Vítězslav Novák
Uiterlijk
Vítězslav Augustín Rudolf Novák (Kamenice nad Lipou (Bohemen), 5 december 1870 – Skuteč, 18 juli 1949) was een Tsjechische componist in de laatromantische traditie.
Lijst van composities
[bewerken | brontekst bewerken]- Toneelwerken
- Zvíkovský rarášek, op. 49 (komische opera), 1913-1914;
- Karlštejn, op. 50 (opera), 1914-1915;
- Lucerna, op. 56 (muzieksprookje), 1919-1922;
- Dedův odkaz, op. 57 (opa’s nalatenschap) (opera), 1922-1925;
- Signorina Gioventu, op. 68 (ballet pantomime), 1926-1928;
- Nikotina, op. 59 (ballet pantomime), 1929;
- Žižka, op.78 (toneelmuziek), 1948
- Orkestwerken
- Korzár, overture naar Byron, 1892;
- Serenade, op. 9, voor klein orkest, 1894-1895, revisie 1949;
- Pianoconcert, 1895;
- Maryša, op. 18, dramatische overture, 1898;
- V Tatrách (in het Tatra gebergte), op. 26, symfonisch gedicht, 1902;
- Slovácká svita, op. 32 (Slowaakse suite), voor klein orkest,1903;
- O večné touze, op. 33 (het eeuwige verlangen), naar Hans Christian Andersen, 1903-1905;
- 2 Valašské tance, op. 34, 1904:
- Serenade, op. 36, voor klein orkest, 1905;
- Toman a lesní panna, op. 40 (Toman en de bosnimf), symfonisch gedicht, 1906-1907;
- Lady Godiva, op. 41, overture naar de tragedie van Vrchlicky, 1907;
- Pan, op. 43, symfonisch gedicht, orkestratie van gelijknamig pianowerk, 1910;
- Jihočeská svita, op. 64 Zuid-Boheemse suite, 1936-1937;
- De Profundis, op. 67, symfonisch gedicht‚ 1941;
- Svatováclavský triptych, op. 70 (St. Wenceslas triptiek), voor orgel en orkest, 1941
- Koorwerken met solisten en orkest
- Bouře, op. 42 (de storm), voor solisten, koor en orkest, 1908-1910;
- Svatební košile, op. 48, naar Erben, voor solisten, koor en orkest, 1912-1913;
- 3 české zpěvy, op. 53 (3 Tsjechische liederen), voor mannenkoor en orkest, 1918;
- Podzimní symfonie, op. 62 (Herfstsymfonie), voor koren en orkest, 1931-1934;
- Májová symfonie, op. 73 (Meisymfonie), voor solisten, koor en orkest, 1943;
- Hvězdy (Sterren), voor vrouwenkoor en orkest, 1949
- Liederen voor stemsolist en orkest
- Melancholické písně o lásce, op. 38 (melancholieke liederen over de liefde), voor sopraan en orkest, 1906;
- 2 romances, op. 63 (tekst van Jan Neruda), 1934;
- In memorian, op. 65, 4 liederen voor mezzosopraan, strijkorkest, harp en tamtam, 1936-1937;
- 2 legendy na slova lidové‚ poesie moravské, op. 76 (2 legendes op Moravische volkspoëzie), voor mezzosopraan en orkest, 1944
Zie de categorie Vítězslav Novák van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.