bezoargeit
Uiterlijk
- Geluid: bezoargeit (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
- be·zo·ar·geit
- samenstelling van bezoar zn en geit zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bezoargeit | bezoargeiten |
verkleinwoord | bezoargeitje | bezoargeitjes |
- (evenhoevigen) Capra aegagrus is de wilde voorouder van de huisgeit. De bezoargeit komt voornamelijk voor in West-Azië. Hij dankt zijn naam aan bezoar, een steen die zich vormt in de ingewanden van onder andere dit dier, en waaraan vroeger geneesachtige krachten werden toegekend
- geiten, holhoornigen, herkauwers, evenhoevigen, zoogdieren, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
- Het woord 'bezoargeit' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.