visarenden
Uiterlijk
- Geluid: visarenden (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
- vis·aren·den
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | visarenden | |
verkleinwoord |
de visarenden mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord visarend
- meervoudsvorm als officiële benaming (havikachtigen) Pandionidae een van de families binnen de orde der roofvogels (Accipitriformes)
- [2] vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
- [2] visarend
- Het woord visarenden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Meervoudsvorm binnen nomenclatuur in het Nederlands
- Havikachtigen in het Nederlands
- Vogels in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal