Soefisme
Het soefisme of tasawwuf (Arabisch: تصوّف - taṣawwoef, Perzisch: صوفیگری, soefigari, Russisch: Суфизм, Soefizm, Turks: tasavvuf, Hindoestani: تصوف) is een mystieke leer binnen de islam. Deze leer ontwikkelde zich uit de islam zelf op grond van Koranteksten en is onderdeel van de islamitische wetenschappen. Het doel is om via Dhikr en een meditatieve levenswijze het leven van de profeet Mohammed na te leven en continu bewust zijn dat Allah er is. Door dit kan de mens afstand doen van aardse geneugten en van zijn Nafs. Dit heet Tasawwuf. Het heeft een literaire en poëtische traditie.
Karakteristieken
[bewerken | brontekst bewerken]De volgende lijst geeft een indruk van enkele van de belangrijkste karakteristieken van het soefisme.
- Ascese: zelfverloochening en zuivering
- Armoede: fysieke armoede heeft betrekking op ascetisme, spirituele armoede betekent dat men niets voor zichzelf wenst, zelfs niet het paradijs
- Tawakkul: absoluut vertrouwen in God en rida (tevredenheid of acceptatie) over al het goede en kwade dat er gebeurt, omdat alles afkomstig is van God
- Baqa: het blijven in God; dit is wat er overblijft na het verdwijnen van het ik en van de wereld
- Tawhid: eenheid van God; soefi's interpreteren de tawhid zodanig dat uitsluitend God bestaat, alles in de wereld is dan een reflectie van God
- Dhikr: herinnering; de rituele herhaling van een gewijde uitdrukking
Naam
[bewerken | brontekst bewerken]Het woord is hoogstwaarschijnlijk afkomstig van de term Ahl al-Ṣuffa ("de mensen van de suffah of de bank"), die een groep arme metgezellen van Mohammed waren die regelmatig bijeenkomsten van dhikr hielden.[1] Een prominente metgezel onder hen was Abu Hurayra. Deze mannen en vrouwen die bij al-Masjid an-Nabawi zaten worden door sommigen beschouwd als de eerste soefi's.[2][3]
Een andere betekenis van ṣūfī lijkt te zijn geweest: "iemand die wol draagt (ṣūf)", en de Encyclopedie van de Islam noemt andere etymologische hypotheses "onhoudbaar".[4][5] Wollen kleding werd traditioneel gezien geassocieerd met het soefisme. Al-Qushayri en Ibn Khaldun verwierpen beide alle andere mogelijkheden dan ṣūf op taalkundige gronden, niet de vaktechnische.[6]
Een andere verklaring herleidt de lexicale wortel van het woord tot ṣafā (صفاء), wat in het Arabisch "zuiverheid" betekent, en in deze context is een soortgelijk idee van tasawwuf zoals dat in de Islam wordt beschouwd als tazkiyah (تزكية, wat betekent: zielzuivering, zelfzuivering), wat in grote lijnen het soefisme inhoudt.
Geschiedenis
[bewerken | brontekst bewerken]Oorsprong
[bewerken | brontekst bewerken]De huidige consensus is dat het soefisme is ontstaan in de Hejaz in de tijd van de Salaf en dat het als een praktijk van moslims heeft bestaan vanaf de vroegste dagen van de islam, zelfs vóór sommige sektarische scheidslijnen.[7]
Soefi-ordes zijn gebaseerd op de bayah (Arabisch: بَيْعَة, lit. 'belofte') die aan Mohammed werd gegeven door zijn Sahabah. Door trouw te zweren aan Mohammed hadden de Sahabah zich verbonden aan de dienst van God.[8][9][10]
"Waarlijk, degenen die een gelofte (Bay'âh) bij jou (O Mohammed) afleggen, leggen een gelofte (Bay'âh) bij Allah af. De Hand van Allah is boven hun handen. Iedereen die dan vervolgens de gelofte breekt, doet alleen zichzelf kwaad en iedereen die vervult wat hij met Allah overeen gekomen is: Hij zal hem een grote beloning geven."
— Koran, 48:10
Soefi's geloven dat door het geven van bayʿah (het beloven van trouw) aan een legitieme Shaykh, men trouw belooft aan Mohammed. Historicus Jonathan A.C. Brown merkt op dat tijdens het leven van Mohammed, sommige metgezellen meer dan anderen geneigd waren tot "intensieve toewijding, vrome abstinentie en het nadenken over de goddelijke mysteries" dan de Islam vereiste, zoals Abu Dharr al-Ghifari. Hasan al-Basri, een tabi', wordt beschouwd als een "stichtende figuur" in de "wetenschap van het zuiveren van het hart".[11]
Het soefisme ontstond al vroeg in de islamitische geschiedenis,[12] deels als reactie tegen de wereldsheid van het vroege Umayyad Kalifaat (661-750) en voornamelijk onder de voogdij van Hasan al-Basri.[7]
Het soefisme in zijn puurste vorm is in feite niets anders dan de verinnerlijking van de islam.[13] Het is direct vanuit de Koran, voortdurend reciteren, mediteren en ervaren.[14] Het is de strikte navolging van de weg van Mohammed, waardoor de verbinding van het hart met het Goddelijke wordt versterkt.[15]
Latere ontwikkelingen van het soefisme kwamen van mensen als Dawud Tai en Bayazid Bastami.[16] In het begin stond het soefisme bekend om zijn strikte naleving van de sunnah, er werd bijvoorbeeld gezegd dat Bastami weigerde een watermeloen te eten omdat hij geen bewijs vond dat Mohammed die ooit at.[17][18] Volgens de laatmiddeleeuwse mysticus, de Perzische dichter Jami,[19] was Abd-Allah ibn Muhammad ibn al-Hanafiyyah (gestorven rond 716) de eerste persoon die een "Soefi" werd genoemd.[6] De term had ook een sterke band met Kufa, met drie van de vroegste geleerden die met de term werden aangeduid: Abu Hashim al-Kufi,[20] Jabir ibn Hayyan en Abdak al-Sufi.[21] Latere personen waren onder andere Hatim al-Attar, uit Basra, en Al-Junayd al-Baghdadi.[21] Anderen, zoals Al-Harith al-Muhasibi en Sari al-Saqati, stonden tijdens hun leven niet bekend als soefi's, maar werden later wel als soefi geïdentificeerd vanwege hun focus op tazkiah (zielszuivering).[21]
Belangrijke schriftelijke bijdragen worden toegeschreven aan Uwais al-Qarani, Hasan van Basra, Harith al-Muhasibi, Abu Nasr as-Sarraj en Said ibn al-Musayyib.[16] Ruwaym, van de tweede generatie soefi's in Bagdad, was ook een invloedrijke vroege figuur,[22][23] evenals Junayd van Bagdad.[24]
Indiase derwisjen in het Ottomaanse rijk
[bewerken | brontekst bewerken]Van de 13e tot de 18e eeuw kwamen Indiase derwisjen ook moslimmannen en -vrouwen van hoge graad, islamitische Indiase prinsen en islamitische ex-hovelingen vanuit Hindustan naar het Ottomaanse rijk en richtten Sufi Tekken op. De oudste was de Horhor Tekke die na 1455 in Istanbul werd gesticht. Rond 1476 vestigden Bahmanid-moslimhandelaren zich in Bursa. Ze stichtten ook Tekken op de Balkan, zoals rond 1581 in Sofia Bulgarije en Prizren Kosovo (toen nog onderdeel van het Ottomaanse Rijk). Rond 1925, na de sluiting van alle Tekken in Turkije, was er geen spoor van verloren. Sinds de jaren 2010 beweren steeds meer mensen afstammelingen te zijn van de Indiase derwisjen, maar men gelooft dat het Turkse soefi's zigeuners zijn. Het aantal van deze eisers in Turkije is ongeveer 3.000, waarvan er ongeveer 1.800 in en rond Istanbul wonen, terwijl 250 in Ankara zijn en de rest verspreid over het land, aldus de functionaris.[25][26][27][28][29][30][31][32]
Literatuur
[bewerken | brontekst bewerken]Het soefisme gaat gepaard met een lange traditie van verhalen en gedichten. De verhalen zijn van didactische aard en hebben een dubbele betekenislaag. Ze gaan over de relatie van de soefi met zichzelf, de samenleving en met God. De poëzie, vooral sterk vertegenwoordigd in Iran, benutte veel beelden, omdat langs die weg mystieke ervaringen uitdrukking konden vinden. De soefiliteratuur bevat onconventionele en aanstootgevende elementen, zoals de beschrijving van erotiek, van lijken, geliefden die gedood worden, en het ontbreken van een positieve afloop. Een verklaring daarvoor is dat er geen geliefde buiten God hoort te zijn, dat in alles schoonheid kan worden gevonden, en dat de dood niet wordt gezien als negatief, maar als het ultieme opgaan in God.
Dankzij een van de grootste middeleeuwse islamfilosofen, Abu Hamid al-Ghazali (1059-1111), werden de leerstellingen van het soefisme opgenomen in de officiële islamitische leer. Diens werken hadden een enorme invloed op de verdere ontwikkeling van de islamitische wetenschappen. Rond 1100 schreef hij zijn klassieke werk: Ihjaa' 'oloem al-dien ('De herleving van de religieuze wetenschappen'). Het is volgens Karen Armstrong de meest geciteerde tekst na de Koran en de Hadith. Nergens anders dan in de Ihjaa' worden in enige Arabische tekst zoveel aan Jezus toegeschreven spreuken verzameld. Jezus werd zo voor de soefi's de meest op de voorgrond tredende 'profeet van het hart'. Veel teksten kwamen uit het Oudsyrische christendom.
Moslims namen soms teksten over uit de eerste of tweede eeuw uit de 'apocriefe evangeliën'. Twee spreuken uit het Het Evangelie van Thomas raakten wijdverspreid in de islamitische wereld: 'Word voorbijgangers' en de oproep aan de gelovige om voort te brengen wat in hem is. Volgens Moslims leerde Jezus zijn volgelingen dat 'de wereld een brug is. Ga er overheen, maar bouw er niet op.' Ze kunnen deze spreuken van monniken in Syrië of Mesopotamië hebben gehoord.
Universeel soefisme
[bewerken | brontekst bewerken]Een bijzondere beweging binnen het soefisme is het universeel soefisme zoals dit door Hazrat Inayat Khan naar Europa en Amerika gebracht werd. Zijn boodschap van harmonie, liefde en schoonheid beperkt zich niet tot één religie, maar omarmt alle wereldreligies. Tijdens erediensten, zoals deze bijvoorbeeld in de soefitempel in Katwijk aan Zee worden gehouden, worden zeven kaarsen ontstoken, een voor het hindoeïsme, een voor het boeddhisme, een voor het zoroastrisme, een voor het jodendom, een voor het christendom, een voor de islam en een voor allen die het licht van de waarheid in de duisternis van menselijke onwetendheid hebben hoog gehouden. Deze vorm van soefisme beoogt geen nieuwe religie te zijn of nieuwe dogma's te vormen, maar beoogt eenheid tussen alle mensen evenals respect voor eenieders religie en cultuur.
Binnen het soefisme bestaan tientallen scholen, tariqa's genaamd. Sommige zijn internationaal, andere lokaal actief. Inmiddels is in elke grote stad in Nederland en België wel een vertegenwoordiger van een soefibroederschap te vinden.
Soefi's en politiek
[bewerken | brontekst bewerken]Het soefisme begon als een zuiver individuele mystieke ervaring en groeide vervolgens uit tot een maatschappelijke beweging met grote aanhang onder het volk. Onder de Seltsjoekse en Ottomaanse sultans waren er zelfs derwisj-opstanden, die soms een serieuze bedreiging vormden voor de gevestigde orde. Om deze gevaren af te wenden, verkregen enkele derwisj-orden goedkeuring en een voorkeursbehandeling. Dat geldt bijvoorbeeld voor de orde der Mewlewi's, bekend als de dansende derwisjen, die in de loop van de 16e eeuw in de Ottomaanse staat in de gratie kwam en waarvan het hoofd vanaf 1648 optrad bij de troonsbestijgingsplechtigheden van de nieuwe sultan en met name bij het omgorden met het zwaard van Osman, de bezegeling van de troonsbestijging. De Mewlewi-orde werd in de 13e eeuw opgericht door een van de grootste soefi-dichters, Jalaluddin Rumi (1207-1273), in Konya. De Mewlewi's waren van alle orden de meest conformistische en haar volgelingen waren merendeels stedelingen uit burgerlijke of hogere kringen.[33]
Terwijl de oelama (islamitische geleerden) betrokken raakten bij het regeringsapparaat, bleven de soefi's deel uitmaken van het volk en behielden zodoende de invloed en het respect dat de oelama vaak kwijtraakten. Ondanks zijn populaire en mystieke karakter oefende het soefisme langzaamaan ook invloed uit op de islamitische intellectuelen. Sommige soefidoctrines en praktijken bleven verdacht, met name de onverschilligheid van enkele soefileraren ten aanzien van de handhaving van de geloofsovertuiging en de wet en soms zelfs ten aanzien van de barrières tussen 'de ware islam' en andere geloven.
Zie ook
[bewerken | brontekst bewerken]- Lijst van tariqas (Soefi-ordes)
- Internationale soennitische conferentie in Grozny
- Bektashisme
- Yunus Emre
- Pir Sultan Abdal
- Mansur al-Halladj
- Ahmed Yasawi
- Hadji Bektasj Veli
- Hazrat Inayat Khan
- Universeel soefisme
- Omar Khayyám
- Shashmaqam
- Derwisj
Externe links
[bewerken | brontekst bewerken]- Rifai orde (Nederlands) - Een korte geschiedenis van het Soefisme
- The Bektashi Order of Dervishes
- One Through Love - A Gathering of Lovers
- The Threshold Society - The Mevlevi Sufi Order
Bronnen
[bewerken | brontekst bewerken]- Bayat, M. & M. A. Jamnia. Verhalen uit het land van de soefi’s. Een selectie van Rumi, Attar, al-Hallaj, Abu Sa’id, Jami en Nizami. Den Haag: Sufi Publications, 2004.
- Brakell Buys, R. van. Rumi. Verhalen uit de Mashnawi. Den Haag: East-West Publications, 2001.
- Corbin, H. The History of Islamic Philosophy. Volume I. London: Kegan Paul, 2014, blz. 187-203.
- Dressler, M. ‘Sufism.’ In: The Brill Dictionary of Religion. Red. K. von Stuckrad. Leiden: Brill, 2006, blz. 1818-1822.
- Hanegraaff, W.J. (red.). Dictionary of Gnosis & Western Esotericism. Leiden: Brill, 2006.
- Hourani, A. De geschiedenis van de Arabische volken. Amsterdam: Olympus, 2005, blz. 91-95.
- Leezenberg, M. Islamitische filosofie. Een geschiedenis. Amsterdam: Bulaaq, 2008.
- Seyed-Gohrab, A. Soefisme. Een levende traditie. 2015. ISBN 9789035142749.
- Jenkins, P. (2008), Het vergeten christendom, vertaling H.Moerdijk (2011), Nieuw Amsterdam, ISBN 9789046810422, p. 202-207
- ↑ A Prayer for Spiritual Elevation and Protection (2007) by Muhyiddin Ibn 'Arabi, Suha Taji-Farouki
- ↑ The Bloomsbury Companion to Islamic Studies by Clinton Bennett, p 328
- ↑ "Origin of sufism – Qadiri". Sufi Way. 2003. Archived from the original on 27 January 2021. Retrieved 13 August 2012.
- ↑ Massington, L.; Radtke, B.; Chittick, W. C.; Jong, F. de.; Lewisohn, L.; Zarcone, Th.; Ernst, C.; Aubin, Françoise; Hunwick, J. O. (2012) [2000]. "Taṣawwuf". In Bosworth, C. E.; van Donzel, E. J.; Heinrichs, W. P. (eds.). Encyclopaedia of Islam, Second Edition. Vol. 10. Leiden: Brill Publishers. DOI:10.1163/1573-3912_islam_COM_1188. ISBN 978-90-04-11211-7.
- ↑ Chittick, William C. (2009). "Sufism. ṢūfĪ Thought and Practice". In Esposito, John L. (ed.). The Oxford Encyclopedia of the Islamic World. Oxford: Oxford University Press. Archived from the original on June 3, 2010.
- ↑ a b Rashid Ahmad Jullundhry, Qur'anic Exegesis in Classical Literature, pg. 56. New Westminster: The Other Press, 2010. ISBN 978-9675062551.
- ↑ a b Nasr, Seyyed Hossein (2008). The garden of truth: the vision and promise of Sufism, Islam's mystical tradition. Harper Collins. pp. 45–3736–45-3736. ISBN 978-0061625992.
- ↑ Taking Initiation (Bay'ah). Naqshbandi Sufi Way. 9 June 2021.
- ↑ Muhammad Hisham Kabbani (June 2004). Classical Islam and the Naqshbandi Sufi tradition. Islamic Supreme Council of America. p. 644. ISBN 978-1930409231.
- ↑ Ernst, Carl W. (2003). "Tasawwuf [Sufism]". Encyclopedia of Islam and the Muslim World.
- ↑ Brown, Jonathan A.C. (2014). Misquoting Muhammad: The Challenge and Choices of Interpreting the Prophet's Legacy. Oneworld Publications. p. 58. ISBN 978-1780744209. Bezochtdatum: 4 juni 2018.
- ↑ Massington, L.; Radtke, B.; Chittick, W. C.; Jong, F. de.; Lewisohn, L.; Zarcone, Th.; Ernst, C.; Aubin, Françoise; Hunwick, J. O. (2012) [2000]. "Taṣawwuf". In Bosworth, C. E.; van Donzel, E. J.; Heinrichs, W. P. (eds.). Encyclopaedia of Islam, Second Edition. Vol. 10. Leiden: Brill Publishers. DOI:10.1163/1573-3912_islam_COM_1188. ISBN 978-90-04-11211-7.
- ↑ Emara, Nancy (2002-08-30). ""Sufism": A Tradition of Transcendental Mysticism". IslamOnline.net. Archived from the original on July 24, 2009.
- ↑ Massignon, Louis. Essai sur les origines du lexique technique de la mystique musulmane. Paris: Vrin, 1954. p. 104.
- ↑ Imam Birgivi, The Path of Muhammad, WorldWisdom, ISBN 0-941532-68-2.
- ↑ a b Karamustafa, Ahmet (2007). Sufism The Formative Period. Berkeley: University of California Press. ISBN 978-0520252691.
- ↑ Chittick 2007.
- ↑ Nasr, Hossein (1993). An Introduction to Islamic Cosmological Doctrines. SUNY Press. ISBN 978-0-7914-1515-3.
- ↑ Jāmī | Persian poet and scholar. Encyclopedia Britannica. 5 November 2023.
- ↑ Knysh, Alexander D. (2011-05-01), "Abū Hāshim al-Ṣūfī", Encyclopaedia of Islam, THREE, Brill, retrieved 2024-02-16
- ↑ a b c Masterton, Rebecca (2015). "A Comparative Exploration of the Spiritual Authority of the Awiliyā in the Shi'i and Sufi Traditions". American Journal of Islamic Social Sciences. 32 (1). International Institute of Islamic Thought: 49–74. DOI:10.35632/ajiss.v32i1.260. S2CID 166309522.
- ↑ Ridgeon, Lloyd (2010). Morals and Mysticism in Persian Sufism: A History of Sufi-Futuwwat in Iran. Routledge. ISBN 978-1-136-97058-0, p. 32
- ↑ Ibn Khallikan's Biographical Dictionary, translated by William McGuckin de Slane. Paris: Oriental Translation Fund of Great Britain and Ireland. Sold by Institut de France and Royal Library of Belgium. Vol. 3, p. 209.
- ↑ Ahmet T. Karamustafa, Sufism: The Formative Period, pg. 58. Berkeley: University of California Press, 2007.
- ↑ https://www.dailysabah.com/opinion/op-ed/india-turkey-bound-together-by-sufi-connection
- ↑ Gearchiveerde kopie. Gearchiveerd op 31-3-2023. Geraadpleegd op 3-8-2023.
- ↑ http://www.eslam.de/begriffe/t/tekke_der_inder.htm
- ↑ https://www.jstor.org/stable/44158302
- ↑ https://www.azernews.az/region/198807.html
- ↑ https://items.ssrc.org/from-our-fellows/hindis-in-istanbul-field-notes-on-the-making-of-an-archival-subject-2/
- ↑ Gearchiveerde kopie. Gearchiveerd op 20 september 2022. Geraadpleegd op 19 maart 2024.
- ↑ https://books.openedition.org/ausonius/1851?lang=de
- ↑ Bernard Lewis, Het Midden Oosten, 2000 jaar culturele en politieke geschiedenis, pag. 238-240, Uitg. Forum, Amsterdam (1996), ISBN 90-225-2029-3