Liesbeth Ribbius Peletier
Liesbeth Ribbius Peletier | ||||
---|---|---|---|---|
Liesbeth Ribbius Pelletier
| ||||
Algemeen | ||||
Volledige naam | Anna Elisabeth Ribbius Peletier | |||
Geboren | Utrecht, 29 juli 1891 | |||
Overleden | Scheveningen, 30 september 1989 | |||
Partij | SDAP, PvdA | |||
Titulatuur | mr. | |||
Functies | ||||
1931–1941, 1946–1958 |
Lid Provinciale Staten van Noord-Holland | |||
1937–1947 | Lid van de Eerste Kamer | |||
1946–1958 | Lid Gedeputeerde Staten van Noord-Holland | |||
1958–1966 | Lid van de Raad van State | |||
|
Anna Elisabeth (Liesbeth) Ribbius Peletier (Utrecht, 29 juli 1891 – Scheveningen, 30 september 1989) was een Nederlands politicus.[1]
Leven en werk
[bewerken | brontekst bewerken]Ribbius Peletier[2] was een dochter van sigarenfabrikant Gerlacus Ribbius Peletier[3] (1856-1930) en Adriana Louise Wijbelingh (1863-1939). Ze ging naar de meisjes-hbs in Utrecht en deed in 1910 staatsexamen. Ze studeerde vervolgens rechtswetenschap aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Ribbius werd voorzitster van de Utrechtsche Vrouwelijke Studentenvereeniging (1915) en bestuurslid van de Nederlandsche Vereeniging van Vrouwen met Academische Opleiding (1918). Ze behaalde in 1916 haar doctoraalexamen en in 1920 promoveerde ze cum laude op haar proefschrift Leden-contracten bij professor C.W. Star Busmann.
Ribbius trok na haar afstuderen in een Amsterdams pension en ging aan de slag als volontair bij het Centraal Bureau voor Sociale Adviezen. In 1922 werd ze lerares staatsinrichting en recht en adjunct-directrice aan de School voor Maatschappelijk Werk. In haar studietijd voelde ze zich aangetrokken tot het anarchocommunisme. Na een studiereis door Groot-Brittannië, waar ze in contact kwam met de Labour Party, voelde ze meer voor de sociaaldemocratie. Ze werd in 1925 lid van de Arbeiders Jeugd Centrale, de jeugdbeweging van het Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP). Kort daarop werd ze door Mathilde Wibaut gevraagd om te solliciteren als vrouwelijk secretaris van het partijbestuur.[4] Ze volgde Liede Tilanus op als secretaris-penningmeester van het hoofdbestuur van de Bond van Sociaal-Democratische Vrouwenclubs. Zij zorgde voor een uitbreiding van het vrouwenwerk en zette zich in voor scholingswerk voor arbeidersvrouwen.[5] In 1932 kon ze mede dankzij de erfenis van haar vader grond in Bennekom kopen, waar ze het jaar erop het vormingscentrum De Born voor arbeidersvrouwen oprichtte.
- Politieke loopbaan
Ribbius werd verkozen tot lid van de Provinciale Staten van Noord-Holland (1931-1941, 1946-1958) en benoemd tot lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal (1937-1947). Ze was er fractiewoordvoerster op het gebied van justitie en sociale zaken en hield zich bezig met binnenlandse zaken. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de SDAP door de bezetters verboden. Ribbius hield in die tijd contact met de vrouwenclubs, en De Born kon, als privébezit, blijven draaien.[6] Na de oorlog werd ze lid van het partijbestuur van de PvdA en voorzitster van de Vrouwenbond van de partij. Naast dat ze opnieuw lid werd van Provinciale Staten, werd ze lid van de Gedeputeerde Staten van Noord-Holland (1946-1958) en was onder meer belast met gezondheidszorg en ruimtelijke ordening. In 1951 was ze lid van de Verenigde Naties-commissie inzake de rechtstoestand van de vrouw. Ze werd in dat jaar benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. In 1956 was ze VN vrouwenvertegenwoordiger en ging ze naar de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties om daar een toespraak te houden. In april 1958 werd ze benoemd als eerste vrouwelijk lid, naast de koningin, van de Raad van State (1958-1966), waarna ze zich vestigde in Scheveningen. Op 75-jarige leeftijd trad Ribbius af als Staatsraad, maar ze bleef betrokken bij De Born.
Ribbius Peletier overleed in 1989 in haar woonplaats Scheveningen, op 98-jarige leeftijd.
Ribbius Peletier Penning
[bewerken | brontekst bewerken]De ‘Ribbius-Peletier-Penning’ wordt vanaf 2019 voor 5 jaar uitgereikt aan een vrouw die zich verdienstelijk heeft gemaakt voor de positie van vrouwen in de Noord-Hollandse politiek.[7] De penning is ingesteld door Provinciale Staten vanwege 100 jaar vrouwenkiesrecht. De eerste Ribbius Pelletier-penning werd op 7 maart 2019 uitgereikt aan Devika Partiman.[8] Ook Sylvana Simons ontving de penning.
- ↑ De informatie op deze pagina, of een eerdere versie daarvan, is geheel of gedeeltelijk afkomstig van www.parlement.com. Overname was tot 1 februari 2016 toegestaan met bronvermelding.. Gearchiveerd op 14 november 2022.
- ↑ In 1859 werd bij koninklijk besluit de naam Peletier aan de achternaam Ribbius gevoegd.
- ↑ Zie voor meer info over zijn vader en diens onderneming het artikel N.V. Koninklijke Tabak- en Sigarenfabriek voorheen G. Ribbius Peletier Jr..
- ↑ Jansz, Ulla "Peletier, Anna Elisabeth Ribbius" in Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. Gearchiveerd op 14 november 2022.
- ↑ Jansz, Ulla "Ribbius Peletier, Anna Elisabeth (1891-1989)" in Biografisch Woordenboek van Nederland. Gearchiveerd op 14 november 2022.
- ↑ Dijk, Ineke van en Linden, Thea van der "RIBBIUS PELETIER, Anna Elisabeth" in het Biografisch Woordenboek van het Socialisme en de Arbeidersbeweging in Nederland, 6 (1995), p. 174-177. Gearchiveerd op 31 mei 2023.
- ↑ Ribbius Peletier Penning. Gearchiveerd op 29 maart 2023.
- ↑ Joanne van Gool, "Devika Partiman winnaar Ribbius Peletier Penning", Het Parool, 28 februari 2019.