beraadslaagt
Uiterlijk
- be·raad·slaagt
vervoeging van |
---|
beraadslagen |
beraadslaagt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beraadslagen
- Jij beraadslaagt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beraadslagen
- Hij beraadslaagt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van beraadslagen
- Beraadslaagt!