Direct contact? Mail ons: [email protected]

Home > Namen > Ralph Lindeman

Ralph Lindeman

Het oorlogsverhaal van Ralph Lindeman uit het Groningse Paddepoel. Hij is geboren op het eiland Java in voormalig Nederlands-Indië. Zijn oorlogsverhaal is op panelen tentoongesteld door beeldend kunstenaar Egbert Pikkemaat voor zijn expositie-project 'Oorlogsverhalen van Indische en Molukse Groningers'

Geboren op Java

Ralph Lindeman (foto rechts) wordt in 1940 geboren in Bondowoso (Oost-Java). Zijn vader werkt daar als ambtenaar bij de belastingdienst.  
Met de oorlogsdreiging van Japan wordt zijn vader, zoals de meest jongere mannen in Nederlands-Indië gemobiliseerd als militair in het Koninklijk Indisch Leger (het KNIL).


Het KNIL

Het was een beroepsleger. In mei 1940 bedroeg de legersterkte 3.202 officieren en 72.943 onderofficieren en manschappen.
Bij de mobilisatie in 1941 - na de oorlogsverklaring van Nederlands-Indië aan Japan op 8 december 1941 als gevolg van de Japanse aanval op Pearl Harbour- werd In Nederlands-Indië de dienstplicht ingevoerd. Hierdoor werd het KNIL uitbreid met circa 25.000 in Indië wonende Nederlandse mannen. Ook voor de ‘inlandse’ mannen werd de dienstplicht ingevoerd. De eerste lichting van hen had een sterkte van ongeveer 6.000 man, maar toen de oorlog uitbrak waren deze niet voldoende getraind, waardoor zij niet bij de gevechtshandelingen ingezet konden worden.Het leger in Nederlands-Indië bestond voor de oorlog hoofdzakelijk uit ‘inlanders’ (oorspronkelijke bevolking), en een voor kleiner deel uit Nederlanders, die vooral de hogere militaire posities bekleedden.
In februari-maart 1942 vielen Japanse troepen Nederlands-Indië binnen. Ze hadden een enome overmacht, zowel qua manschappen als qua militair materieel. Het KNIL bood dapper weerstand, maar kon de Japanse vijand niet tegenhouden. Op 8 maart 1942 moest Nederlands-Indië capituleren. Vanaf deze datum kreeg Japan als bezetter de macht over Indië
.


Vader krijgsgevangen

De vader van Ralph werd, zoals alle KNIL-militairen, door de ‘Jap' krijgsgevangen gemaakt en uiteindelijk op transport gesteld naar Birma om als dwangarbeider van de Japanners te werken aan de aanleg van de Birma spoorweg.

Moeder en kinderen in burgerkamp

Moeder Lindeman wordt met haar kinderen door de Japanners geïnterneerd in een burgerkamp dat volgens Ralph ‘Kotok’ heette (waarschijnlijk bij Djember) . Het kamp was overvol en de latrines waren zo smerig dat Ralph er een levenslange angst aan heeft overgehouden voor vieze wc’s. Ook leed het gezin steeds meer honger. De maaltijd bestond uit een stukje ‘tempeh’ en weinig rijst. Om het hongergevoel te verzachten aten ze daarbij ook ‘zago’, wat een soort stijfsel was, aangelengd met water. Het had nauwelijks voedingswaarde maar het vulde wel.

Kinderen naar opa en oma

Na enige tijd mochten de kinderen Lindeman het kamp verlaten om bij opa en oma te wonen in Kaliwates bij Djember. Ralph’s moeder en haar jongste zoon Frank, die nog een baby was, mochten niet mee. Ze moesten in het kamp blijven. (Foto rechts: familie Lindeman net voor de oorlog. Moeder in het midden met haar baby Ralph in haar armen)

Weer naar een kamp

Aan het eind van de oorlog verhuisden de kinderen weer naar het kamp waar hun moeder en de baby nog zat, werden zij getransporteerd richting Bandoeng naar een kamp wat volgens Ralph ‘Lembang’ heette.
Daar maakten ze de capitulatie van Japan mee, maar dat bracht het gezin aanvankelijk weinig verbetering, want hierna brak de Bersiap-periode aan, en moesten ze beschermd worden door de gecapituleerde Japanse soldaten, dezelfden die daarvoor hun bewakers waren.


De bersiap

Er breekt een periode aan van afrekening met alles en iedereen dat Nederlands of Europees is. Het is de bersiap gaan heten. (Foto-Surarabya anno nu: standbeeld van levensgrote pemoeda met een dodelijke bamboe speer)
Bersiap betekent: Wees Paraat! Nederlanders en Indische Nederlanders, Chinesen, KNIL-Molukkers en alle anderen die in de koloniale tijd van voor de oorlog met de Nederlanders hebben samengewerkt , worden belaagd door groepen zeer agressieve Indonesische jongeren (de pemoeda’s) en andere Indonesische Strijders van het Republikeinse leger TNI, die vaak door de Japanners tijdens de bezetting waren opgeleid. Ze roepen om wraak. En bewapend met speren, zwaarden en op de Japanners buitgemaakte vuurwapens, worden in totaal naar schatting 30.000 Nederlanders en Indische-Nederlanders burgers, voornamelijk vrouwen en kinderen, vermoord. Door de bersiap was het ook in Bandoeng zeer onveilig. Er vonden overal moordpartijen plaats. Zo ook in de wijk Bronbeek, waar oorspronkelijk gepensioneerde KNIL-militairen woonden, vielen vele slachtoffers.


In Bersiap-kamp

Veel japanse concentratiekampen werden vlak na de oorlog ingericht als opvangkamp voor vluchtelingen van de bersiap. Ralp's moeder en de kinderen bleven zo in het Lembang-kamp, waar ze relatief veilig waren. In het kamp kon Ralph -inmiddels een jongetje van bijna 6 jaar- zich vermaken met vliegeren. Maar bij het naar boven kijken naar de vlieger, waren stukjes vulkanische as in zijn ogen terecht gekomen, waarvoor hij in het kamphospitaal moest worden opgenomen.

Per trein naar Batavia

Niet lang daarna werd het gezin met moeder, Ralph en de andere overgebracht naar een veiliger kamp in Batavia. Daar zouden ze herenigd worden met de vader van Ralph. Ze gingen per militaire trein. Onderweg zagen zij lijken langs de kant van het spoor liggen van slachtoffers van pemoeda’s en rampokkers (misdadige bendes). Als de trein moest afremmen, of stoppen waren ze -zo herinnert Ralph zich nog goed- heel bang, dat ook zij zouden worden aangevallen.

Naar Nederland

(Foto rechtsonder: paneel met het verhaal van Ralph Lindeman op expositie 'Verhalen van Indische en Molukse Groningers in het Floreshuis).
Na de souvereiniteitsoverdracht op 27 december 1949 werd langzamerhand duidelijk dat ook voor het gezin Lindemann in Indonesië geen toekomst meer was. Ze wilden geen Indonesisch staatsburger worden, maar Nederlander blijven. Daarom zouden zij worden gerepatrieerd naar Nederland. In 1952 verlieten zij de nieuwe Republiek Indonesië. Het passagierschip ‘Johan van Oldenbarneveld’bracht ze naar Nederland.
Niet lang na hun aankomst in Nederland, overleed Ralph’s vader.
Ralph had moeite hier zijn draai te vinden. Ook omdat hij het gevoel had er niet bij te mogen horen.Op de middelbare school werd hij door een docent volgens zijn zeggen gepest vanwege zijn huidskleur en toen hij een relatie kreeg met zijn -inmiddels overleden- vrouw, moest hij haar familieleden overtuigen van zijn goede bedoelingen. Alles bij elkaar heeft hij het gevoel eraan overgehouden, dat hij steeds op zijn hoede moest zijn en zich voortdurend moest aanpassen.
Maar in zijn werk -hij is financial controller- speelt dat gelukkig geen rol. Daar gaat het om objectieve cijfers, en niet om de persoon...

Naar Indonesië

Om erachter te komen wat zijn ware identiteit is, heeft hij een bezoek gebracht aan Indonesië en er de plekken van zijn jeugd bezocht. En dat deed hem goed. Ralph verwoordt het zo: “Het weerzien van het huis, waarin je als kind hebt gewoond, het bed van je opa, dat geeft je het gevoel van thuiskomen”.

Terug naar het overzicht