Naar inhoud springen

kitsch

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 17 mrt 2024 om 03:13 (top: lidwoord voor trefwoord, doorloop 1.1)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • kitsch
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘schijnkunst’ voor het eerst aangetroffen in 1937 [1]
  • Komt van een Ripuarisch (taaldialectvorm die in Limburg, de Rijnstreek van Duitsland en Oost-België verspreid is) dialectwoord dat aangekoekt vuil betekent. In het Limburgse dialect is de betekenis van het woord klokhuis.
enkelvoud meervoud
naamwoord kitsch -
verkleinwoord - -

de kitschm

  1. schijnkunst die niet aanslaat met veel versieringen en/of de verkeerde materialen waarvan de meeste mensen denken dat het wansmaak is
    • Wat een kitsch is dat, zeg! 
97 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[2]