet (ultraviolet)
- Normal Ultra Violet
- Zichtbaar licht
- Near Infra-red (infrarood)
- Mid Infra-red
- Far Infra-red
- Extreme High Frequency
- Super High Frequency Ultra High Frequency
- Very High Frequency
- High Frequency (korte golf)
- Medium Frequency (middengolf)
- Low Frequency (lange golf)
- Very Low Frequency
- VF
- Extreme Low Frequency
Gebruiksontwikkeling
De eerste radioverbindingen waren bedoeld voor draadloze telegrafie tussen kuststations (in Nederland Scheveningen Radio) en schepen op zee. Hiervoor werd het morsealfabet gebruikt. Later werd voor korte verbindingen met vissersschepen telefonie in gebruik genomen.
Door de ontwikkeling van de luchtvaart kwam rond de Eerste Wereldoorlog het radioverkeer tussen vliegtuigen en grondstations in gebruik.
In België was in 1914 de eerste radio-uitzending. Toen luisterde de hele Koninklijke familie via een radio-ontvanger naar een aria uit “Tosca”. Albert I en zijn vrouw Elisabeth waren een van de eerste radioliefhebbers.
In 1919 kwam de eerste omroepzender ter wereld in de lucht in Den Haag. Het was de zender met de roepletters PCGG van Hanso Schotanus à Steringa Idzerda.
In 1933 werd de eerste Europese auto aangeboden voorzien van een autoradio als optie.
Rond 1935 werden in Engeland de eerste proefuitzendingen met beeld gehouden, de geboorte van de televisie.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden voor militaire doeleinden steeds meer toepassingen met radiosignalen ontwikkeld en in gebruik genomen, zoals radar, radionavigatie, bakenzenders en tijdzenders.
Tegenwoordig wordt er veel naar de radio geluisterd op het werk, in de auto en in de winkel. In fabrieken en aan boord van schepen gebruikt men vaak een centrale radioinstallatie waarbij de ontvanger en de distributieversterkers in een ruimte staat opgesteld en waarbij het luidsprekersignaal door middel van distributieversterkers over het gehele bedrijf gedistribueerd wordt. Op de afdelingen zijn er aan het plafond luidsprekers opgesteld en de volume van de radio op een afdeling kan ingesteld worden door middel van een volumeregelaar aan de muur. Het luidsprekersignaal bedraagt zo'n 100 V om minder last te hebben van de verliesweerstand van lange leidingen. In de luidsprekers zit dan een aanpassingstransformator om het 100 V-signaal aan te passen aan de luidspreker. Via de installatie kunnen overigens ook oproepen en mededelingen doorgegeven worden.
Zie ook
- Radio-omroep
- Radio-ontvanger
- Radioamateur, zenden en ontvangen als technische vrijetijdsbesteding
- Zeezender
- Lpam
- DAB