Kiessysteem
Een kiessysteem, ook wel kiesstelsel genoemd, is de wijze waarop de volksvertegenwoordiging bij verkiezingen wordt gekozen. Het kiessysteem is van grote invloed op de wijze waarop een land bestuurd wordt.
Soorten kiessystemen
De meest voorkomende kiessystemen zijn:
- Evenredige vertegenwoordiging
- Meerderheidsstelsel
- Districtenstelsel met evenredige vertegenwoordiging
- Districtenstelsel met meerderheidsstelsel
Eén zetel of meerdere?
Kiessystemen kunnen ingedeeld worden naargelang het aantal zetels dat tegelijk verkozen wordt of, omgekeerd, naargelang het aantal kieskringen waarin de zetels worden verkozen.
Zo zijn er kiessystemen waar elke zetel afzonderlijk wordt verkozen en waar er dus evenveel kieskringen als zetels zijn. Is er voor elke zetel een aparte kieskring, dan spreken we meestal van het districtenstelsel. In dat geval kan er alleen sprake zijn van een meerderheidsstelsel, maar er zijn meerdere mogelijkheden om tot een meerderheid te komen:
- een relatieve meerderheid volstaat. Dit systeem wordt gebruikt in het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Canada,...
- een absolute meerderheid is nodig; is die er niet dan wordt een tweede ronde georganiseerd tussen de (meestal twee) bestgeplaatste kandidaten uit de eerste ronde. Dit systeem wordt gebruikt in de Franse parlementsverkiezingen en bij de meeste rechtstreekse presidentsverkiezingen in de wereld.
- een absolute meerderheid is nodig; die wordt verkregen door niet alleen rekening te houden met de eerste voorkeur van de kiezers. (zie lager "Alternative vote")
Het tegendeel van die systemen, zijn de kiessystemen waarbij er meerdere kieskringen zijn met telkens meerdere zetels (zoals in België) en kiessystemen waar er slechts één kieskring is voor alle zetels (zoals in Nederland en Israël).
In die gevallen zijn er verschillende systemen denkbaar om de zetels te verdelen. Ze kunnen als volgt ingedeeld worden:
- De kandidaten komen gezamenlijk op, zij verenigen zich op kandidatenlijsten. In dat geval heeft elke kiezer één stem die hij op één van die lijsten mag uitbrengen.
- Alle kandidaten komen individueel op. In dat geval zijn er meerdere systemen mogelijk: elke kiezer heeft slechts één stem, heeft evenveel stemmen als er zetels te verkiezen zijn of heeft een beperkt aantal stemmen (meer dan één, maar niet zoveel als er zetels te verkiezen zijn).
Binnen die indeling kunnen we ze verder als volgt indelen:
- Meerderheidsstelsels zoals hierboven beschreven voor één zetel, kunnen evengoed voorkomen bij kieskringen met meerdere zetels, zowel met kandidatenlijsten, als met individuele kandidaten (in dat geval hebben alle kiezers evenveel stemmen als er zetels zijn). België kende tot de invoering van de evenredige vertegenwoordiging in 1900 een meerderheisstelsel met kandidatenlijsten en een tweede ronde ("ballotage") als er geen absolute meerderheid was in de eerste ronde.
- Tussenstelsels waarbij elke kiezer slechts één of een beperkt aantal stemmen heeft, zorgen voor een minderheidsvertegenwoordiging, maar zijn geen stelsels van evenredige vertegenwoordiging. Het stelsel met één stem per kiezer heet "Single Non Transferable Vote" en werd vroeger in Japan gebruikt. Het stelsel met meerdere stemmen per kiezer, maar niet zoveel als er zetels zijn heet "Limited Vote" en wordt gebruikt voor de verkiezing van het grootste deel van de Spaanse Senaat en, in België, voor de verkiezing van O.C.M.W.-raadsleden door de gemeenteraad.
- Evenredige vertegenwoordiging is alleen mogelijk met kandidatenlijsten.
- "Single Transferable Vote" (zie lager)
Eén keuze of volgorde?
De meeste kiessystemen zijn "categorische" systemen: elke kiezer kan slechts één kandidaat of partij aanduiden. Er zijn echter ook "ordinale" kiessystemen waarbij elke kiezer meerdere opeenvolgende keuzes kan maken. Meestal gebeurt dit door twee opeenvolgende stemrondes te organiseren. Dit systeem wordt gebruikt in de Franse parlementsverkiezingen en bij de meeste rechtstreekse presidentsverkiezingen in de wereld.
Dit kan echter ook in één stemronde door de kiezer de kandidaten in volgorde te laten plaatsen: elke kiezer moet bij de kandidaten 1, 2, 3,... aanduiden. De stemmen voor de slechtstgeplaatste kandidaten volgens eerste voorkeur worden dan herverdeeld volgens de tweede voorkeur van de kiezers. Het is een systeem met één stemronde maar meerdere telrondes.
Als op die manier één zetel wordt verkozen, dan heet dergelijk systeem "Alternative vote". Dit systeem wordt gebruikt bij parlementsverkiezingen in Australië en bij de verkiezingen voor de Londense burgemeester. Als op die manier meerdere zetels worden verkozen, dan heet dergelijk systeem "Single Transferable Vote (STV)". Dit systeem wordt gebruikt in Ierland, Noord-Ierland en Malta.
Evenredige vertegenwoordiging en districtenstelsel
In een systeem met evenredige vertegenwoordiging krijgt een partij een aantal zetels naar verhouding van het aantal stemmen over het gehele gebied, in een districtenstelsel met meerderheidsstelsel wordt in elk district de kandidaat met de meeste stemmen gekozen. Het districtenstelsel met evenredige vertegenwoordiging vormt een tussenvorm tussen de twee.
In een meerderheidsstelsel hebben de meeste kleine partijen geen kans om een zetel te halen, tenzij hun aanhang in een bepaald gebied geconcentreerd is. Hierdoor leidt een meerderheidsstelsel vaak tot een politiek systeem met twee grote partijen (bijvoorbeeld in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk), terwijl een systeem van evenredige vertegenwoordiging meestal tot coalitieregeringen aanleiding geeft (bijvoorbeeld Nederland, België, Duitsland, Scandinavië).
Argumenten voor evenredige vertegenwoordiging
- Ook kleinere politieke partijen kunnen hun stem laten horen.
- Minder plotselinge veranderingen van politiek door coalitieregeringen.
- Minder risico van een keuze tussen 'slecht' en 'nog slechter'.
- In een districtenstelsel heeft de vorm van de diverse districten invloed op de uitslag; dit leidt tot een mogelijkheid van de machthebbers om de uitslag te beïnvloeden.
- Betere garanties dat de winnaars van de verkiezingen ook inderdaad een meerderheid hebben. In een districtenstelsel kan iemand die nipt verliest in sommige districten, en ruim wint in andere, een meerderheid van stemmen halen en toch de verkiezingen verliezen.
Argumenten voor een districtenstelsel
- Omdat ieder in zijn/haar eigen district kiest, is er een nauwere band tussen kiezer en gekozene.
- Bij een coalitieregering is het een kiezer vooraf niet duidelijk waarvoor hij/zij eigenlijk kiest.
Parallelle en gemengde systemen
Combinaties van evenredige vertegenwoordiging en districtenstelsel komen ook voor. Het eenvoudigst is dan dat beide systemen parallel met elkaar worden toegepast. Zo wordt de ene helft van het Russische parlement verkozen via evenredige vertegenwoordiging op nationaal vlak en de andere helft via een districtenstelsel.
Ingewikkelder is een gemengd systeem zoals het Duits kiessysteem: daarin wordt ook de helft via het districtenstelsel verkozen, maar wordt bij de evenredige vertegenwoordiging van de andere helft rekening gehouden met de zetels die elke partij al haalde via het districtenstelsel. Dit systeem wordt ook gebruikt in Nieuw-Zeeland en bij de deelstaatparlementen van Wales en Schotland.