Naar inhoud springen

KNVB Beker

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf KNVB-Beker)
Voor het gelijknamige vrouwenvoetbaltoernooi, zie KNVB Beker (vrouwen).
TOTO KNVB Beker
KNVB Beker
Land Vlag van Nederland Nederland
Bond KNVB
Opgericht 1899
Systeem Knock-out
Internationale
kwalificatie
UEFA Europa League
Huidige kampioen Feyenoord (2023/2024)
Recordkampioen Ajax (20)
Website totoknvbbeker.nl
Huidig seizoen 2024/25
Portaal  Portaalicoon   Voetbal
Finale van de KNVB Beker in 1944 tussen Willem II en Groene Ster

De TOTO KNVB Beker is een Nederlandse voetbalcompetitie voor mannen georganiseerd door de nationale voetbalbond KNVB. Het toernooi is de oudste nog bestaande voetbalcompetitie van Nederland.

De competitie wordt van oudsher afgewerkt in het knock-outsysteem. In de acht seizoenen 1977/78 tot en met 1984/85 werden in de kwartfinales en halve finales in dit knock-outsysteem twee wedstrijden gespeeld (in plaats van 1). Iedere club speelde 1 wedstrijd thuis en 1 wedstrijd uit tegen zijn tegenstander. In de twee seizoenen 1981/82 en 1982/83 werden bovendien niet alleen in de kwartfinales en halve finales, maar ook in de finales twee wedstijden gespeeld, 1 thuis en 1 uit voor de betreffende finalisten (FC Utrecht-AZ'67 1-0, AZ'67-FC Utrecht 5-1; Ajax-NEC 3-1, NEC-Ajax 1-3). Tussen 1994 en 2003 werd de knock-outfase voorafgegaan door een groepsfase. Vaak kregen hooggeplaatste ploegen uit de Eredivisie of de clubs die Europees speelden een beschermde status, waardoor zij later in het toernooi mochten instromen. Tussen 2006/07 en 2018/19 stroomden alle profclubs gelijktijdig in (vanaf de 1/32e finales). In 2019/20 zijn de clubs die actief zijn in de groepsfase van een Europees clubtoernooi vrijgesteld van de eerste ronde.

De deelnemers zijn:

De finale van het toernooi wordt sinds 1989 traditiegetrouw in Stadion Feijenoord afgewerkt en werd voorheen vaak op Hemelvaartsdag gespeeld. Later werd de finale verplaatst naar een eerdere datum, zodat deze plaatsvindt voorafgaand aan de play-offs in de Eredivisie. In 2010 bestond de finale uit veiligheidsoverwegingen uit twee wedstrijden. De finale ging toen tussen Ajax en Feyenoord en deze clubs mochten geen uitsupporters meenemen. Door de finale over twee wedstrijden te verdelen konden de supporters van beide ploegen een finale zien.

De bekerwinnaar mag het volgende seizoen deelnemen aan de traditionele seizoensopening, de Johan Cruijff Schaal, en plaatst zich voor de play-offs van de UEFA Europa League. Als een team kampioen wordt en de beker wint, heeft dit team de dubbel gewonnen. Wanneer de bekerwinnaar in competitieverband een hogere Europese plaatsing heeft weten te bewerkstelligen, wordt het ticket vanuit het bekertoernooi vergeven aan de eerstvolgende rechthebbende club met een lagere Europese plaatsing in de competitie (en dus niet aan de verliezend finalist).

Sinds het seizoen 2016/2017 dienen de meeste amateurclubs twee voorronden te spelen, voordat ze worden toegelaten tot het hoofdtoernooi.

HFC Haarlem na het winnen van de Holdert-beker in 1902

Naar voorbeeld van de FA Cup in Engeland, werd er op 11 maart 1894 een voetbalbekertoernooi gespeeld om het Holdertbeeld, dat beschikbaar gesteld werd door Hak Holdert, secretaris van RAP en zoon van de oprichter van De Telegraaf. Bij gebrek aan animo en de vele afmeldingen waren alleen de Haarlemsche Football Club en HFC Haarlem erin geslaagd een wedstrijd te organiseren. Dat is het eerste bekerduel in de Nederlandse voetbalgeschiedenis en HFC wint met 3–1.

Vier jaar later wordt er, na een bondsvergadering in Den Haag op 15 januari 1898, opnieuw een voetbalbekertoernooi georganiseerd. Het bestuur van de Nederlandsche Voetbalbond (NVB), later KNVB, besloot in 1899 een toernooi voor bondsverenigingen te organiseren.

Door ondernemer Hak Holdert werd wederom een beker beschikbaar gesteld. In het seizoen 1898/99 werd voor de eerste keer de naar hem vernoemde Holdertbeker uitgereikt. De eerste Nederlandse bekerwinnaar in deze nieuwe toernooiopzet werd RAP Amsterdam dat in de finale HVV uit in Den Haag met 1–0 versloeg

Gouden TOSS Munt, ontworpen door Hennie Bouwe.

In 2018 werd de 100ste KNVB Bekerfinale gespeeld. Ter gelegenheid daarvan verscheen een uitgifte van de Koninklijke Nederlandse Munt, de Gouden TOSS-munt.

Naamgeving en trofee

[bewerken | brontekst bewerken]
De KNVB Beker
KNVB Beker, Quick 1888, seizoen 1948/1949

De beker heette de Holdertbeker, behalve tussen 1921 en 1929 toen de beker NVB-beker heette, naar de bond. Pas in 1946 kreeg het bekertoernooi een andere naam, de 'KNVB Beker' en werd ook voor het eerst zilver gebruikt voor de beker. Dat was een zeer kostbaar geschenk, omdat edelmetalen vlak na de Tweede Wereldoorlog schaars waren. Deze beker werd aangeboden door de Algemene Nederlandse Voetbalvereniging De Zwaluwen. Het Parool schrijft op 6 maart 1946 dat de zilveren beker al in 1941 is aangekocht. Het Algemeen Handelsblad weet vervolgens te melden dat de zilveren trofee bijna door de Duitse bezetter geconfisqueerd was. De beker was ondergebracht bij een meneer De Haan, die de trofee – met gevaar voor eigen leven – verscheidene malen moest verplaatsen.[1] In 1944 leverde de laatste winnaar, Willem II, de wisselbeker in bij de bond en sindsdien ontbreekt elk spoor. Op 17 september 2022 reikte de KNVB aan de zeventien nog bestaande winnaars van de Holdert-beker een replica uit.[2]

Vanaf 1995 werd bierbrouwer Amstel sponsor van het bekerevenement. Feyenoord en FC Volendam speelden voor het eerst een finale om de Amstel Cup, die de Rotterdamse club met 2-1 van FC Volendam won.

In augustus 2005 werd er opnieuw een naamswijziging doorgevoerd. Sindsdien werd er gestreden om de Gatorade Cup, vernoemd naar sportdrankenfabrikant Gatorade. Vanaf het seizoen 2006/07 heet het toernooi weer KNVB Beker, maar Gatorade bleef sponsor van het bekertoernooi.

Sinds het seizoen 2017/18 is de naam van het toernooi officieel de TOTO KNVB Beker. TOTO verwijst hier naar de sponsor Nederlandse Loterij.

De nationale beker heeft als bijnaam 'de dennenappel'.[3] In 2018 werd er eenmalig een gouden versie van de beker uitgereikt ter ere van de 100ste bekerfinale.[4]

Jaar Naam
1894-1898 Holdertbeeld
1899-1920 Holdertbeker
1921-1929 NVB-beker
1930-1945 Holdertbeker
1946-1994 KNVB Beker
1995-2004 Amstel Cup
2005 Gatorade Cup
2006-2017 KNVB Beker
2018-heden Toto KNVB Beker

Europees voetbal

[bewerken | brontekst bewerken]

De winnaar van de TOTO KNVB Beker plaatst zich voor de wedstrijd om de Johan Cruijff Schaal alsmede voor Europees voetbal. Van 1961 tot 1998 was dat voor het Europacup II-toernooi, daarna voor het UEFA Cup toernooi en vanaf 2009 voor de UEFA Europa League. Als de bekerwinnaar zich echter plaatst voor de UEFA Champions League, krijgt de verliezend finalist de plaats toegewezen. Vanaf het seizoen 2014/2015 plaatste hooguit de winnaar zich voor Europees voetbal. Indien deze al geplaatst is voor de Champions League, zal de plaats voor Europees voetbal gegeven worden aan de hoogstgeplaatste ploeg uit de competitie en niet meer aan de verliezend finalist. Vanaf seizoen 2015/2016 plaatste de bekerwinnaar zich automatisch voor de groepsfase van de Europa League, mits Nederland in de coëfficiëntenlijst[5] van de UEFA bij de eerste twaalf zit.

In het seizoen 1961/62 was Ajax de eerste Nederlandse deelnemer in het toernooi om de Europacup II (Cup Winners Cup). Ajax was ook de enige Nederlandse club die de finale van dit toernooi bereikte. In het seizoen 1986/87 werd deze met 1-0 gewonnen van het Oost-Duitse Lokomotive Leipzig en het seizoen erop, 1987/88, werd deze met 0-1 verloren van het Belgische KV Mechelen.

In 1998 werd een extra wedstrijd gespeeld tussen de verliezend halvefinalisten, omdat de finalisten Ajax en PSV zich beide hadden gekwalificeerd voor de UEFA Champions League. Deze wedstrijd tussen Heerenveen en FC Twente eindigde in het Oosterenkstadion in Zwolle in 3-1, waardoor Heerenveen zich plaatste voor het Europacup II-toernooi.

In de huidige opzet wordt, als zowel de verliezend finalist als de winnaar van het toernooi bij de eerste drie ploegen in de eredivisie zit, de Europa League plaats vergeven aan de nummer 4 (of 5 zie: UEFA-coëfficiënten) van de Eredivisie, die dan geen play-offs hoeft te spelen om de laatste Europa League-plaats.

Geen bekerfinale

[bewerken | brontekst bewerken]

Tussen 1919 en 1960 werd het toernooi achttien keer niet gespeeld. In 1919 vond voor de eerste keer geen bekertoernooi plaats. In de jaren twintig werd het toernooi drie keer niet gespeeld (1922, 1923, 1924) en ook in 1931 en 1933 moest Nederland het zonder bekercompetitie stellen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog en enkele jaren daarna (1940-1942, 1945, 1947) werd er ook geen bekertoernooi georganiseerd. Ten slotte werd er wegens geringe belangstelling ook van 1950-1956 en in 1960 niet om de beker gestreden.

Drie keer, in 1929, 1946 en 2020, werd het bekertoernooi voortijdig gestaakt. In 2020 was er geen finale wegens de coronapandemie.

Jaar Winnaar Nr Uitslag Finalist
1899 RAP 1 1–0 n.v. HVV
1900 Velocitas Breda 1 3–1 Ajax Leiden
1901 HBS 1 4–3 RAP
1902 HFC Haarlem 1 2–1 HBS
1903 HVV 1 6–1 HBS
1904 Koninklijke HFC 1 3–1 HVV
1905 VOC 1 3–0 HBS-2
1906 DSV Concordia 1 3–2 AC & VV Volharding
1907 VOC 2 4–3 nv Voorwaarts
1908 HBS-2 2 3–1 VOC-2
1909 H.V. & C.V. Quick-2 1 2–0 VOC
1910 H.V. & C.V. Quick-2 2 2–0 HVV-2
1911 H.V. & C.V. Quick 3 1–0 HFC Haarlem
1912 HFC Haarlem 2 2–0 Vitesse
1913 Koninklijke HFC 2 4–1 DFC
1914 DFC 1 3–2 HFC Haarlem
1915 Koninklijke HFC 3 1–0 HBS
1916 H.V. & C.V. Quick 4 2–1 n.v. HBS
1917 Ajax 1 5–0 VSV
1918 RCH 1 2–1 VVA
1919 Niet gespeeld
1920 CVV 1 2–1 VUC
1921 VV Schoten 1 2–1 RFC Rotterdam
1922 Niet gespeeld
1923
1924
1925 ZFC 1 5–1 RFC Xerxes
1926 T.S.V. LONGA 1 5–2 De Spartaan
1927 VUC 1 3–1 Vitesse
1928 RCH 2 2–0 PEC
1929 Toernooi gestaakt
1930 Feijenoord 1 1–0 Excelsior
1931 Niet gespeeld
1932 DFC 2 5–4 nv PSV
1933 Niet gespeeld
1934 Velocitas 1897 1 3–2 nv Feijenoord
1935 Feijenoord 2 5–2 HVV Helmond
1936 RFC Roermond 1 4–2 KFC
1937 Eindhoven 1 1–0 De Spartaan
1938 VSV 1 4–1 AGOVV
1939 WVV Wageningen 1 2–1 n.v. PSV
1940 Niet gespeeld
Jaar Winnaar Nr Uitslag Finalist
1941 Niet gespeeld
1942
1943 Ajax 2 3–2 DFC
1944 Willem II 1 9–2 RKSV Groene Ster
1945 Niet gespeeld
1946 Toernooi gestaakt
1947 Niet gespeeld
1948 WVV Wageningen 2 0–0 n.s. (2–1) DWV Amsterdam
1949 Quick 1888 1 1-1 n.s. (2–1) SC Helmondia
1950 PSV 1 4–3 n.v. HFC Haarlem
1951 Niet gespeeld
1952
1953
1954
1955
1956
1957 Fortuna '54 1 4–2 Feijenoord
1958 Sparta Rotterdam 1 4–3 Volendam
1959 VVV 1 4–1 ADO
1960 Niet gespeeld
1961 Ajax 3 3–0 NAC
1962 Sparta Rotterdam 2 1–0 nv DHC
1963 Willem II 2 3–0 ADO
1964 Fortuna '54 2 0–0 n.s. (4–3) ADO
1965 Feijenoord 3 1–0 Go Ahead
1966 Sparta Rotterdam 3 1–0 ADO
1967 Ajax 4 2–1 n.v. NAC
1968 ADO 1 2–1 Ajax
1969 Feijenoord 4 1–1 n.v. 2–0 PSV
1970 Ajax 5 2–0 PSV
1971 Ajax 6 2–2 n.v. 2–1 Sparta Rotterdam
1972 Ajax 7 3–2 FC Den Haag
1973 NAC 1 2–0 NEC
1974 PSV 2 6–0 NAC
1975 FC Den Haag 2 1–0 FC Twente '65
1976 PSV 3 1–0 n.v. Roda JC
1977 FC Twente '65 1 3–0 n.v. PEC Zwolle
1978 AZ '67 1 1–0 Ajax
1979 Ajax 8 1–1 n.v. 3–0 FC Twente '65
1980 Feyenoord 5 3–1 Ajax
1981 AZ '67 2 3–1 Ajax
1982 AZ '67 3 0–1, 5–1 FC Utrecht
Jaar Winnaar Nr Uitslag Finalist
1983 Ajax 9 3–1, 3–1 NEC
1984 Feyenoord 6 1–0 Fortuna Sittard
1985 FC Utrecht 1 1–0 Helmond Sport
1986 Ajax 10 3–0 RBC
1987 Ajax 11 4–2 n.v. FC Den Haag
1988 PSV 4 3–2 n.v. Roda JC
1989 PSV 5 4–1 FC Groningen
1990 PSV 6 1–0 Vitesse
1991 Feyenoord 7 1–0 BVV Den Bosch
1992 Feyenoord 8 3–0 Roda JC
1993 Ajax 12 6–2 sc Heerenveen
1994 Feyenoord 9 2–1 NEC
1995 Feyenoord 10 2–1 FC Volendam
1996 PSV 7 5–2 Sparta Rotterdam
1997 Roda JC 1 4–2 sc Heerenveen
1998 Ajax 13 5–0 PSV
1999 Ajax 14 2–0 Fortuna Sittard
2000 Roda JC 2 2–0 NEC
2001 FC Twente 2 0–0 n.s. (4–3) PSV
2002 Ajax 15 3–2 n.v. FC Utrecht
2003 FC Utrecht 2 4–1 Feyenoord
2004 FC Utrecht 3 1–0 FC Twente
2005 PSV 8 4–0 Willem II
2006 Ajax 16 2–1 PSV
2007 Ajax 17 1–1 n.s. (8–7) AZ
2008 Feyenoord 11 2–0 Roda JC
2009 sc Heerenveen 1 2–2 n.s. (5–4) FC Twente
2010 Ajax 18 2–0, 4–1[6] Feyenoord
2011 FC Twente 3 3–2 n.v. Ajax
2012 PSV 9 3–0 Heracles Almelo
2013 AZ 4 2–1 PSV
2014 PEC Zwolle 1 5–1 Ajax
2015 FC Groningen 1 2–0 PEC Zwolle
2016 Feyenoord 12 2–1 FC Utrecht
2017 Vitesse 1 2–0 AZ
2018 Feyenoord 13 3–0 AZ
2019 Ajax 19 4–0 Willem II
2020 Toernooi gestaakt, finalisten waren FC Utrecht en Feyenoord.
2021 Ajax 20 2–1 Vitesse
2022 PSV 10 2–1 Ajax
2023 PSV 11 1–1 n.s. (3–2) Ajax
2024 Feyenoord 14 1–0 N.E.C.
Lijst van bekerwinnaars en finalisten
Bekertitels Verliezend finalist Totaal finales Club Jaren
20 8 28 Ajax 1917 1943 1961 1967 1968 1970 1971 1972 1978 1979 1980 1981 1983 1986 1987 1993 1998 1999 2002 2006 2007 2010 2011 2014 2019 2021 2022 2023
14 4 19* Feyenoord 1930 1934 1935 1957 1965 1969 1980 1984 1991 1992 1994 1995 2003 2008 2010 2016 2018 2020* 2024
11 8 19 PSV 1932 1939 1950 1969 1970 1974 1976 1988 1989 1990 1996 1998 2001 2005 2006 2012 2013 2022 2023
4 3 7 AZ 1978 1981 1982 2007 2013 2017 2018
0 4 H.V. & C.V. Quick 1909 1910 1911 1916
3 4 7 FC Twente 1975 1977 1979 2001 2004 2009 2011
3 7* FC Utrecht 1982 1985 2002 2003 2004 2016 2020*
2 5 Sparta Rotterdam 1958 1962 1966 1971 1996
0 3 Koninklijke HFC 1904 1913 1915
2 6 8 ADO Den Haag 1959 1963 1964 1966 1968 1972 1975 1987
5 7 HBS 1901 1902 1903 1905 1908 1915 1916
4 6 Roda JC 1976 1988 1992 1997 2000 2008
3 5 HFC Haarlem 1902 1911 1912 1914 1950
2 4 VOC 1905 1907 1908 1909
DFC 1913 1914 1932 1943
Willem II 1944 1963 2005 2019
0 2 Fortuna '54 1957 1964
WVV Wageningen 1939 1948
RCH 1918 1928
1 4 5 Vitesse 1912 1927 1990 2017 2021
3 4 NAC 1961 1967 1973 1974
PEC Zwolle 1928 1977 2014 2015
HVV 1899 1903 1904 1910
2 3 sc Heerenveen 1993 1997 2009
1 2 RAP 1899 1901
VUC 1920 1927
VSV 1917 1938
FC Groningen 1989 2015
0 1 Velocitas Breda 1900
DSV Concordia 1906
CVV 1920
VV Schoten 1921
ZFC 1925
T.S.V. LONGA 1926
Velocitas 1897 1934
RFC Roermond 1936
Eindhoven 1937
Quick 1888 1949
VVV 1959
0 5 5 NEC 1973 1983 1994 2000 2024
2 2 FC Volendam 1958 1995
Fortuna Sittard 1984 1999
De Spartaan 1926 1937
1 1 Go Ahead 1965
AC & VV Volharding 1906
Excelsior 1930
DHC 1962
BVV Den Bosch 1991
AGOVV 1938
Helmond Sport 1985
Heracles Almelo 2012
RFC Xerxes 1925
HVV Helmond 1935
Ajax (Leiden) 1900
DWV Amsterdam 1948
KFC 1936
RFC Rotterdam 1921
SC Helmondia 1949
RBC 1986
RKSV Groene Ster 1944
Voorwaarts 1907
VVA 1918

* De finale van 2020 ging niet door vanwege de coronapandemie.

Stadions finale[7]
Jaar Stadion Plaats
1899 Sportpark USV Hercules,Sportpark Heemstede Utrecht,Heemstede
1900 Sportpark Sparta Rotterdam Rotterdam
1901-1902 Sportpark HFC Haarlem
1903-1905 Sportpark HVV Den Haag
1906 Sportpark HBS Den Haag
1907 Sportpark HVV Den Haag
1908 Sportpark Sparta Rotterdam Rotterdam
1909 Sportpark DFC Dordrecht
1910 Sportpark Delft Delft[8]
1911 Sportpark Haarlem Haarlem
1912 Sportpark RAP Amsterdam
1913 Het Houten Stadion Amsterdam
1914-1915 Het Nederlandsch Sportpark Amsterdam
1916 Sportpark Houtrust[9] Den Haag
1917-1918 Het Nederlandsch Sportpark Amsterdam
1919 Geen editie
1920 Sportpark DFC Dordrecht
1921 Sportpark USV Hercules Utrecht
1922-1924 Geen editie
1925 Sportpark UVV Utrecht
1926 Sportpark USV Hercules Utrecht
1927 Monnikenhuize Arnhem
1928 Sportpark Berestein Hilversum
1929 Geen editie
1930 Het Kasteel Rotterdam
1931 Geen editie
1932 Tilburgs Sportpark Tilburg
1933 Geen editie
1934 Sportpark UVV Utrecht
1935 Kromme Zandweg Rotterdam
1936 Stadion De Vliert Den Bosch
1937 Sportterrein aan de Spaarndammerdijk Amsterdam
1938 Sportpark UVV Utrecht
1939 Sportpark Eendracht Arnhem
1940-1942 Geen editie
1943 Olympisch Stadion Amsterdam
1944 Sportpark Aalsterweg Eindhoven
1945-1947 Geen editie
1948 Olympisch Stadion Amsterdam
1949 Sportpark Aalsterweg Eindhoven
1950 De Kuip Rotterdam
1951-1956 Geen editie
1957 De Kuip Rotterdam
1958 Olympisch Stadion Amsterdam
1959 Zuiderparkstadion Den Haag
1960 Geen editie
1961 Zuiderparkstadion Den Haag
1962 Het Kasteel Rotterdam
1963 Zuiderparkstadion Den Haag
1964 Philips Stadion Eindhoven
1965-1966 De Kuip Rotterdam
1967 Stadion De Meer Amsterdam
1968 Zuiderparkstadion Den Haag
1969 De Kuip Rotterdam
De Kuip Rotterdam
1970 Stadion De Vliert Den Bosch
1971 De Kuip Rotterdam
Olympisch Stadion Amsterdam
1972-1976 De Kuip Rotterdam
1977 De Goffert Nijmegen
1978 Olympisch Stadion Amsterdam
1979 De Kuip Rotterdam
De Kuip Rotterdam
1980 De Kuip Rotterdam
1981 Olympisch Stadion Amsterdam
1982 Veemarktterrein Utrecht
Alkmaarderhout Alkmaar
1983 Stadion De Meer Amsterdam
De Goffert Nijmegen
1984 De Kuip Rotterdam
1985 Stadion Galgenwaard Utrecht
1986 Stadion De Meer Amsterdam
1987 Zuiderparkstadion Den Haag
1988 Gemeentelijk Sportpark Tilburg Tilburg
1989-2009 De Kuip Rotterdam
2010 Amsterdam ArenA Amsterdam
De Kuip Rotterdam
2011-2019 De Kuip Rotterdam
2020 De Kuip Rotterdam
2021-heden De Kuip Rotterdam

Topscorers KNVB Beker (heden-1961[10])

[bewerken | brontekst bewerken]
Seizoen Speler Club(s) Aantal
2023/2024 Vlag van Noorwegen Kornelius Hansen
Vlag van Nederland Milan Smit
Almere City FC
SC Cambuur
5
2022/2023 Vlag van Nederland Floris van der Linden SV Spakenburg 4
2021/2022 Vlag van Brazilië Danilo Feyenoord 6
2020/2021 8 spelers 3
2019/2020 Vlag van Nederland Steven Berghuis
Vlag van België Samy Bourard
Vlag van België Mike Trésor Ndayishimiye
Feyenoord
FC Eindhoven
Willem II
4
2018/2019 Vlag van Nederland Oussama Idrissi AZ 6
2017/2018 Vlag van Nederland Wout Weghorst AZ 9
2016/2017 Vlag van Engeland Lewis Baker Vitesse 5
2015/2016 Vlag van Nederland Patrick Gerritsen
Vlag van Frankrijk Sébastien Haller
Excelsior '31
FC Utrecht
5
2014/2015 Vlag van Polen Arkadiusz Milik Ajax 8
2013/2014 Vlag van Verenigde Staten Aron Jóhannsson AZ 6
2012/2013 Vlag van Verenigde Staten Jozy Altidore AZ 8
2011/2012 Vlag van Nederland Bas Dost sc Heerenveen 6
2010/2011 Vlag van Nederland Albert van Nijhuis Sparta Nijkerk 5
2009/2010 Vlag van Uruguay Luis Suárez Ajax 8
2008/2009 Vlag van Nederland Paul Weerman WKE 5
2007/2008 Vlag van Nederland Roy Makaay Feyenoord 7
2006/2007 Vlag van Duitsland Simon Cziommer AZ 7
2005/2006 Vlag van Nederland Klaas-Jan Huntelaar sc Heerenveen
Ajax
6
2004/2005 Vlag van Nederland Dennis de Nooijer FC Dordrecht 9
2003/2004 Vlag van Nederland Yuri Rose Heracles Almelo 6
2002/2003 Vlag van Nederland Rick Hoogendorp RKC Waalwijk 8
2001/2002 Vlag van Nederland Jan Bruin
Vlag van Nederland Niki Leferink
Vlag van Nederland Peter van Vossen
Cambuur Leeuwarden
Go Ahead Eagles
De Graafschap
6
2000/2001 Vlag van Nederland Jan Vennegoor of Hesselink FC Twente 8
1999/2000 Vlag van Nederland Jack de Gier N.E.C. 12
1998/1999 Vlag van Nederland Dirk Jan Derksen FC Zwolle 9
1997/1998 Vlag van Nederland Vlag van Suriname Dean Gorré
Vlag van Nederland Marcel Koning
Vlag van Nederland Anthony Lurling
Ajax
N.E.C.
FC Den Bosch
6
1996/1997 Vlag van Nederland John Bosman
Vlag van Nederland Harry van der Laan
FC Twente
SC Cambuur
7
1995/1996 Vlag van Nederland Virgil Breetveld De Graafschap 8
1994/1995 Vlag van Nederland Hans van Arum
Vlag van Nederland Leeroy Echteld
Vlag van Nederland Jack de Gier
Vlag van Servië Miroslav Stefanović
RKC Waalwijk
sc Heerenveen
Go Ahead Eagles
FC Volendam
7
1993/1994 Vlag van Nederland Tony Alberda
Vlag van Nederland Emiel van Eijkeren
Vlag van Nederland Pierre van Hooijdonk
Vlag van Nederland Harry van der Laan
Vlag van Japan Takafumi Ogura
Vlag van Zweden Stefan Pettersson
sc Heerenveen
FC Den Haag
NAC Breda
FC Den Haag
Excelsior
Ajax
4
1992/1993 Vlag van Nederland Edgar Davids Ajax 5
1991/1992 Vlag van Nederland Paul Bremer
Vlag van Nederland Maurice Graef
Vlag van Nederland Piet Keur
SC Rheden
VVV-Venlo
HFC Haarlem
4
1990/1991 Vlag van Brazilië Romário
Vlag van Nederland Martin van Geel
PSV
Willem II
5
1989/1990 Vlag van Nederland Harry van der Laan
Vlag van Nederland Erik Willaarts
FC Den Haag
FC Utrecht
5
1988/1989 Vlag van Nederland Willem van der Ark
Willem II
6
1987/1988 Vlag van Nederland Ad van de Wiel
RKC Waalwijk
5
1986/1987 Vlag van Nederland Marco van Basten
Ajax
7
1985/1986 Vlag van Nederland Guus van der Borgt
NAC Breda
7
1984/1985 Vlag van Noorwegen Hallvar Thoresen
PSV
8
1983/1984 Vlag van Nederland Ruud Gullit
Feyenoord
9
1982/1983 Vlag van Nederland Alex van de Klift
FC Wageningen
7
1981/1982 Vlag van Nederland Pier Tol
AZ
8
1980/1981 Vlag van Nederland Wim Kieft
Ajax
9
1979/1980 Vlag van Denemarken Frank Arnesen
Ajax
8
1978/1979 Vlag van Engeland Ray Clarke
Ajax
6
1977/1978 Vlag van Nederland Ruud Geels
Ajax
6
1976/1977 Vlag van Nederland John van Diggele
Excelsior
4
1975/1976 Vlag van Nederland Willy van der Kuijlen
PSV
10
1974/1975 Vlag van Nederland Johan Zuidema
FC Twente
5
1973/1974 Vlag van Nederland Willy van der Kuijlen
PSV
7
1972/1973 Vlag van Nederland Dick Advocaat
Vlag van Nederland Frans Bouwmeester jr.
Vlag van Nederland Kees Kist
Vlag van Nederland Aad Mansveld
Vlag van Denemarken Bent Schmidt Hansen
Vlag van Nederland Wessel van den Bosch
ADO Den Haag
NAC Breda
AZ
ADO Den Haag
PSV
USV Elinkwijk
3
1971/1972 Vlag van Nederland Johan Cruijff
Vlag van Nederland Piet Keizer
Vlag van Nederland Sjaak Roggeveen
Vlag van Nederland Sjaak Swart
Vlag van Nederland Hans van Eeden
Ajax
Ajax
ADO Den Haag
Ajax
ADO Den Haag
3
1970/1971 Vlag van Nederland Johan Cruijff
Vlag van Nederland Jan Klijnjan
Ajax
Sparta Rotterdam
5
1969/1970 Vlag van Nederland Johan Cruijff
Ajax
6
1968/1969 Vlag van Nederland Willy van der Kuijlen
Vlag van Nederland Henk Wery
PSV
Feyenoord
7
1967/1968 Vlag van Nederland Rikkert La Crois
SC Veendam
7
1966/1967 Vlag van Nederland Johan Cruijff
Ajax
5
1965/1966 Vlag van Denemarken Ole Madsen
Sparta Rotterdam
10
1964/1965 Vlag van Nederland Wout van Meeteren
Vlag van Nederland Wietse Veenstra
SVV
Go Ahead Eagles
6
1963/1964 Vlag van Nederland Cees Groot
Vlag van Nederland Piet van Rhijn
Ajax
Fortuna '54
5
1962/1963 Vlag van Nederland Piet Buis
Alkmaar '54
7
1961/1962 Vlag van Nederland Chiel Jansen
DHC Delft
6
1960/1961 Vlag van Nederland Henk Groot
Ajax
14

Meeste finales

[bewerken | brontekst bewerken]

De meeste finales werden gespeeld door AFC Ajax (28×) en deze club won de beker ook het vaakst (20×), PSV speelde negentien keer de finale en won er elf daarvan. Feyenoord speelde achttien keer de finale en won veertienmaal de beker. ADO Den Haag (waarvan drie keer als FC Den Haag) stond achtmaal in de finale. Het Haagse HBS (tussen 1902-1916), AZ, FC Utrecht en FC Twente wisten zeven keer de eindstrijd te bereiken.

Drie clubs wonnen drie opeenvolgende keren de finale:

H.V. & C.V. Quick uit Den Haag in 1909, 1910, 1911. De eerste twee edities stond het tweede elftal in de finale.
Ajax uit Amsterdam in 1970, 1971, 1972.
PSV uit Eindhoven in 1988, 1989, 1990.

Aangetekend moet worden dat Ajax bij het behalen van drie titels op rij niet ongeslagen bleef. In de eerste titelstrijd van deze reeks werd in de derde ronde met 2-1 verloren van AZ '67. Dit betekent normaliter uitschakeling. Omdat er echter maar zeven ploegen over waren, werd een van de verliezers alsnog ingeloot. AFC Ajax was de gelukkige en won vervolgens de beker.

Grootste uitslag

[bewerken | brontekst bewerken]

Tijdens het seizoen 1903/04 won HFC met 25-0 tegen AC & FC VVV uit Amsterdam, nog altijd een record in de Nederlandse bekercompetitie. Eddy Holdert scoorde dertien keer; ook een record.

De grootste uitslag sinds de invoering van het profvoetbal is de 18-1 van NAC Breda tegen VV Dongen in het seizoen 1958/59.

De grootste uitslag in een bekerfinale was op 11 juni 1944. Willem IIGroene Ster Heerlerheide eindigde in Eindhoven in 9-2.

Snelste doelpunt in finale

[bewerken | brontekst bewerken]

De Braziliaan Romário maakte in 1989 namens PSV het vroegste doelpunt in een bekerfinale toen hij in de 2e minuut scoorde.

Meeste doelpunten in finale door speler

[bewerken | brontekst bewerken]

In de bekerfinale van 1935 scoorde Wim Groenendijk namens Feyenoord vier keer tegen HVV Helmond.

Zie de categorie KNVB Cup van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.