hybride
Uiterlijk
- hy·bri·de
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hybride | hybrides |
verkleinwoord |
- levend wezen waarvan de ouders geen soortgenoten van elkaar zijn
- Een muilezel is een 'hybride van een ezel en en paard
- een auto met zowel een benzinemotor als een elektromotor voor de aandrijving
- De Toyota Prius was een van de eerste hybrides.