Naar inhoud springen

Lijst van bisschoppen en aartsbisschoppen van Utrecht

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Willibrord, de grondlegger van het (aarts)bisdom Utrecht
Wim Eijk, de huidige aartsbisschop van Utrecht, in het midden, tijdens de zesde Willibrordprocessie in Utrecht in 2008
Het Bisschopshof, de middeleeuwse residentie van de bisschoppen van Utrecht, rond 1645
Maliebaan 40, de huidige ambtswoning van de Utrechtse aartsbisschop, in 2008

Dit is een lijst van bisschoppen en aartsbisschoppen van Utrecht.

Over de eerste bisschoppen van het aartsbisdom Utrecht bestaat weinig zekerheid. Willibrord zetelde te Utrecht als aartsbisschop der Friezen, maar een georganiseerd bisdom Utrecht schijnt pas sinds Alberik I (circa 776) te hebben bestaan. In 795 werd het bisdom Utrecht een suffragaan bisdom van het aartsbisdom Keulen, en daarmee was de kerkelijke indeling van de Noordelijke Nederlanden voor eeuwen vastgelegd.

Vanaf de 8e eeuw kregen de bisschoppen van Utrecht steeds meer wereldlijke macht, doordat zij gebieden in leen kregen van de Duitse keizer. In 1024 verwierf Adelbold II de grafelijke rechten over Drenthe, waardoor de bisschoppen vorsten werden binnen het Heilige Roomse Rijk, ook wel prins-bisschoppen genoemd (al is de titel 'prins-bisschop' niet gebruikelijk in de Utrechtse geschiedschrijving). Hun wereldlijke gebied, het Sticht Utrecht, viel uiteindelijk grofweg samen met de huidige provincies Utrecht, Overijssel en Drenthe.

Van 1423 tot 1448 deed zich het Utrechts Schisma voor, waardoor er feitelijk twee bisschoppen tegelijk waren. In 1528 werd het bisdom geseculariseerd, toen bisschop Hendrik van Beieren de wereldlijke macht moest afstaan aan keizer Karel V. Dit betekende het einde van het Sticht.

Bij de kerkelijke hervorming van 1559 werd Utrecht tot aartsbisdom verheven, met als suffragaan bisdommen Deventer, Haarlem, Leeuwarden, Groningen en Middelburg. Na de dood van aartsbisschop Frederik Schenck van Toutenburg in 1580 en het verbod op uitoefening van het katholieke geloof, stelden de Spanjaarden nog wel twee nieuwe aartsbisschoppen aan, maar deze leefden in ballingschap.

Vanaf 1602 werd het gebied van het aartsbisdom Utrecht bestuurd door een apostolisch vicaris als hoofd van de Hollandse Zending; deze werd meestal ook tot aartsbisschop in partibus infidelium benoemd. Sinds het oudkatholieke schisma van 1723 heeft Utrecht een oudkatholieke aartsbisschop.[1] Er werd vanaf dat jaar geen apostolisch vicaris meer benoemd; als vicesuperior van de Hollandse zending werd de nuntius in Brussel aangesteld, vanaf 1829 de internuntius in Den Haag.
In 1853 vond het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in Nederland plaats. Sindsdien is Utrecht zetel van de rooms-katholieke aartsbisschop van het aartsbisdom Utrecht, tegelijk metropoliet van de Nederlandse kerkprovincie. Utrecht is thans dus de zetel van twee aartsbisschoppen.

Over de eerste Utrechtse kerkjes die als kathedraal dienstdeden bestaat weinig zekerheid. Vanaf de 10e eeuw tot aan de Reformatie zetelden de Utrechtse bisschoppen in de Dom, die gewijd was aan Sint-Maarten. De residentie van de bisschop was het Bisschopshof, gelegen ten zuiden van de Domtoren op de hoek van de Donkere Gaard en het Wed. Dit stadspaleis werd in 1803 verkocht voor afbraak.

De huidige rooms-katholieke aartsbisschop zetelt sinds 1853 in de Sint-Catharinakathedraal. Zijn ambtswoning is sinds 1898 het pand Maliebaan 40.

Een definitieve lijst van alle bisschoppen van Utrecht is onmogelijk samen te stellen omdat er veel onzekerheden en meningsverschillen bestaan over omstandigheden, personen en data. Onderstaande tabel probeert een volledig overzicht te geven van alle bekende personen die aanspraak konden maken op de Utrechtse bisschopszetel of die in de loop van de geschiedenis beschouwd zijn als bisschop van Utrecht. Daarnaast zijn de geestelijken opgenomen die het bestuur over het grondgebied van het Utrechtse bisdom waarnamen in tijden waarin het bisdom de facto niet bestond, zoals de eeuwen tussen de Hervorming en het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie.

De eerste kolom geeft als leidraad de officiële telling van Utrechtse (aarts)bisschoppen aan zoals die in de late middeleeuwen voor het eerst is vastgesteld en sindsdien is voortgezet. Hierbij moet worden aangemerkt dat verschillende vroege bisschoppen hypothetisch zijn; bovendien zijn in de telling ook geestelijken opgenomen die strikt genomen geen bisschop van Utrecht waren (Willibrord, Bonifatius en Gregorius). Zij werden beschouwd als 'leiders van de Utrechtse kerk' in de tijd dat er van een gevestigd bisdom Utrecht nog geen sprake was. De officiële lijst is aangevuld met geestelijken die bijvoorbeeld wel door de kapittels tot bisschop gekozen zijn maar niet door de paus benoemd, of wel door de paus benoemd maar niet in functie getreden.

Naam Periode Opmerkingen
1 Willibrord 695-739 Aartsbisschop der Friezen met zetel in Utrecht. Heilig verklaard
2 Bonifatius 739-754 Aartsbisschop der Oost-Franken. Is eeuwenlang beschouwd als de opvolger van Willibrord en de verantwoordelijke voor de Utrechtse kerk na diens dood. Hij stelde naar eigen zeggen een bisschop in Utrecht aan en verdedigde de Utrechtse kerk tegen de aanspraken van de bisschop van Keulen. Gedood en heilig verklaard
Wiro van Roermond 739?-752 Onzeker, misschien dezelfde als Wiro. Wellicht nam hij als wijbisschop de leiding van de Utrechtse kerk waar
Eoban 753-754 Onzeker. Wellicht nam hij als wijbisschop de leiding van de Utrechtse kerk waar.Heilig verklaard
3 Gregorius 754-776 Leider van de Utrechtse kerk maar geen bisschop. Desondanks werd hij opgenomen in de officiële bisschoppenlijst. Heilig verklaard
Naam Periode Opmerkingen
4 Alberik I ca. 776-784 Ook genaamd Alfric. Heilig verklaard
5 Theodard ca. 784-ca. 790 Eigenlijke naam Theutbert/-brecht
6 Hamacar ca. 790-806
7 Ricfried 806-815/816
8 Frederik I 815/816-835/837 Vermoord en heilig verklaard
9 Alberik II 838-844
Eginhard ca. 845
10 Liudger ca. 848-ca. 854
Craft ca. 854 Weigerde zijn benoeming
11 Hunger ca. 854-866 Vluchtte voor de Noormannen uit Utrecht. Heilig verklaard
Alfried ca. 866-867/879 Regeerde in ballingschap
12 Adelbold I 867/879-898 Ook genaamd Odilbald. Regeerde in ballingschap
13 Egilbert 899 Ook genaamd Engelbert of Egibold. Regeerde in ballingschap
14 Radboud 899-917 Regeerde in ballingschap. Heilig verklaard
15 Balderik 918-975 Keerde terug naar Utrecht
16 Folcmar 976-990 Ook genaamd Poppo
17 Boudewijn I 990-995
18 Ansfried 995-1010 Heilig verklaard

Bisschoppen met wereldlijke macht (prins-bisschoppen)

[bewerken | brontekst bewerken]
Naam Periode Opmerkingen
19 Adelbold II 1010-1026 Verwierf als eerste bisschop grafelijke rechten
20 Bernold 1027-1054 Heilig verklaard
21 Willem I (van Gelre) 1054-1076
22 Koenraad 1076-1099 Vermoord
23 Burchard 1100-1112
24 Godebald 1114-1127
25 Andries van Cuijk 1128-1139
26 Hartbert van Bierum 1139-1150
Frederik van Berg 1150-1151 Tegenbisschop. Werd later aartsbisschop van Keulen
27 Herman van Horne 1150-1156
28 Godfried van Rhenen 1156-1178
29 Boudewijn II (van Holland) 1178-1196
30 Arnold I (van Isenburg) 1196-1197
31 Dirk I (van Holland) 1196-1197 Tot 1197 tegenbisschop
32 Dirk II (van Are) 1197-1212
33 Otto I (van Gelre) 1212-1215
34 Otto II (van Lippe) 1216-1227
35 Wilbrand van Oldenburg 1227-1233 Overgeplaatst vanuit Paderborn
36 Otto III (van Holland) 1233-1249 Elect tot 1245
37 Gozewijn van Randerath 1249-1250 Elect. Trok zich terug
38 Hendrik I (van Vianden) 1249-1267
39 Jan I (van Nassau) 1268-1290 Elect. Afgezet door paus Nicolaas IV
40 Jan II (van Sierck) 1291-1296 Overgeplaatst naar Toul
41 Willem II (Berthout) 1296-1301 Gedood in de slag op de Hoge Woerd
Adolf II (van Waldeck) 1301 Kandidaat-bisschop. Werd bisschop van Luik
42 Gwijde van Avesnes 1301-1317
43 Frederik II (van Sierck) 1317-1322
44 Jacob van Oudshoorn 1322
Jan van Bronkhorst 1322 Kandidaat-bisschop
45 Jan III (van Diest) 1322-1340
Jan van Bronkhorst 1341 Kandidaat-bisschop
46 Nicolaas Capocci 1341 Trok zich terug. Later bisschop van Urgell en van Frascati
47 Jan van Arkel 1342-1364 Overgeplaatst naar Luik
48 Jan V (van Virneburg) 1364-1371 Overgeplaatst vanuit Münster
Zweder Uterlo 1371 Kandidaat-bisschop
49 Arnold II (van Horne) 1371-1378 Overgeplaatst naar Luik
Reinoud van Vianen 1378-1380 Tegenbisschop
50 Floris van Wevelinkhoven 1378-1393 Overgeplaatst vanuit Münster
51 Frederik III (van Blankenheim) 1393-1423 Overgeplaatst vanuit Straatsburg
Rhabanus van Helmstatt 1424-1425 Trok zich terug. Bisschop van Spiers en later aartsbisschop van Trier
52 Zweder van Culemborg 1423-1432 Tot 1425 tegenbisschop. Werd door paus Eugenius IV verheven tot aartsbisschop van Cesarië
53 Rudolf van Diepholt 1423-1455 Tot 1432 tegenbisschop. Tevens bisschop van Osnabrück
Walraven van Meurs 1434-1448 Tegenbisschop. Werd bisschop van Münster
54 Gijsbrecht van Brederode 1455-1456 Elect. Afgezet
55 David van Bourgondië 1456-1496 Overgeplaatst vanuit Terwaan
Engelbert van Kleef 1482-1483 Ruwaard
56 Frederik IV (van Baden) 1496-1517 Afgezet
57 Filips van Bourgondië 1517-1524
58 Hendrik II (van Beieren) 1524-1529 Elect. Droeg de wereldlijke macht in het Sticht over aan keizer Karel V en gaf zijn zetel op. Tevens bisschop van Worms en Freising
Naam Periode Opmerkingen
59 Willem III (van Enckenvoirt) 1529-1534 Kardinaal vanaf 1523. Tevens bisschop van Tortosa
60 George van Egmont 1534-1559

Aartsbisschoppen

[bewerken | brontekst bewerken]
Naam Periode Opmerkingen
Adriaan van Renesse van Wulven 1559 Benoemd door Filips II, maar gestorven voordat zijn benoeming kon worden bekrachtigd door de paus
61 Frederik V Schenck van Toutenburg 1561-1580
Herman van Rennenberg 1580-1585 Benoemd door Filips II; benoeming niet bekrachtigd door de paus
Jan van Bruhesen 1592-1600 Benoemd door Filips II; benoeming niet bekrachtigd door de paus

Oud-katholieke aartsbisschoppen

[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de Lijst van aartsbisschoppen van Utrecht in de oudkatholieke traditie vanaf 1561.

Hollandse Zending

[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de Lijst van apostolisch vicarissen en vicesuperiores van de Hollandse Zending.

(Rooms-katholieke) aartsbisschoppen

[bewerken | brontekst bewerken]
Naam Periode Opmerkingen
62 Joannes Zwijsen 1853-1868 Tevens bisschop van 's-Hertogenbosch
63 Andreas Ignatius Schaepman 1868-1882
64 Petrus Matthias Snickers 1883-1895 Voorheen bisschop van Haarlem
65 Henricus van de Wetering 1895-1929
66 Joannes Henricus Gerardus Jansen 1930-1936
67 Johannes de Jong 1936-1955 Kardinaal vanaf 1946
68 Bernardus Johannes Alfrink 1955-1975 Kardinaal vanaf 1960
69 Johannes Gerardus Maria Willebrands 1975-1983 Kardinaal vanaf 1969
70 Adrianus Johannes Simonis 1983-2007 Voorheen bisschop van Rotterdam. Kardinaal vanaf 1985
71 Willem Jacobus Eijk vanaf 2008 Voorheen bisschop van Groningen-Leeuwarden. Kardinaal vanaf 2012