Hyperhidrose
Uiterlijk
Hyperhidrose | ||||
---|---|---|---|---|
Coderingen | ||||
ICD-10 ICD-9 |
R61 780.8 | |||
eMedicine | derm/893 | |||
|
Hyperhidrose is in de geneeskunde een term voor overmatig zweten. Meestal is het overmatig zweten beperkt tot oksels en handpalmen en/of voetzolen, maar het kan zich over de hele huid (gegeneraliseerd) voordoen. Overmatig zweten kan 'secundair' zijn: een uiting zijn van een onderliggende aandoening (bv. diabetes mellitus, hyperthyreoïdie, medicijnen), maar meestal is het 'primair', dat wil zeggen zonder aanwijsbare oorzaak. Het zweten kan invaliderende vormen aannemen.
Mogelijke behandelingen
[bewerken | brontekst bewerken]- Aluminiumchloride of aluminiumhydroxychloride als depvloeistof of crème. Kan huidirritatie geven.
- Iontoforese: door een elektrische lading door de huid te laten lopen, wordt de zweetproductie voor langere tijd (dagen) geremd.
- Botulinetoxine: injecties met botuline toxine in de oppervlakkige dermis remmen de zweetproductie gedurende 3-9 maanden. Doordat de injecties te pijnlijk zijn is dit minder toepasbaar voor de handen of voeten.
- Excisie of curettage van zweetklieren van de oksel. Levert littekens in de oksel op. Resultaat is niet volledig en niet gegarandeerd.
- Sympathectomie. Het (tijdelijk) blokkeren of (definitief) doornemen van de zenuwen die de zweetklieren aansturen. Niet zonder risico.
- Medicatie:
- Sympathicolytica zoals oxybutynine, scopolamine of glycopyrronium remmen de zweetproductie, maar hebben vaak te veel bijwerkingen zoals droge mond en duizeligheid.
- Bètablokkers zoals propranolol kunnen incidenteel effect hebben. Mogelijk vooral in de gevallen waarin spanning en zenuwachtigheid een rol speelt.