bloemenkweker

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bloemenkweker    (hulp, bestand)
• IPA: /ˈblumənkwekər/

Woordafbreking

• bloe·men·kwe·ker

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  bloem  en  kweker  met het invoegsel -en- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	bloemenkweker	bloemenkwekers
verkleinwoord	bloemenkwekertje	bloemenkwekertjes

Zelfstandig naamwoord

de bloemenkweker m

1. (beroep) iemand die bloemen kweekt

   ▸ Een bloemenkweker uit het Gelderse Heumen zit met 300.000 gladiolen in zijn maag. De bloemen waren bedoeld voor deelnemers aan de Nijmeegse Vierdaagse, maar die is vanwege de coronacrisis afgelast.

Synoniemen

• bloemist

Vertalingen

    1. iemand die bloemen kweekt   

Duits: Blumenzüchter (de) m Engels: floriculturist (en)

Spaans: floricultor (es) m

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord bloemenkweker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.