Klassieke Chinese poëzie
Opgegeven reden: Nog veel werk aan...
Klassieke Chinese poëzie is traditionele Chinese poëzie geschreven in klassiek Chinees en getypeerd door zekere traditionele vormen, tonen, traditionele genres en connecties met bijzondere historische perioden, zoals de poëzie van de Tang-dynastie.
Gebruik en ontwikkeling van de klassieke Chinese poëzie werd continu voortgezet tot de 4 Mei-beweging in 1919, en wordt tot op de dag van vandaag ontwikkeld. Poëzie gecreëerd gedurende 2.500 jaren met een min of meer continue ontwikkeling laat een grote diversiteit zien, gecategoriseerd door historische en dynastieke perioden (de traditionele Chinese historische methode).
Een ander sleutelaspect van klassieke Chinese poëzie is de intense relatie met andere vormen van Chinese kunst, zoals schilderwerk en kalligrafie.
Geschiedenis en ontwikkeling
[bewerken | brontekst bewerken]De stilistische ontwikkeling van klassieke Chinese poëzie bestaat uit literaire en orale culturele processen. Deze worden gewoonlijk gescheiden in zekere standaardperioden of -tijdperken, in termen van specifieke gedichten en karakteristieke stijlen. Deze corresponderen met Chinese dynastieke tijdperken. De gedichten geschreven bewaard vormen de poëtische literatuur. Parallelle tradities van orale en traditionele poëzie bekend als populaire of volkspoëzie of balladen bestaan ook. Sommige van deze gedichten zijn bewaard in geschreven vorm. Over het algemeen is volkspoëzie anoniem. Ze vertoont vaak de sporen van bewerking en polijsting tijdens het proces van de vastlegging op schrift. De belangrijkste bronnen voor vroege poëzie zijn de Klassieker van Poëzie (Shijing) en de Liederen van het Zuiden (Chuci). Sommige individuele stukjes of fragmenten overleven in andere vormen - ingebed, bijvoorbeeld, in klassieke verhalen of andere literatuur.
Klassieker van Poëzie (Shijing)
[bewerken | brontekst bewerken]De literaire traditie van klassieke Chinese poëzie begint met de Klassieker van Poëzie, of Shijing, gedateerd in het eerste millennium voor onze jaartelling. Volgens traditie was Confucius de eindredacteur van de verzameling in zijn huidige vorm, al waren de gedichten meestal ouder.
Burton Watson dateert de datum van deze bloemlezing op ongeveer de 7e eeuw voor onze jaartelling, terwijl de gedichten over de voorafgaande vier of vijf eeuwen zijn verzameld. Dit, naast andere factoren, doet een blijvende in verschillende klassen heersende populariteit vermoeden voor dit type poëzie, inclusief hun karakteristieke vier karakters per regel. De Shijing wordt geassocieerd met de Noord-Chinese woordenschat en cultuur, en in het bijzonder met de grote wijze en filosoof Confucius. Hierdoor werd de ontwikkeling van dit type poëzie in de klassieke shi-stijl bevorderd. Ondanks hun aanbeveling door Confucius zijn er geen andere voorbeelden van poëzie in deze stijl in de volgende driehonderd jaar.
Liederen van het Zuiden (Chuci)
[bewerken | brontekst bewerken]Een andere vroege poëzieverzameling is de Chu Ci (daterend van de Oorlogvoerende Staten Periode van circa 475–221 voor onze jaartelling). Die wordt gekarakteriseerd door verschillende regellengtes en de volkstaal van de staat Chu in Zuid-China. Een belangrijk onderdeel hiervan is de Li Sao, toegeschreven aan Qu Yuan. Deze gedichten van de staat Chu behoren tot de belangrijkste van de klassieke Chinese poëzie. Toch schijnen ze minder invloed te hebben gehad op de klassieke Chinese poëzie dan de Shijing-verzameling en -stijl.
Han-poëzie
[bewerken | brontekst bewerken]De klassieke shi-poëzie, met zijn vier lettergrepen per regel, herleefde bij de Han- en Drie Koninkrijk-dichters, tot op zekere hoogte. Tussen andere poëtische ontwikkelingen gedurende de Han-periode ontwikkelde zich een nieuwe vorm van shi-poëzie, teruggaand op de eerste eeuw voor onze jaartelling. Deze bestond uit vijf en later zeven lettergrepen per regel. Deze ontwikkeling viel samen met andere ontwikkelingen in de Han-poëzie. Deze nieuwe vorm uit de Han- en de Jian'an-periode zou bekend worden als Gushi of "oude stijl poëzie".
Muziekbureau en Folklore Balladen
[bewerken | brontekst bewerken]Tijdens de Han-dynastie speelde de keizerlijke regering een belangrijke rol in de poëzie, met het Muziekbureau (Yuefu) dat volksliederen verzamelde en een nieuwe poëziestijl ontwikkelde. Yuefu-gedichten waren narratief en benadrukten persoonlijke ervaringen, met veelal natuurlijke beelden. Deze stijl onderscheidde zich van eerdere, meer algemene thema’s zoals in het Shijing.
Een andere invloedrijke verzameling was de Negentien Oude Gedichten, die thema’s als eenzaamheid en vergankelijkheid behandelden. Door hun eenvoudige taal en menselijke emotie hadden ze veel impact op latere poëzie.
Han fu
[bewerken | brontekst bewerken]De poëzie van de Han-dynastie wordt in het bijzonder geassocieerd met de "fu", tegenover de shi-stijl van poëzie. Merk overigens op dat deze "fu" verschilt van dat woord in Yuefu.
Jian'an-poëzie
[bewerken | brontekst bewerken]De term "Jian'an-poëzie" heeft betrekking op de poëtische ontwikkelingen gedurende de laatste jaren van de Han-dynastie in het begin van de Zes Dynastieën-periode. Jian'an wordt beschouwd als een afzonderlijke periode, omdat deze poëtische ontwikkeling niet samenvalt met een dynastie. In de poëzie ligt een nadruk op sterfelijkheid en levensmoeheid.[1] Dichters uit deze poëziestijl zijn Cao Cao, Cao Pi, Cao Zhi en Xu Gan. Typerend in deze periode is de ontwikkeling naar een oneven aantal regels, maar met vaste regellengte, die later ook typisch zijn voor de Tang-periode. Als gevolg kunnen sommige poëtische vormen die worden geassocieerd met de Tang-periode in hun ontwikkeling worden teruggevonden in de Jian'an-periode.
Zes Dynastieën-poëzie
[bewerken | brontekst bewerken]De Zes Dynastieën (220–589) brachten ook belangrijke ontwikkelingen in de klassieke Chinese poëzie, in het bijzonder door romantische liefde te benadrukken, de rollen van man en vrouw, en menselijke relaties. Een belangrijke verzameling uit deze periode is Yutai xinyong (玉臺新詠, Nieuwe Liederen van het Jade Terras) uit 540. De Zes Dynastieën-periode heeft drie belangrijke perioden: de Drie Koninkrijken, De Jin-dynastie, en de Noordelijke en Zuidelijke Dynastieën (420–589). De Drie Koninkrijken was een gewelddadige periode, een karakteristiek die soms in de poëzie terugkomt of soms doordat dichters vluchtten voor het geweld in meer natuurlijke beschrijvingen, zoals bij de zeven wijzen van de bamboe grot. De Jin-dynastie werd poëtisch getypeerd door, bijvoorbeeld, De Bijeenkomst bij het Orchideeënpaviljoen van 42 literaten; de romantische Middernacht Liederen; en Tao Yuanming. De Noordelijke en Zuidelijke dynastieën bevatten de Yongming-dichters, de anthologie Nieuwe Liederen van het Jade Terras en Su Hui's palindroom.
Sui-dynastie
[bewerken | brontekst bewerken]Hoewel poëzie geschreven bleef worden - dichters kwamen op en andere verdwenen - ontbreekt het de korte Sui-dynastie (581-618) aan onderscheiding (in termen van de ontwikkeling van Chinese poëzie). Desalniettemin is het een continuïteit tussen de Zes Dynastieën en de Tang-poëzie. Tot de dichters van de Sui-dynastie behoren Yang Guang (580-618), die de laatste Sui-keizer was (een soort poëziecriticus) en ook Hou, een van zijn vrouwelijke begeleiders.
Tang-dynastie
[bewerken | brontekst bewerken]De Tang-dynastie (618–907) was in het bijzonder bekend voor zijn poëzie, vooral de shi vormen zoals jueju en lüshi. Deze poëzie was sterk aanwezig in de literaire Tang-klassen, die gedichten op vraag componeerden, als deel van hun keizerlijke examens, maar ook als sociale techniek, nodig voor beleefd gedrag bij sommige gelegenheden, zoals banketten andere bijeenkomsten. Zo'n 50.000 gedichten uit deze periode zijn bewaard, meest in de Ming-dynastie collectie de Quan Tangshi. Hun populariteit varieerde later. Sommige schrijvers kwamen in en weer uit de gunst, anderen bleven steeds obscuur. Maar andere, zoals Li Bai (ook bekend als Li Po), Wang Wei, Du Fu en Bai Juyi (ook bekend als Po Chü-i) slaagden erin voortdurend populair te blijven.
Tang-poëzie had een voortdurende invloed op de wereldliteratuur en moderne poëzie. Bijvoorbeeld zoals in geval van Li Bai wiens invloed zich uitstrekt 'Das Lied von der Erde' van Gustav Mahler, maar ook over beatpoëzie. Door de aanwezigheid rijm en structuur heeft het ook een rol gespeeld in de reconstructie van Midden Chinese uitspraak.
Song-dynastie
[bewerken | brontekst bewerken]De Song-dynastie (960–279) was bekend vanwege zijn poëzie, speciaal vanwege de ontwikkeling van de ci-vorm. Deze vorm bereikte gedurende deze periode waarschijnlijk een hoogtepunt. De ci is een lyrische vorm die de poëtische maat baseert op zekere types van vaste rijm, waarvan er ongeveer 800 zijn, ieder met zijn eigen benaming. Oorspronkelijk werden de ci geschreven om te worden gezongen.
De dichters van de Song traditie konden terugkijken op een lange traditie van poëzie. De Song-dynastie is vooral bekend vanwege de combinatie van verschillende kunstvormen zoals poëzie, schilderwerk en kalligrafie in een gemengde kunstvorm. Belangrijke Song-dichters zijn Su Shi (Dongpo), Ouyang Xiu, Lu You en Yang Wanli.
De zuidelijke Song-dynastie (1127–1279) die over Zuid-China regeerde co-existeerde grotendeels met de Jurchen Jin-dynastie (1115–1234), die controle over Noord-China en zijn grotendeels Chinese bevolking. De Chinese dichters van de Jin maakten poëzie met dezelfde karakteristieken als die van de Song-dynastie. Tegen het einde van de Jin, begon de poëzie ook de effecten van de Mongoolse invasies te tonen. Deze leidden tot de vestiging van de Yuan-dynastie met zijn eigen karakteristieke poëzie.
Yuan-dynastie
[bewerken | brontekst bewerken]Poëzie gedurende de Yuan-dynastie (1271–1368) zette de klassieke Chinese poëzie traditie voort en wordt speciaal herinnerd voor het ontstaan van de Chinese operaverstraditie. De drama's van Yuan werden in de qu-vorm op muziek gezet, waarbij ieder gedicht tot een van negen sleutelselecties en een van tweehonderd toonpatronen. Afhankelijk van het patroon veroorzaakte dit vaste ritmische en tonale gegevenheden, die bleven voor toekomstige dichters, zelfs als de muzikale component later verloren ging. Belangrijke namen hierin zijn: Bai Renfu, Guan Hanging, Ma Zhiyuan en Qiao Ji.
Een schilder-dichtertraditie bloeide ook gedurende de Yuan-periode, inclusief meesterlijke kalligrafie gedaan door, bijvoorbeeld, Ni Zan en Wu Zhen. Een ander was Zhao Mengfu (1254–1322), een vroegere ambtenaar van de Song-dynastie, die diende onder de Mongoolse regering van Yuan en wiens vrouw Guan Daosheng (1262–1319) ook schilder en kalligraaf was.
Ming-dynastie
[bewerken | brontekst bewerken]Klassieke Chinese poëzie bleef bloeien tijdens de Ming-dynastie (1368-1644). De welvaart in deze periode ging gepaard met een grote toename van de bevolking, handel en compositie van poëzie. Dankzij de toegenomen mogelijkheden van onderwijs, mogelijk gemaakt door commerciële druktechnieken en door het herstelde examensysteem, waardoor een grotere bevolking ontstond die literair geschoold was. Deze bevolking drukte persoonlijke emotie uit door poëzie en gebruikte deze in sociale omstandigheden. Een debat of Tang- of Song-dichters de beste waren, bevestigden een algemene opinie dat het verleden in dit opzicht niet kon worden overtroffen. Met over een miljoen bewaard gebleven Ming-gedichten, zijn moderne critici en onderzoekers niet in staat gebleken dit definitief te beantwoorden.
Leidende Ming-dichters zijn Gao Qi, Li Dongyang, Yuan Hongdao. Vertegenwoordigers van de theaterdichters zijn: Tang Xianzu en Li Yu. Li Yu is ook een voorbeeld van een emotionele reactie ten gevolge van de Ming-Qings verandering, toen wanorde de Ming-stabiliteit wegvaagde. Een ander voorbeeld van poëtische focus op emotie is Dong Xiaowan. Vertegenwoordigers van de schilder-dichtertraditie zijn ook Shen Zhou, Tang Yin en Wen Zhengming.
Qing-dynastie
[bewerken | brontekst bewerken]Klassieke Chinese poëzie bleef de belangrijkste poëzievorm van de Qing-dynastie (1644 - 1912). Dit was ook van gerelateerde literaire ontwikkelingen, zoals de verzameling van Tang-poëzie onder keizer Kangxi. De debatten, trends en wijdverspreide literaire belangstelling van de Ming-periode begonnen opnieuw toen de Qing-dynastie haar dominantie had gevestigd. De frisse poëtische stem van Yuan Mei kreeg brede instemming, evenals de lange verhalende gedichten van Wu Jiaji. De Kungu-opera werd volwassen en leidde tot de latere opera traditie van gecombineerd theater, poëzie en muziek. Ook de schilder-dichter traditie bloeide met voorbeelden zoals Yun Shouping.
Het is nu een uitdaging voor moderne onderzoekers te verklaren waarom toen, tijdens de Qing-dynastie, zelfs meer mensen dichter werden en meer gedichten bewaard werden, inclusief dat er meer poëzie door vrouwen werd geschreven. Illustratief voor de verborgen schat van Qing-poëzie die nog steeds onverwacht weer aan de oppervlakte van ons bewustzijn komt is dat nog in 1980 gedichten van de Qing-novellist Liu E voor het eerst gepubliceerd.
Post-Qing klassieke Chinese poëzie
[bewerken | brontekst bewerken]Hoewel Qing de laatste dynastie is, wil dit niet zeggen dat klassieke Chinese poëzie verdween. Zelfs Mao Zedong was een belangrijke exponent en beoefenaar van klassieke Chinese poëzie. Hoewel ook de ontwikkeling en verbreiding van moderne Chinese poëzie wordt in het algemeen geacht te beginnen bij het einde van de Qing-dynastie of kort daarna.
Gesproken tegenover geschreven
[bewerken | brontekst bewerken]De gesproken oorsprong
[bewerken | brontekst bewerken]Een belangrijk aspect van klassieke Chinese poëzie is dat het in het algemeen was ontworpen om te worden gezongen of voorgedragen, met of zonder muzikale begeleiding. Bijvoorbeeld "folk"-poëzie werd op gehoor gemaakt, omdat veel mensen analfabeet waren. Maar ook de poëzie van de meer literair geschoolde mensen waren oorspronkelijk bedoeld om te worden gezongen of voorgedragen.
Karakteristieken van geschreven poëzie
[bewerken | brontekst bewerken]De bijzondere karakteristieken van het Chinese schrijfsysteem speelden een belangrijke rol in de Chinese poëzie. In feite werd de Chinese poëtische traditie voor een deel bepaald door het feit dat woorden kunnen worden weergegeven door hun corresponderende Chinese tekens half onafhankelijk van hun uitspraak (dit is zelfs het geval bij hun gebruik in het Japans, Koreaans, Vietnamees). De uitspraak veranderde zelfs veel in de loop van de tijd van de oudste geschreven Chinese poëzie (in oud-Chinees), door de Midden Chinese periode (inclusief de Tang-dynastie) tot de moderne Chinese tijd. Gedurende deze ontwikkeling, evolueerde klassiek Chinees als een aparte literaire taal. De spanning tussen die twee werkte in beide richtingen. De poëzie van de klassieke literatuur heeft zinnen en uitdrukkingen uit de volkstaal overgenomen, en de volkspoëzie gebruikt soms literaire frasen en constructies.
Invloed van het Chinese schrijfsysteem
[bewerken | brontekst bewerken]Geleerden hebben ook gevraagd tot welke hoogte het beeldelement, latent aanwezig in Chinese tekens, klassieke Chinese poëzie hebben gevormd. De etymologie van Chinese tekens is gerelateerd maar onderscheiden van de evolutie van de taal zelf. Zoals het geval met veel oude schrijfsystemen, zoals het Fenicische alfabet zijn veel van de eerste tekens waarschijnlijk begonnen als pictogrammen, met een gegeven woord corresponderend met een beeld representerend dat idee.
Tegen de tijd van de klassieke Chinese poëzie, had een complex schrijfsysteem ontwikkeld, met veel beeldtekens als combinatie van andere, gekozen om overeenkomsten van beeld en/of geluid. Het resulterende sterke grafische aspect tegenover dat het zwakkere van geluid (in vergelijking tot andere talen, zoals Nederlands) is erg belangrijk. Toch hebben verschillende vertalers dit aspect verschillend gewaardeerd. Bijvoorbeeld de sinoloog en vertaler A. C. Graham waarschuwt tegen een te veel benadrukken van dit visuele aspect. Hij zegt: "Het is tamelijk moeilijk dit effect in te schatten omdat een gewone Chinese lezer zich er nauwelijks van bewust is. Poëzie in China en elders zijn in de eerste plaats een patroon van klanken." Hoewel, Graham suggereert niet dat de Chinese dichter zich niet bewust is van de achtergrond van de tekenconstructie.
Kenmerken
[bewerken | brontekst bewerken]Klassieke Chinese poëzie heeft verschillende kenmerken:
Persona
[bewerken | brontekst bewerken]Het gebruik van een poëtische persoon komt veel voor in Chinese poëzie. De schrijver schrijft dan een gedicht vanuit het gezichtspunt van een andere persoon of van een type van een persoon, die vrij herkenbaar is. Voorbeelden van typen zijn: De verlaten vrouw, de concubine uit de keizerlijke harem, die niet wordt gezien, de soldaat op een ver front.
Sociopolitieke kritiek
[bewerken | brontekst bewerken]Veel poëzie kan worden gelezen als commentaar op lopende gebeurtenissen en samenleving. Soms is dit verhuld door symboliek. Een schrijver die zo commentaar leverde was de Tang-dichter Bai Jayi.
Symbolisme
[bewerken | brontekst bewerken]Sommige symbolen werden vrij gewoon en zijn de sleutel om veel klassieke Chinese gedichten te begrijpen. Bijvoorbeeld een vallend herfstblad kan verwijzen naar een persoonlijke of dynastieke verval.
Veel gedichten werden geschreven als meer of minder subtiele klachten over de behandeling die de schrijver door de regering. Dit is deels te wijten aan het keizerlijke examensysteem als manier om getalenteerde personen in politiek hoge positie te krijgen, en de verwachtingen van die personen om zo'n positie te krijgen.
Optische precisie
[bewerken | brontekst bewerken]Deels te wijten aan de mogelijkheden van de taal en deels als esthetisch principe zijn veel klassieke Chinese gedichten niet precies wanneer het gaat om geslacht, aantal hoofd of kleine letter of andere logisch informatieve elementen, die in Indo-Europese talen moeilijk te negeren zijn.
Lezerparticipatie
[bewerken | brontekst bewerken]Veel klassieke Chinese gedichten lijken eenvoudig aan de oppervlakte, maar bevatten diepere ideeën. Om te beseffen wat deze zijn, wordt verwacht dat de lezer de dichter halverwege ontmoet - niet alleen om iets verteld te worden, maar om actief te denken en te voelen met de dichter of met de dichters persona.
Bloemlezingen
[bewerken | brontekst bewerken]Vanaf het begin van de Klassieke Chinese poëzie waren bloemlezingen aanwezig:
- Shijing of Klassieker van Poëzie, uit het begin van het eerste millennium voor onze jaartelling - volgens overlevering samengesteld door Confucius
- Chuci of Liederen van het Zuiden
- Negentien Oude Gedichten ontstaan tijdens de Han-dynastie (206 v.Chr.–220 n.Chr.)
- Nieuwe Liederen van het Jade Terras, uit de periode Zes Dynastieën (220–589 onze jaartelling)
- Gedichten verzameld uit de orchidee paviljoen ontmoeting, uit de periode Zes Dynastieën
- Middernachtliederen, uit de periode Zes Dynastieën
- De driehonderd Tang-gedichten
- De verzamelde Tang-gedichten
Invloed
[bewerken | brontekst bewerken]Klassieke Chinese poëzie heeft invloed gehad op moderne Chinese poëzie, maar ook op de poëzie van andere talen. Deze invloed is bijvoorbeeld al sterk op vroege Vietnamese en Koreaanse poëzie.
- Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Classical Chinese poetry op de Engelstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
- ↑ Zie ook Duitstalige Wikipedia, onder de:Cao Cao