bodemerij

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bodemerij    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌbodəməˈrɛi / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• bo·de·me·rij

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van  bodemen ww  met het achtervoegsel -erij

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	bodemerij	bodemerijen
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de bodemerij v

1. (handel) (geschiedenis) lening waarvan de aflossing en rente niet betaald hoeven te worden voor zover een schip of een scheepslading op zee verloren gaat

   • Andere handelspraktijken, zoals de partenrederij (opdeling van het risico door het eigendom van een schip op te delen in een groot aantal verhandelbare ‘scheepsparten’) of de bodemerij (verpanding van schip en lading om fondsen voor de uitrusting en de vaart te verkrijgen) maakten de Hollandse koopvaardij tot een bedrijfstak die beter tegen de risico's van oorlog, kaapvaart, natuurgeweld en andere oorzaken van averij was opgewassen dan die van veel andere landen. 

Gangbaarheid

• Het woord 'bodemerij' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bodemerij" herkend door:

15 %	van de Nederlanders;
11 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.