abstractie
Uiterlijk
- Geluid: abstractie (hulp, bestand)
- IPA: /ɑp'strɑksi/
- ab·strac·tie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘afgetrokken begrip’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- afgeleid van het Franse abstraction of daarvoor van het Latijn [2]
- afgeleid van abstract met het achtervoegsel -ie
- Naamwoord van handeling van abstraheren met het achtervoegsel -tie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | abstractie | abstracties |
verkleinwoord | - | - |
de abstractie v
- een begrip dat los staat van de dagelijkse werkelijkheid
- Wiskunde is opgebouwd uit abstracties.
- ▸ Toen hij terugkeerde bij de tafel was Gertrude er niet en de nu kalmere discussie had, begreep hij al na een paar zinnen, een niveau van abstractie bereikt waaraan hij nog minder had toe te voegen dan daarvoor.[3]
1. een begrip dat los staat van de dagelijkse werkelijkheid
- Het woord abstractie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "abstractie" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "abstractie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ abstractie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -ie in het Nederlands
- Achtervoegsel -tie in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %