© ANP / Ramon van Flymen
Voor wat er feitelijk gebeurt
©CBS, 2024
In dit hoofdstuk staat het vermogen –het saldo van bezittingen en schulden– van huishoudens in Nederland centraal. Hoeveel vermogen heeft een huishouden? Waar bestaat dat vermogen uit? Hoe is het vermogen tussen huishoudens verdeeld en hoe zit het met de regionale vermogensverdeling? Hoeveel vermogen laten mensen na?
5.1Samenstelling van vermogen
Eigen woning belangrijkste bezit
Op 1januari2022 bedroeg het totale vermogen van alle huishoudens in Nederland 2490miljard euro, opgebouwd uit 3421miljard euro aan bezittingen en 931miljard euro aan schulden. Bijna 6op de 10huishoudens hadden een eigen woning in2022. Deeigen woning vormde met 62procent van de bezittingen het grootste vermogensbestanddeel. In2021 was dit 58procent. Hetgrotere aandeel van de eigen woning houdt verband met de verder gestegen prijzen van bestaande koopwoningen in2022, zie CBS (2024). Nade eigen woning volgen het aanmerkelijk belang (13procent) en bank- en spaartegoeden (11procent). Hetaandeel van het ondernemingsvermogen in de bezittingen was met 3procent relatief klein.
"}),r?"map"==e.options.chart.type&&n?cbs.renderer.footNote=e.renderer.text(l,t,i,!0).css({fontSize:"7.5px",fontFamily:v}).add():cbs.renderer.footNote=e.renderer.text(l,t,i+40,!0).css({width:e.chartWidth-t-cbs.renderer.itemMargin,fontSize:f,fontFamily:v}).add():cbs.renderer.footNote=e.renderer.text(l,t,i,!0).css({width:e.chartWidth-t-cbs.renderer.itemMargin}).add()}return o}; cbs.renderer['renderSource'] = function l(e,t,i){var o=e.options.settings.forPrint,n="map"==e.options.chart.mapType,r=e.options.sources.prefix+" "+e.options.sources.text;o?"map"==e.options.chart.type&&n?cbs.renderer.source=e.renderer.text(r,t,i).css({fontSize:"7.5px",fontFamily:v}).add():cbs.renderer.source=e.renderer.text(r,t,i+20).css({fontSize:f,fontFamily:v}).add():cbs.renderer.source=e.renderer.text(r,t,i).add()}; cbs.renderer['positionLegend'] = function d(e,t,i){var o=e.legend&&e.legend.group;return o&&e.legend.group.translate(t,i),o}; cbs.renderer['calculateMarginBottom'] = function h(e){if(e){var t=cbs.renderer.itemMargin,i=t,o=e.options.chart.type,n=e.options.chart.geoType,r=e.options.settings.forPrint;cbs.renderer.footNote&&(i+=Math.ceil(cbs.renderer.footNote.getBBox().height)+t),cbs.renderer.source&&(i+=Math.ceil(cbs.renderer.source.getBBox().height)+t);var a=e.legend&&e.legend.group;if(a&&(i+=Math.ceil(e.legend.group.getBBox().height)+t,"map"===o&&("district"===n||"neighborhood"===n?i+="mapbubble"===e.options.chart.mapType?10:18:i-=82),r&&(i+=2*t)),"map"!==o)if("bar"===o){if(i+=e.yAxis[0].labelGroup.getBBox().height+(e.options.yAxis[0].tickLength||0)+t,cbs.renderer.yAxisTitle){var l=cbs.renderer.yAxisTitle?Math.ceil(cbs.renderer.yAxisTitle.getBBox().height)+t:0;i+=l}}else cbs.renderer.xAxisBg&&(i+=cbs.renderer.xAxisBg.getBBox().height+t);("map"===o||e.options.chart.polar)&&(i+=cbs.renderer.logoHeight+t,r&&(i+=3*t)),i=Math.ceil(i);var s=i-(e.options.chart.marginBottom||0);(s<-1||s>1)&&e.update({chart:{marginBottom:i}})}};})();
Toon tabel5.1.1 Opbouw totale bezittingen van 3 421 miljard euro, 1 januari 2022*Verberg tabel5.1.1 Opbouw totale bezittingen van 3 421 miljard euro, 1 januari 2022*
Aandeel in totale bezittingen | |
---|---|
Eigen woning | 61,6 |
Aanmerkelijk belang | 12,6 |
Bank- en spaartegoeden | 11,4 |
Overig onroerend goed | 5,2 |
Effecten | 4,8 |
Ondernemingsvermogen | 2,6 |
Overige bezittingen | 1,8 |
Hypotheekschuld grootste schuldenpost
De hypotheek is met 83procent de grootste schuldenpost van huishoudens. Ongeveer de helft van de huishoudens had in2022 een hypotheekschuld. Eenstudieschuld kwam voor bij 17procent van de huishoudens en 41procent had andere schulden, zoals schulden voor consumptieve doeleinden, rood staan en belasting- en toeslagschulden. Hetaantal huishoudens met overige schulden is toegenomen ten opzichte van2021, maar de doorsnee waarde van deze schuldenpost kwam in2022 lager uit dan in2021 (zie StatLine).
"}),r?"map"==e.options.chart.type&&n?cbs.renderer.footNote=e.renderer.text(l,t,i,!0).css({fontSize:"7.5px",fontFamily:v}).add():cbs.renderer.footNote=e.renderer.text(l,t,i+40,!0).css({width:e.chartWidth-t-cbs.renderer.itemMargin,fontSize:f,fontFamily:v}).add():cbs.renderer.footNote=e.renderer.text(l,t,i,!0).css({width:e.chartWidth-t-cbs.renderer.itemMargin}).add()}return o}; cbs.renderer['renderSource'] = function l(e,t,i){var o=e.options.settings.forPrint,n="map"==e.options.chart.mapType,r=e.options.sources.prefix+" "+e.options.sources.text;o?"map"==e.options.chart.type&&n?cbs.renderer.source=e.renderer.text(r,t,i).css({fontSize:"7.5px",fontFamily:v}).add():cbs.renderer.source=e.renderer.text(r,t,i+20).css({fontSize:f,fontFamily:v}).add():cbs.renderer.source=e.renderer.text(r,t,i).add()}; cbs.renderer['positionLegend'] = function d(e,t,i){var o=e.legend&&e.legend.group;return o&&e.legend.group.translate(t,i),o}; cbs.renderer['calculateMarginBottom'] = function h(e){if(e){var t=cbs.renderer.itemMargin,i=t,o=e.options.chart.type,n=e.options.chart.geoType,r=e.options.settings.forPrint;cbs.renderer.footNote&&(i+=Math.ceil(cbs.renderer.footNote.getBBox().height)+t),cbs.renderer.source&&(i+=Math.ceil(cbs.renderer.source.getBBox().height)+t);var a=e.legend&&e.legend.group;if(a&&(i+=Math.ceil(e.legend.group.getBBox().height)+t,"map"===o&&("district"===n||"neighborhood"===n?i+="mapbubble"===e.options.chart.mapType?10:18:i-=82),r&&(i+=2*t)),"map"!==o)if("bar"===o){if(i+=e.yAxis[0].labelGroup.getBBox().height+(e.options.yAxis[0].tickLength||0)+t,cbs.renderer.yAxisTitle){var l=cbs.renderer.yAxisTitle?Math.ceil(cbs.renderer.yAxisTitle.getBBox().height)+t:0;i+=l}}else cbs.renderer.xAxisBg&&(i+=cbs.renderer.xAxisBg.getBBox().height+t);("map"===o||e.options.chart.polar)&&(i+=cbs.renderer.logoHeight+t,r&&(i+=3*t)),i=Math.ceil(i);var s=i-(e.options.chart.marginBottom||0);(s<-1||s>1)&&e.update({chart:{marginBottom:i}})}};})();
Toon tabel5.1.2 Opbouw totale schulden van 931 miljard euro, 1 januari 2022*Verberg tabel5.1.2 Opbouw totale schulden van 931 miljard euro, 1 januari 2022*
Aandeel in totale schulden | |
---|---|
Hypotheekschuld | 82,5 |
Overige schulden | 14,6 |
Studieschulden | 2,8 |
Vermogen: saldo van bezittingen en schulden
Het vermogen is opgebouwd uit het saldo van bezittingen en schulden. Debezittingen omvatten bank- en spaartegoeden, effecten, eigen woning en ander onroerend goed, ondernemingsvermogen, aanmerkelijk belang en overige bezittingen. Deschulden betreffen de hypotheekschuld eigen woning, studieschulden en overige schulden. Dehypotheekschuld is de stand van de schuld waarover rente is verschuldigd. Opgebouwde tegoeden voor de aflossing van de hypotheek via spaar- en beleggingshypotheken worden in mindering gebracht op de hypotheekschuld. Pensioenaanspraken worden niet tot het vermogen gerekend.
Het doorsnee (mediane) vermogen is gelijk aan het middelste vermogen wanneer de vermogens van alle huishoudens van laag naar hoog worden gerangschikt. Datwil zeggen dat de helft van de huishoudens meer en de andere helft minder vermogen bezit.
5.2Ontwikkeling van vermogen
Vermogen van huishoudens opnieuw gestegen
Begin 2022 bedroeg het doorsnee vermogen van huishoudens 135,1duizend euro, bijna 41duizend euro meer dan een jaar eerder. Detoename komt vooral doordat woningen in waarde zijn gestegen. Wanneer de eigen woning buiten beschouwing blijft, is het vermogen met 21,9duizend euro iets hoger dan in2021.
Het doorsnee vermogen van huishoudens is voorafgaand aan de vorige economische crisis (2009 tot en met 2013) sterk gegroeid, van 26duizend euro in1993 tot 58duizend euro in2008. Deinvloed van deze economische crisis op de vermogensontwikkeling is groot geweest. Zodaalde het doorsnee vermogen tussen 2008 en 2014 met 66procent. Ditkwam vooral door de dalende huizenprijzen. Methet economische herstel in2014 nam ook het vermogen weer toe.
"}),r?"map"==e.options.chart.type&&n?cbs.renderer.footNote=e.renderer.text(l,t,i,!0).css({fontSize:"7.5px",fontFamily:v}).add():cbs.renderer.footNote=e.renderer.text(l,t,i+40,!0).css({width:e.chartWidth-t-cbs.renderer.itemMargin,fontSize:f,fontFamily:v}).add():cbs.renderer.footNote=e.renderer.text(l,t,i,!0).css({width:e.chartWidth-t-cbs.renderer.itemMargin}).add()}return o}; cbs.renderer['renderSource'] = function l(e,t,i){var o=e.options.settings.forPrint,n="map"==e.options.chart.mapType,r=e.options.sources.prefix+" "+e.options.sources.text;o?"map"==e.options.chart.type&&n?cbs.renderer.source=e.renderer.text(r,t,i).css({fontSize:"7.5px",fontFamily:v}).add():cbs.renderer.source=e.renderer.text(r,t,i+20).css({fontSize:f,fontFamily:v}).add():cbs.renderer.source=e.renderer.text(r,t,i).add()}; cbs.renderer['positionLegend'] = function d(e,t,i){var o=e.legend&&e.legend.group;return o&&e.legend.group.translate(t,i),o}; cbs.renderer['calculateMarginBottom'] = function h(e){if(e){var t=cbs.renderer.itemMargin,i=t,o=e.options.chart.type,n=e.options.chart.geoType,r=e.options.settings.forPrint;cbs.renderer.footNote&&(i+=Math.ceil(cbs.renderer.footNote.getBBox().height)+t),cbs.renderer.source&&(i+=Math.ceil(cbs.renderer.source.getBBox().height)+t);var a=e.legend&&e.legend.group;if(a&&(i+=Math.ceil(e.legend.group.getBBox().height)+t,"map"===o&&("district"===n||"neighborhood"===n?i+="mapbubble"===e.options.chart.mapType?10:18:i-=82),r&&(i+=2*t)),"map"!==o)if("bar"===o){if(i+=e.yAxis[0].labelGroup.getBBox().height+(e.options.yAxis[0].tickLength||0)+t,cbs.renderer.yAxisTitle){var l=cbs.renderer.yAxisTitle?Math.ceil(cbs.renderer.yAxisTitle.getBBox().height)+t:0;i+=l}}else cbs.renderer.xAxisBg&&(i+=cbs.renderer.xAxisBg.getBBox().height+t);("map"===o||e.options.chart.polar)&&(i+=cbs.renderer.logoHeight+t,r&&(i+=3*t)),i=Math.ceil(i);var s=i-(e.options.chart.marginBottom||0);(s<-1||s>1)&&e.update({chart:{marginBottom:i}})}};})();
Toon tabel5.2.1 Doorsnee vermogen van huishoudens1), 1 januari (1 000 euro (in prijzen van 2022))Verberg tabel5.2.1 Doorsnee vermogen van huishoudens1), 1 januari (1 000 euro (in prijzen van 2022))
Jaar | Vermogen | Vermogen exclusief eigen woning |
---|---|---|
'93 | 26 | 9 |
'94 | 28 | 9 |
'95 | 31 | 10 |
'96 | 34 | 10 |
'97 | 37 | 12 |
'98 | 33 | 11 |
'99 | 37 | 13 |
'00 | 39 | 11 |
. | . | |
'02 | 48 | 23 |
'03 | 53 | 24 |
'04 | 49 | 24 |
'05 | 54 | 25 |
'06 | 45 | 18 |
'07 | 54 | 18 |
'08 | 58 | 18 |
'09 | 52 | 18 |
'10 | 42 | 19 |
'11 | 40 | 17 |
'12 | 31 | 15 |
'13 | 20 | 13 |
'14 | 20 | 13 |
'15 | 25 | 15 |
'16 | 27 | 15 |
'17 | 35 | 16 |
'18 | 45 | 16 |
'19 | 58 | 16 |
'20 | 71 | 17 |
'21 | 94 | 21 |
'22* | 135 | 22 |
1)Vermogenscijfers voor 2001 zijn niet beschikbaar. |
Steeds minder huizen onder water
Op 1januari2022 waren er 4,5miljoen huishoudens met een eigen woning. Bij100duizend huishoudens was de waarde van deze woning lager dan de hypotheekschuld. Ditkomt neer op 2procent van de huiseigenaren. Hetaandeel huishoudens met een woning onderwater is door de daling van de huizenprijzen tijdens de vorige economische crisis sterk gestegen, van13procent in2008 tot 33procent in2014. Doordat de huizenprijzen daarna weer aantrokken, is dit aandeel in de afgelopen jaren gedaald tot 2procent in2022.
Bij 8op de 10huishoudens was de waarde van de woning hoger dan de hypotheekschuld. In2014 had nog iets meer dan de helft een woning met overwaarde. Detoename kwam vooral door de stijgende huizenprijzen. Daarnaast is het vanaf 2012 verplicht om af te lossen, waardoor de hypotheekschuld wordt afgebouwd.
Van de huishoudens met een eigen woning hadden er 780duizend (17procent) geen hypotheekschuld. Zijhebben hun huis gekocht met eigen geld of hun hele schuld al afgelost.
Toon tabel5.2.2 Eigenwoningbezitters, hypotheekschuld / eigen woning (x mln)Verberg tabel5.2.2 Eigenwoningbezitters, hypotheekschuld / eigen woning (x mln)
Overwaarde | Geen schuld | Onderwaarde | |
---|---|---|---|
'06 | 2,7 | 0,5 | 0,5 |
2,8 | 0,5 | 0,5 | |
'08 | 2,9 | 0,5 | 0,5 |
2,8 | 0,7 | 0,6 | |
'10 | 2,6 | 0,7 | 0,9 |
2,6 | 0,7 | 0,9 | |
'12 | 2,5 | 0,6 | 1,1 |
2,2 | 0,6 | 1,4 | |
'14 | 2,2 | 0,7 | 1,4 |
2,3 | 0,7 | 1,3 | |
'16 | 2,5 | 0,7 | 1,1 |
2,8 | 0,7 | 0,9 | |
'18 | 3,1 | 0,7 | 0,6 |
3,3 | 0,8 | 0,4 | |
'20 | 3,4 | 0,8 | 0,3 |
3,6 | 0,8 | 0,2 | |
'22* | 3,7 | 0,8 | 0,1 |
5.3Vermogensverdeling
Wie zit waar in de vermogensverdeling?
Als huishoudens gerangschikt worden naar hoogte van hun vermogen en in tien even grote groepen worden ingedeeld, blijkt dat de eerste vermogensgroep vooral bestaat uit werknemersgezinnen (69procent) met een eigen woning waarvan de hypotheekschuld hoger is dan de waarde van de woning. Tevens omvat deze groep betrekkelijk veel zelfstandigen met een negatief vermogen. Inde tweede en derde vermogensgroep zijn uitkeringsontvangers sterker vertegenwoordigd. Vande tweede tot en met de zesde vermogensgroep neemt het aandeel werknemers toe tot ruim 70procent. Daarna neemt het aandeel werknemers af en het aandeel gepensioneerden en zelfstandigen toe.
Bij de 10procent hoogste vermogens is 1op de 4zelfstandige, terwijl de rest werknemer (33procent) of gepensioneerd (40procent) is. Indeze vermogensgroep bedraagt iemands vermogen minimaal 670duizend euro in2022. Zelfstandigen hebben met een doorsnee vermogen van meer dan 1,2miljoen euro het hoogste vermogen in deze groep.
"}),r?"map"==e.options.chart.type&&n?cbs.renderer.footNote=e.renderer.text(l,t,i,!0).css({fontSize:"7.5px",fontFamily:v}).add():cbs.renderer.footNote=e.renderer.text(l,t,i+40,!0).css({width:e.chartWidth-t-cbs.renderer.itemMargin,fontSize:f,fontFamily:v}).add():cbs.renderer.footNote=e.renderer.text(l,t,i,!0).css({width:e.chartWidth-t-cbs.renderer.itemMargin}).add()}return o}; cbs.renderer['renderSource'] = function l(e,t,i){var o=e.options.settings.forPrint,n="map"==e.options.chart.mapType,r=e.options.sources.prefix+" "+e.options.sources.text;o?"map"==e.options.chart.type&&n?cbs.renderer.source=e.renderer.text(r,t,i).css({fontSize:"7.5px",fontFamily:v}).add():cbs.renderer.source=e.renderer.text(r,t,i+20).css({fontSize:f,fontFamily:v}).add():cbs.renderer.source=e.renderer.text(r,t,i).add()}; cbs.renderer['positionLegend'] = function d(e,t,i){var o=e.legend&&e.legend.group;return o&&e.legend.group.translate(t,i),o}; cbs.renderer['calculateMarginBottom'] = function h(e){if(e){var t=cbs.renderer.itemMargin,i=t,o=e.options.chart.type,n=e.options.chart.geoType,r=e.options.settings.forPrint;cbs.renderer.footNote&&(i+=Math.ceil(cbs.renderer.footNote.getBBox().height)+t),cbs.renderer.source&&(i+=Math.ceil(cbs.renderer.source.getBBox().height)+t);var a=e.legend&&e.legend.group;if(a&&(i+=Math.ceil(e.legend.group.getBBox().height)+t,"map"===o&&("district"===n||"neighborhood"===n?i+="mapbubble"===e.options.chart.mapType?10:18:i-=82),r&&(i+=2*t)),"map"!==o)if("bar"===o){if(i+=e.yAxis[0].labelGroup.getBBox().height+(e.options.yAxis[0].tickLength||0)+t,cbs.renderer.yAxisTitle){var l=cbs.renderer.yAxisTitle?Math.ceil(cbs.renderer.yAxisTitle.getBBox().height)+t:0;i+=l}}else cbs.renderer.xAxisBg&&(i+=cbs.renderer.xAxisBg.getBBox().height+t);("map"===o||e.options.chart.polar)&&(i+=cbs.renderer.logoHeight+t,r&&(i+=3*t)),i=Math.ceil(i);var s=i-(e.options.chart.marginBottom||0);(s<-1||s>1)&&e.update({chart:{marginBottom:i}})}};})();
Toon tabel5.3.1 Samenstelling vermogensgroepen1), 1 januari 2022* (%)Verberg tabel5.3.1 Samenstelling vermogensgroepen1), 1 januari 2022* (%)
Inkomen als werknemer | Inkomen als zelfstandige | Pensioenuitkering | Andere uitkering | Studiefinanciering | |
---|---|---|---|---|---|
Totaal (135 100 euro) | 53,7 | 9,9 | 27,3 | 8,9 | 0,2 |
1e (-16 100 euro) | 69,4 | 9,4 | 4,8 | 15,3 | 1,2 |
2e (500 euro) | 43,3 | 3,2 | 18,1 | 34,8 | 0,7 |
3e (5 400 euro) | 46,7 | 4,9 | 30,8 | 17,3 | 0,3 |
4e (25 300 euro) | 48,8 | 7 | 38 | 6,1 | 0,1 |
5e (92 400 euro) | 68,6 | 8,3 | 19,3 | 3,8 | 0 |
6e (176 400 euro) | 71,4 | 8,3 | 17,1 | 3,2 | 0 |
7e (263 300 euro) | 61 | 8,9 | 27,3 | 2,8 | 0 |
8e (367 500 euro) | 50,6 | 9,8 | 37,1 | 2,4 | 0 |
9e (525 400 euro) | 44,1 | 12,7 | 41,2 | 2,1 | 0 |
10e (1 001 800 euro) | 32,6 | 26,5 | 39,6 | 1,4 | 0 |
1)Tussen haakjes staat het mediaan vermogen per vermogensgroep. |
Minder huishoudens met schulden
In2022 hadden bijna 1miljoen huishoudens (12procent) een negatief vermogen, 60duizend minder dan een jaar eerder. Alvanaf 2014 wordt deze groep kleiner. Inde jaren daarvoor is het aantal huishoudens, waarvan de schulden hoger zijn dan de bezittingen, sterk toegenomen. Bijna 1miljoen huishoudens hadden een klein vermogen van maximaal 5duizend euro. Eenvermogen van minimaal een ton kwam voor bij 4,4miljoen huishoudens (54procent). Degroep met minimaal een ton vermogen is sinds 2014 sterk toegenomen.
Toon tabel5.3.2 Huishoudens naar grootte van het vermogen, 1 januari (x 1 000)Verberg tabel5.3.2 Huishoudens naar grootte van het vermogen, 1 januari (x 1 000)
negatief | 0 tot 5 000 euro | 5 000 tot 20 000 euro | 20 000 tot 100 000 euro | 100 000 tot 500 000 euro | 500 000 tot 1 miljoen euro | 1 miljoen euro of meer | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
'11 | 1482,5 | 1046,1 | 779,3 | 1316,8 | 2199,6 | 353,2 | 170,2 |
'12 | 1743,2 | 999,5 | 777,5 | 1304,8 | 2093,8 | 327,2 | 166,1 |
'13 | 2027,9 | 1079,3 | 719,2 | 1252,9 | 1930 | 290,2 | 168,5 |
'14 | 2062,9 | 1058,7 | 717,8 | 1255,1 | 1940,6 | 293,3 | 168,1 |
'15 | 1932,9 | 1018,4 | 798,4 | 1321,5 | 2010 | 307,9 | 179,5 |
'16 | 1826 | 1031,3 | 828,5 | 1347,9 | 2073,4 | 328,1 | 188,1 |
'17 | 1603,2 | 1056 | 855,5 | 1426,8 | 2182,8 | 363,8 | 206,9 |
'18 | 1421,8 | 1060 | 829,3 | 1488,5 | 2319 | 410,6 | 231,3 |
'19 | 1287,9 | 1048,5 | 778,2 | 1498,3 | 2493,6 | 467,5 | 253,4 |
'20 | 1190,5 | 1048,6 | 747,5 | 1447,6 | 2648,1 | 526,9 | 285,2 |
'21 | 1046,8 | 1000 | 746,2 | 1330,4 | 2874,5 | 637,4 | 316,2 |
'22* | 988,9 | 985,6 | 700,4 | 1012,1 | 3046,5 | 900,6 | 403,1 |
Stijging huishoudens met problematische schulden
Vanaf 2021 is het aantal en aandeel huishoudens met problematische schulden toegenomen: van 7,7procent (618duizend huishoudens) begin 2021 naar 8,8procent (726duizend huishoudens) begin 2023. Ziedashboard Schuldenproblematiek in beeld. Deze toename komt vooral door het langer open blijven staan van schulden bij de belastingdienst. Hetaantal huishoudens met schulden die ontstaan zijn door toeslagen, isde afgelopen jaren fors toegenomen. In2023 was bij 22procent van de huishoudens met problematische schulden sprake van toeslagen die terugbetaald moesten worden. In2021 was dat bij 13procent.
De gemeente Rotterdam heeft in2023, net als in eerdere jaren, met 17procent het hoogste percentage huishoudens met problematische schulden. Rotterdam wordt gevolgd door Den Haag en Schiedam (beiden 15procent). Daarnaast zijn in Zuidoost-Limburg en Oost-Groningen relatief hoge percentages huishoudens met problematische schulden. Degemeenten Rozendaal, Veere en Eersel hebben met een aandeel van rond de 3procent het laagste percentage huishoudens met problematische schulden.
Weer meer miljonairs
Op 1januari2022 had 5procent van de huishoudens in Nederland een vermogen van 1miljoen euro of meer. Datzijn 403duizend huishoudens, ruim 87duizend meer dan in2021. Alsinds 2014 komen er jaarlijks miljonairs bij. Inde jaren daarvoor bleef het aantal ongeveer gelijk.
Een miljoen euro heeft in2022 wel een andere waarde dan in eerdere jaren. Gecorrigeerd voor inflatie was het aantal miljonairs in2022 bijna twee keer zo groot als in2014.
Toon tabel5.3.3 Aantal miljonairshuishoudens, 1 januari (x 1 000)Verberg tabel5.3.3 Aantal miljonairshuishoudens, 1 januari (x 1 000)
In lopende prijzen | In prijzen van 2022 | |
---|---|---|
'11 | 170,2 | 243,9 |
'12 | 166,1 | 226,7 |
'13 | 168,5 | 216,1 |
'14 | 168,1 | 213,4 |
'15 | 179,5 | 224,8 |
'16 | 188,1 | 235,2 |
'17 | 206,9 | 254,2 |
'18 | 231,3 | 277,7 |
'19 | 253,4 | 294 |
'20 | 285,2 | 324,1 |
'21 | 316,2 | 350,9 |
'22* | 403,1 | 403,1 |
Miljonair heeft in doorsnee 1,5miljoen euro vermogen
Miljonairshuishoudens hadden in2022 een doorsnee vermogen van 1,5miljoen euro, dat is bijna 50duizendeuro minder dan een jaar eerder. Niet-miljonairs zagen een toename in het vermogen. Zijhadden in doorsnee 114duizend euro vermogen in2022, 38duizend euro meer dan een jaar eerder.
De meeste miljonairs danken dat aan het bezit van een huis, dat flink in waarde steeg. Eris een groot aantal huishoudens dat hierdoor de grens van net geen miljonair naar net wel miljonair heeft overschreden. Vande miljonairs had twee derde een vermogen tussen de 1en 2miljoen euro. Eenkwart van de miljonairs had een vermogen tussen de 2en 5miljoen euro. Eenklein deel van de miljonairs, 2procent, had een vermogen van 10miljoen euro of meer.
5.4Vermogen naar kenmerken van huishoudens
Meer vermogen op hogere leeftijd
De levensfase van een huishouden is sterk bepalend voor de omvang van het vermogen. Jonge huishoudens met een hoofdkostwinner tot 25jaar hebben nauwelijks vermogen. Datwordt pas opgebouwd in de loop der jaren. Dehoogste vermogens zijn dan ook te vinden bij de 65‑plussers. Zebezitten vaak een eigen woning waar nauwelijks of geen hypotheekschuld meer op rust. Begin 2022 bedroeg het doorsnee vermogen van 65‑plushuishoudens 246duizend euro. Vandeze groep had 61procent een vermogen van meer dan een ton en 24procent had meer dan een half miljoen. Eennegatief vermogen kwam bij 3procent van de 65‑plussers voor. Bijjongeren tot 25jaar was dat 45procent.
Toon tabel5.4.1 Vermogen naar leeftijd hoofdkostwinner, 1 januari 2022*Verberg tabel5.4.1 Vermogen naar leeftijd hoofdkostwinner, 1 januari 2022*
Negatief | 0 tot 100 000 euro | 100 000 tot 500 000 euro | 500 000 euro en meer | |
---|---|---|---|---|
Tot 25 jaar | 162,5 | 183,2 | 14 | 2 |
25 tot 45 jaar | 501,1 | 897,7 | 912,1 | 150,8 |
45 tot 65 jaar | 257 | 794,1 | 1267,5 | 607,2 |
65 jaar en ouder | 68,3 | 823,3 | 853 | 543,7 |
Laagste vermogen bij eenoudergezinnen en bijstandsontvangers
Alleenstaanden hebben duidelijk minder vermogen dan meerpersoonshuishoudens; 18duizend versus 218duizend euro in2022. Eenoudergezinnen waren het minst vermogend: in doorsnee 16duizend euro. Paren zonder kinderen waren het meest vermogend. Met252duizend euro was hun doorsnee vermogen 14duizend euro hoger dan dat van paren met kinderen (zie StatLine).
Huishoudens met voornamelijk inkomen als zelfstandige hadden met 306duizend euro meer vermogen dan werknemershuishoudens en uitkeringsontvangers. Werknemershuishoudens kwamen in doorsnee uit op 125duizend vermogen. Huishoudens met voornamelijk inkomen uit pensioen zijn eveneens relatief vermogend (251duizend euro), terwijl huishoudens in de bijstand nauwelijks vermogen hebben (600euro).
Hoogste inkomensgroep bezit een derde van het totale vermogen
Het doorsnee vermogen loopt op met het stijgen van het inkomen: van duizend euro in de eerste inkomensgroep naar 498duizend euro in de tiende en hoogste inkomensgroep. Vanhet totale vermogen van Nederlandse huishoudens was 4procent in handen van de laagste inkomensgroep, terwijl de hoogste inkomensgroep over 33procent beschikte.
Woningbezitter meer vermogen dan huurder
Huishoudens met een eigen woning hadden in2022 een doorsnee vermogen exclusief eigen woning van 48,1duizend euro. Datis ruim 44duizend euro meer dan dat van huishoudens met een huurwoning, hun doorsnee vermogen bedroeg 3,7duizend euro. Hetverschil is afgelopen jaren alleen maar groter geworden. In2018 bedroeg het verschil in vermogen tussen woningbezitters en huurders nog 30duizend euro.
Toon tabel5.4.2 Doorsnee vermogen (exclusief eigen woning) van huishoudens, 1 januari (1 000 euro)Verberg tabel5.4.2 Doorsnee vermogen (exclusief eigen woning) van huishoudens, 1 januari (1 000 euro)
Woningbezitters | Huurders | |
---|---|---|
'11 | 27,7 | 2,8 |
'12 | 26,8 | 2,6 |
'13 | 25,7 | 1,9 |
'14 | 26,4 | 1,7 |
'15 | 28,9 | 2,3 |
'16 | 29,6 | 2,2 |
'17 | 31,1 | 2,2 |
'18 | 32,6 | 2,2 |
'19 | 33,8 | 2,2 |
'20 | 36,3 | 2,4 |
'21 | 43,4 | 3,4 |
'22* | 48,1 | 3,7 |
5.5Regionale vermogensverdeling
Bloemendaal nog steeds meest vermogend
De Nederlandse gemeente met het hoogste vermogen in2022 is Bloemendaal in Noord-Holland met een doorsnee vermogen van 663,3duizend euro. Datis bijna 5keer zoveel als het landelijk cijfer van 135,1duizend euro. Bloemendaal staat al jaren aan kop als meest vermogende gemeente van Nederland. Inde top tien van meest vermogende gemeenten staan naast Bloemendaal nog vier gemeenten uit Noord-Holland; Laren, Heemstede, Blaricum en Bergen. Daarnaast behoorden ook Rozendaal, Oegstgeest, Bunnik, Oirschot en Hilvarenbeek tot de tien gemeenten met de hoogste vermogens.
Laagste vermogens in Rotterdam
Huishoudens met het laagste doorsnee vermogen bevinden zich vooral in de grote steden. Hetminst vermogend is Rotterdam met een doorsnee vermogen van 11,8duizend euro. Inde grote steden wonen relatief veel jongeren, uitkeringsontvangers en werkenden met weinig inkomen. Deze groepen hebben vaak weinig vermogen.
Toon tabel5.5.1 Doorsnee vermogen van huishoudens, 1 januari 2022*Verberg tabel5.5.1 Doorsnee vermogen van huishoudens, 1 januari 2022*
Doorsnee vermogen | |
---|---|
Aa en Hunze | 232,7 |
Aalsmeer | 289,1 |
Aalten | 189,6 |
Achtkarspelen | 147,3 |
Alblasserdam | 144 |
Albrandswaard | 240,6 |
Alkmaar | 144,9 |
Almelo | 74,8 |
Almere | 153,9 |
Alphen aan den Rijn | 171,6 |
Alphen-Chaam | 383,4 |
Altena | 215,5 |
Ameland | 279,5 |
Amersfoort | 180,7 |
Amstelveen | 96,9 |
Amsterdam | 13,5 |
Apeldoorn | 147 |
Arnhem | 22,9 |
Assen | 113,8 |
Asten | 273,5 |
Baarle-Nassau | 291,4 |
Baarn | 274,7 |
Barendrecht | 242,1 |
Barneveld | 273,7 |
Beek | 188,5 |
Beekdaelen | 195,7 |
Beesel | 161,7 |
Berg en Dal | 173,7 |
Bergeijk | 355,7 |
Bergen (L.) | 195,1 |
Bergen (NH.) | 389,7 |
Bergen op Zoom | 127 |
Berkelland | 223,8 |
Bernheze | 312,4 |
Best | 249,2 |
Beuningen | 222,8 |
Beverwijk | 124,8 |
Bladel | 331,6 |
Blaricum | 429,4 |
Bloemendaal | 663,3 |
Bodegraven-Reeuwijk | 274,7 |
Boekel | 328,3 |
Borger-Odoorn | 164 |
Borne | 203,8 |
Borsele | 206,8 |
Boxtel | 190,3 |
Breda | 129 |
Bronckhorst | 311,4 |
Brummen | 178,5 |
Brunssum | 84,7 |
Bunnik | 392,3 |
Bunschoten | 273,8 |
Buren | 280,9 |
Capelle aan den IJssel | 107,9 |
Castricum | 361,1 |
Coevorden | 160,7 |
Cranendonck | 277,7 |
Culemborg | 183 |
Dalfsen | 311,1 |
Dantumadiel | 189,7 |
De Bilt | 313,9 |
De Fryske Marren | 199 |
De Ronde Venen | 301,6 |
De Wolden | 284,9 |
Delft | 17,3 |
Den Helder | 59,7 |
Deurne | 244,9 |
Deventer | 110,3 |
Diemen | 40,3 |
Dijk en Waard | 207,7 |
Dinkelland | 308,1 |
Doesburg | 84,4 |
Doetinchem | 128 |
Dongen | 204,5 |
Dordrecht | 107,3 |
Drechterland | 278,8 |
Drimmelen | 266,1 |
Dronten | 152,1 |
Druten | 196,2 |
Duiven | 165,8 |
Echt-Susteren | 199,1 |
Edam-Volendam | 351,5 |
Ede | 191,5 |
Eemnes | 354,3 |
Eemsdelta | 91,9 |
Eersel | 369,1 |
Eijsden-Margraten | 280,9 |
Eindhoven | 36,8 |
Elburg | 191,4 |
Emmen | 93,1 |
Enkhuizen | 148,9 |
Enschede | 34 |
Epe | 236,4 |
Ermelo | 220,7 |
Etten-Leur | 181,5 |
Geertruidenberg | 163,1 |
Geldrop-Mierlo | 203,8 |
Gemert-Bakel | 234,1 |
Gennep | 193 |
Gilze en Rijen | 193,5 |
Goeree-Overflakkee | 171,7 |
Goes | 141,3 |
Goirle | 257,9 |
Gooise Meren | 328,5 |
Gorinchem | 78,7 |
Gouda | 128 |
Groningen | 12,8 |
Gulpen-Wittem | 237,9 |
Haaksbergen | 222,1 |
Haarlem | 154,4 |
Haarlemmermeer | 258,5 |
Halderberge | 197,1 |
Hardenberg | 171,6 |
Harderwijk | 165,9 |
Hardinxveld-Giessendam | 195,2 |
Harlingen | 88,5 |
Hattem | 234,6 |
Heemskerk | 204,7 |
Heemstede | 516 |
Heerde | 259,6 |
Heerenveen | 137,5 |
Heerlen | 30,2 |
Heeze-Leende | 366,9 |
Heiloo | 356,9 |
Hellendoorn | 228,7 |
Helmond | 95 |
Hendrik-Ido-Ambacht | 211,4 |
Hengelo | 95,2 |
Het Hogeland | 147 |
Heumen | 281,8 |
Heusden | 228,6 |
Hillegom | 223,3 |
Hilvarenbeek | 384,2 |
Hilversum | 165,8 |
Hoeksche Waard | 206,4 |
Hof van Twente | 209,7 |
Hollands Kroon | 189,2 |
Hoogeveen | 116,7 |
Hoorn | 156,9 |
Horst aan de Maas | 240,9 |
Houten | 317,3 |
Huizen | 216,7 |
Hulst | 218,2 |
IJsselstein | 226,3 |
Kaag en Braassem | 268,4 |
Kampen | 149 |
Kapelle | 232,8 |
Katwijk | 248,1 |
Kerkrade | 52,4 |
Koggenland | 289 |
Krimpen aan den IJssel | 172 |
Krimpenerwaard | 221,1 |
Laarbeek | 255,4 |
Land van Cuijk | 215,8 |
Landgraaf | 107,9 |
Landsmeer | 379,2 |
Lansingerland | 302,5 |
Laren | 640,1 |
Leeuwarden | 59,8 |
Leiden | 26,3 |
Leiderdorp | 238,2 |
Leidschendam-Voorburg | 166,6 |
Lelystad | 116,8 |
Leudal | 245,2 |
Leusden | 295 |
Lingewaard | 234,5 |
Lisse | 232,1 |
Lochem | 287,4 |
Loon op Zand | 192,1 |
Lopik | 323,5 |
Losser | 191,1 |
Maasdriel | 227,9 |
Maasgouw | 224,4 |
Maashorst | 227,9 |
Maassluis | 106,6 |
Maastricht | 21 |
Medemblik | 242,1 |
Meerssen | 233,1 |
Meierijstad | 250,2 |
Meppel | 114,8 |
Middelburg | 122,6 |
Midden-Delfland | 357,5 |
Midden-Drenthe | 187,3 |
Midden-Groningen | 99,1 |
Moerdijk | 165,2 |
Molenlanden | 258,1 |
Montferland | 162,6 |
Montfoort | 300,2 |
Mook en Middelaar | 278,4 |
Neder-Betuwe | 177,5 |
Nederweert | 263,8 |
Nieuwegein | 143,3 |
Nieuwkoop | 286,4 |
Nijkerk | 265,8 |
Nijmegen | 21,2 |
Nissewaard | 107,5 |
Noardeast-Frysl�n | 159,8 |
Noord-Beveland | 182,4 |
Noordenveld | 243 |
Noordoostpolder | 133,8 |
Noordwijk | 263 |
Nuenen, Gerwen en Nederwetten | 342 |
Nunspeet | 238,4 |
Oegstgeest | 393,5 |
Oirschot | 389,5 |
Oisterwijk | 315,2 |
Oldambt | 105,3 |
Oldebroek | 241,6 |
Oldenzaal | 152,5 |
Olst-Wijhe | 233,6 |
Ommen | 246 |
Oost Gelre | 196,3 |
Oosterhout | 155,7 |
Ooststellingwerf | 176,7 |
Oostzaan | 347,3 |
Opmeer | 254,2 |
Opsterland | 213,1 |
Oss | 159,3 |
Oude IJsselstreek | 168,7 |
Ouder-Amstel | 297 |
Oudewater | 293,2 |
Overbetuwe | 220,7 |
Papendrecht | 159,9 |
Peel en Maas | 233,4 |
Pekela | 72,3 |
Pijnacker-Nootdorp | 300,6 |
Purmerend | 187,8 |
Putten | 310,7 |
Raalte | 258,1 |
Reimerswaal | 138,3 |
Renkum | 213,3 |
Renswoude | 297,9 |
Reusel-De Mierden | 369 |
Rheden | 109,3 |
Rhenen | 232,4 |
Ridderkerk | 126,3 |
Rijssen-Holten | 228 |
Rijswijk | 91,2 |
Roerdalen | 206,5 |
Roermond | 89,1 |
Roosendaal | 133,1 |
Rotterdam | 11,8 |
Rozendaal | 526,3 |
Rucphen | 214,4 |
Schagen | 226,8 |
Scherpenzeel | 255,6 |
Schiedam | 55,6 |
Schiermonnikoog | 175,5 |
Schouwen-Duiveland | 203,6 |
's-Gravenhage | 24,7 |
's-Hertogenbosch | 116,5 |
Simpelveld | 138,8 |
Sint-Michielsgestel | 333 |
Sittard-Geleen | 103,6 |
Sliedrecht | 132,5 |
Sluis | 221,9 |
Smallingerland | 112,8 |
Soest | 253 |
Someren | 287,3 |
Son en Breugel | 296,1 |
Stadskanaal | 94,1 |
Staphorst | 330,7 |
Stede Broec | 193,8 |
Steenbergen | 169,1 |
Steenwijkerland | 158,7 |
Stein | 186,5 |
Stichtse Vecht | 238,5 |
S�dwest-Frysl�n | 153,3 |
Terneuzen | 137,6 |
Terschelling | 215,6 |
Texel | 293,1 |
Teylingen | 276,4 |
Tholen | 146,9 |
Tiel | 91,4 |
Tilburg | 48,3 |
Tubbergen | 341,7 |
Twenterand | 185,7 |
Tynaarlo | 275,8 |
Tytsjerksteradiel | 190,3 |
Uitgeest | 291,5 |
Uithoorn | 207,5 |
Urk | 229,3 |
Utrecht | 31,7 |
Utrechtse Heuvelrug | 296,8 |
Vaals | 84,6 |
Valkenburg aan de Geul | 189,2 |
Valkenswaard | 181,5 |
Veendam | 77,9 |
Veenendaal | 156,3 |
Veere | 318,2 |
Veldhoven | 260,6 |
Velsen | 181,1 |
Venlo | 102,7 |
Venray | 160,9 |
Vijfheerenlanden | 201,9 |
Vlaardingen | 57,8 |
Vlieland | 22,1 |
Vlissingen | 69,9 |
Voerendaal | 224,3 |
Voorne aan Zee | 172,4 |
Voorschoten | 315,1 |
Voorst | 301,6 |
Vught | 287,9 |
Waadhoeke | 126,7 |
Waalre | 349,9 |
Waalwijk | 145,4 |
Waddinxveen | 187,7 |
Wageningen | 21,1 |
Wassenaar | 336,6 |
Waterland | 324,6 |
Weert | 168,7 |
West Betuwe | 252,2 |
West Maas en Waal | 251,8 |
Westerkwartier | 192,9 |
Westerveld | 258,7 |
Westervoort | 118,4 |
Westerwolde | 175 |
Westland | 257,1 |
Weststellingwerf | 166,1 |
Wierden | 269,3 |
Wijchen | 213,5 |
Wijdemeren | 345,9 |
Wijk bij Duurstede | 243,7 |
Winterswijk | 159,5 |
Woensdrecht | 203,1 |
Woerden | 253,6 |
Wormerland | 235,9 |
Woudenberg | 291 |
Zaanstad | 121,3 |
Zaltbommel | 209,9 |
Zandvoort | 226,6 |
Zeewolde | 168,8 |
Zeist | 172,3 |
Zevenaar | 138,9 |
Zoetermeer | 124 |
Zoeterwoude | 339,2 |
Zuidplas | 231,1 |
Zundert | 324,9 |
Zutphen | 113,6 |
Zwartewaterland | 182,4 |
Zwijndrecht | 114,7 |
Zwolle | 104,5 |
5.6Nalatenschappen en verkrijgingen
Nagelaten vermogen neemt verder toe
Het nagelaten vermogen (zie kader) van overledenen is in2021 verder toegenomen. In2015 was er voor het eerst weer sprake van een stijging na jaren van krimp. Ruim 170duizend overledenen lieten in2021 in totaal 24,7miljard euro aan vermogen na, 10miljard euro meer dan in2014. Gecorrigeerd voor inflatie was dit ruim 8miljard meer dan in2014.
Het nagelaten vermogen bestaat vooral uit eigen woning en bank- en spaartegoeden. Dedaling van de huizenprijzen in de jaren2009–2013 had een drukkend effect op de omvang van de erfenissen in die jaren. Methet economisch herstel vanaf 2014 en de stijging van de waarde van de eigen woning nam ook het nagelaten vermogen weer toe.
Toon tabel5.6.1 Samenstelling nagelaten vermogen (mld euro)Verberg tabel5.6.1 Samenstelling nagelaten vermogen (mld euro)
Saldo eigen woning | Bank- en spaartegoeden | Effecten | Saldo overige bezittingen en schulden | |
---|---|---|---|---|
'11 | 6,3 | 5 | 2 | 2,5 |
'12 | 6 | 5,4 | 2,1 | 2,3 |
'13 | 5,7 | 5,3 | 2,3 | 1,9 |
'14 | 5,5 | 5 | 2,3 | 1,9 |
'15 | 5,9 | 5,3 | 2,6 | 2 |
'16 | 6,3 | 5,4 | 3,2 | 2,6 |
'17 | 6,7 | 5,5 | 2,9 | 2,5 |
'18 | 7,4 | 5,7 | 3 | 2,6 |
'19 | 8,1 | 5,7 | 2,4 | 3,4 |
'20* | 9,8 | 6,6 | 2,5 | 4,6 |
'21* | 11,1 | 6,9 | 2,7 | 4 |
Nalatenschappen en verkrijgingen
De gegevens over het nagelaten vermogen van overledenen uit de Nederlandse bevolking (inclusief personen in institutionele huishoudens) zijn samengesteld met behulp van verschillende bronnen. Voor ongeveer 41procent van de overledenen (in2020) zijn gegevens beschikbaar uit de aangifte erfbelasting van de belastingdienst. Degegevens voor het overige deel van de overledenen worden geraamd op basis van de vermogensgegevens uit het Integraal Inkomens- en Vermogensonderzoek. Voor overledenen met een partner is er vanuit gegaan dat de overledene voor de helft eigenaar was van de vermogensbestanddelen uit de huwelijksgoederengemeenschap.
Cijfers over verkrijgingen uit een nalatenschap hebben enkel betrekking op de gegevens uit de erfbelasting, daardoor is voor ongeveer 59procent van de overledenen (circa 7miljard euro in2020) onbekend wie de nalatenschap ontvangen heeft.
De cijfers over 2020 en 2021 zijn voorlopig, omdat het een aantal jaren duurt voordat de aangiftes erfbelasting verwerkt en vastgesteld zijn door de belastingdienst.
Voor meer informatie zie: Vermogensoverdrachten (cbs.nl).
Kinderen ontvangen het vaakst, partners het meest
In2021 is voor 232duizend ontvangers aangifte van een erfenis gedaan met een totale waarde van 15miljard euro. Hierover werd 1,6miljard euro erfbelasting afgedragen (zieStatLine).
Een groot deel van de erfenissen gaat van ouder naar kind, in2021 was dit 51procent van het totaal aantal erfenissen. Departner van de overledene was in12procent van de erfenissen de ontvanger. 26procent van de ontvangers heeft een overige relatie met de overledene (ooms, tantes, neven, nichten of anderen met een niet-familiale band). Eenklein deel (1procent) van de erfenissen gaat naar maatschappelijke organisaties.
Toon tabel5.6.2 Ontvangers van erfenissen naar relatie met overledene, 2021*Verberg tabel5.6.2 Ontvangers van erfenissen naar relatie met overledene, 2021*
aandeel | |
---|---|
Kind | 50,8 |
Partner | 11,7 |
Kleinkind | 10 |
Maatschappelijke organisatie | 0,9 |
Ouder | 0,7 |
Overige relatie | 25,9 |
Na de partner met een netto erfenis van in doorsnee 84duizend euro in2021, ontvingen kinderen van overledenen in doorsnee het hoogste bedrag (zie StatLine). In2021 was dat netto 36duizend euro. Overige ontvangers kregen in doorsnee bijna 8duizend euro na afdracht van erfbelasting. Debelastingdruk is aanzienlijk hoger voor overige ontvangers dan voor partners en kinderen, omdat zij een veel lagere vrijstellingsgrens kennen en een hoger belastingtarief. Maatschappelijk organisaties betalen geen belasting over ontvangen erfenissen. In2021 bedroeg het doorsnee ontvangen bedrag van maatschappelijke organisaties 18,5duizend euro.
Vermogenden ontvangen vaker erfenis
Relatief veel ontvangers van een erfenis maken deel uit van huishoudens in de hogere vermogensgroepen: 20,4procent van het aantal erfenissen ging in2021 naar personen in de hoogste vermogensdecielgroep, 2,2procent naar de hoogste percentielgroep en 0,2procent naar de hoogste promillegroep.
Het doorsnee ontvangen nettobedrag kwam uit op 26duizend euro. Dehoogste drie decielgroepen van de vermogensverdeling kregen meer. Ontvangers van erfenissen die tot de tiende decielgroep behoren ontvingen 38duizend euro.
Toon tabel5.6.3 Ontvangers van erfenissen naar vermogensgroepen1), 2021* (% van aantal ontvangers van erfenissen)Verberg tabel5.6.3 Ontvangers van erfenissen naar vermogensgroepen1), 2021* (% van aantal ontvangers van erfenissen)
% in aantal ontvangers van erfenissen | |
---|---|
1e (19 900 euro) | 4,3 |
2e (15 500 euro) | 2,1 |
3e (16 700 euro) | 3,4 |
4e (17 600 euro) | 5 |
5e (21 200 euro) | 6,9 |
6e (22 400 euro) | 8,9 |
7e (25 900 euro) | 11,2 |
8e (29 800 euro) | 14 |
9e (34 800 euro) | 16,9 |
10e (38 100 euro) | 20,4 |
Onbekend vermogen²⁾ (22 800 euro) | 6,9 |
1)Tussen haakjes staat het mediaan ontvangen bedrag per vermogensgroep. | |
2)Dit betreft onder andere niet-natuurlijke personen en personen die in het buitenland wonen. |
5.7Schenkingen
Ruim 6miljard euro geschonken in2021
In2021 was de totale netto waarde van alle geregistreerde schenkingen 6,2miljard euro. Ditis het totaalbedrag van bijna 90duizend schenkingen, waarbij bedrijfsopvolgingen niet meetellen (zie kader). Schenkingen vinden vooral plaats van ouder naar kind. In2021 ging het om 5,8miljard euro. Hetgrootste deel daarvan betrof niet-eenmalige schenkingen waarop de reguliere (jaarlijkse) vrijstelling van toepassing was.
Ruim 1,6miljard euro werd in2021 geschonken ten behoeve van de eigen woning. In2013 en 2014 was het aandeel van de schenkingen waarop de verhoogde vrijstelling voor woningen van toepassing was veel groter. Toen werd er respectievelijk 2,9miljard en 7,0miljard euro geschonken ten behoeve van de eigen woning. In2017 werd de extra verhoogde vrijstelling van een ton, na een onderbreking van twee jaren, opnieuw geïntroduceerd. Sindsdien is er veel minder gebruik van gemaakt. Metingang van 2024 vervalt deze vrijstelling.
Schenkingen
Aangifte schenkbelasting voor een reguliere jaarlijkse schenking (bijvoorbeeld van ouder op kind) is verplicht indien het geschonken bedrag boven de jaarlijkse vrijstellingsgrens uitkomt. Voor 2021 was de vrijstellingsgrens voor een reguliere (jaarlijkse) schenking van ouder op kind 6604euro, en voor overige relaties 3244euro. Ligt het geschonken bedrag van de reguliere jaarlijkse schenking op of onder de vrijstellingsgrens dan hoeft er geen aangifte te worden gedaan. Daarnaast kan er eenmalig een extra schenking gedaan worden. Voor schenkingen volgens de eenmalige (extra) verhoogde vrijstelling (bijvoorbeeld ten behoeve van een eigen woning), dient de vrijstelling aangevraagd te worden en is aangifte dus verplicht. Ookals het geschonken bedrag lager is dan de geldende vrijstellingsgrens dient men aangifte te doen. In2021 bedroeg de eenmalig verhoogde vrijstelling 26881euro, de eenmalig extra verhoogde vrijstelling voor een studie 55996euro, en kon er 105302euro belastingvrij geschonken worden ten behoeve van een eigen woning.
De gepresenteerde cijfers hebben uitsluitend betrekking op de geregistreerde schenkingen exclusief de schenkingen die vallen onder de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR). Hoewel geregistreerde schenkingen in principe schenkingen betreffen waarvoor aangifte verplicht is, komt het voor dat er aangifte wordt gedaan over schenkingen waarop de reguliere vrijstelling van toepassing is maar met bedragen op of onder de vrijstellingsgrens. In2021 ging het om een bedrag van 12miljoen euro. Hettotaalbedrag aan niet-eenmalige schenkingen waarop de reguliere vrijstelling van toepassing was, wordt substantieel onderschat vanwege het ontbreken van aangifteverplichting bij een bedrag op of onder het vrijstellingsbedrag.
Omdat de belastingtechnische afwikkeling van schenkingen drie jaar duurt, zijn er geen recentere gegevens dan 2021 voorhanden.
Toon tabel5.7.1 Netto schenkbedrag naar type schenking (totaal (mld euro))Verberg tabel5.7.1 Netto schenkbedrag naar type schenking (totaal (mld euro))
Ouder-kind, niet-eenmalig | Ouder-kind, eenmalig waaronder studie | Ouder-kind, eenmalig eigen woning | Andere relatie, niet-eenmalig | Andere relatie, eenmalig eigen woning | |
---|---|---|---|---|---|
'11 | 1,8 | 0,2 | 0,3 | 0,1 | 0 |
'12 | 1,8 | 0,2 | 0,3 | 0,1 | 0 |
'13 | 2 | 0,3 | 2,7 | 0,1 | 0,2 |
'14 | 1,7 | 0,2 | 6,4 | 0,1 | 0,6 |
'15 | 2 | 0,2 | 0,4 | 0,1 | 0 |
'16 | 2,2 | 0,2 | 0,4 | 0,2 | 0 |
'17 | 2,5 | 0,2 | 1,3 | 0,3 | 0,2 |
'18 | 2,6 | 0,1 | 0,9 | 0,2 | 0,1 |
'19 | 2,9 | 0,1 | 0,9 | 0,2 | 0,2 |
'20* | 3,3 | 0,2 | 1,1 | 0,3 | 0,2 |
'21* | 3,9 | 0,2 | 1,6 | 0,3 | 0,2 |
Meer dan half miljard aan schenkbelasting geïnd
In2021 werd er in totaal 511miljoen euro aan schenkbelasting betaald. Datis een verdubbeling ten opzichte van2011. Demeeste belasting wordt geïnd over schenkingen waarop de reguliere vrijstelling van toepassing was. Over de schenkingen ten behoeve van de eigen woning wordt weinig belasting geheven, omdat er meestal minder dan het vrijgestelde bedrag wordt geschonken. In2013 en 2014 leverden deze schenkingen respectievelijk ruim 40en 50miljoen euro aan belasting op.
Toon tabel5.7.2 Belasting naar type schenking (totaal (mln euro))Verberg tabel5.7.2 Belasting naar type schenking (totaal (mln euro))
Ouder-kind, niet-eenmalig | Ouder-kind, eenmalig waaronder studie | Ouder-kind, eenmalig eigen woning | Andere relatie, niet-eenmalig | Andere relatie, eenmalig eigen woning | |
---|---|---|---|---|---|
'11 | 202,1 | 1,9 | 6,6 | 42,7 | 0 |
'12 | 213,2 | 2,4 | 6,1 | 48,7 | 0 |
'13 | 194,5 | 8,3 | 38,1 | 39,6 | 2,4 |
'14 | 188,8 | 2,7 | 44,7 | 29,6 | 6,5 |
'15 | 226,1 | 3,4 | 6,1 | 43,7 | 0 |
'16 | 244,6 | 1,8 | 3,2 | 52,2 | 0 |
'17 | 290,8 | 2,2 | 6,9 | 88,3 | 1,6 |
'18 | 281,2 | 2,1 | 5,9 | 53,9 | 0,8 |
'19 | 335,7 | 1,8 | 5,1 | 69,2 | 1,9 |
'20* | 375 | 2,2 | 5,5 | 95,6 | 1,5 |
'21* | 415,5 | 4,5 | 8,7 | 80,8 | 1,1 |
1op de 3schenkingen van minstens een ton
In2021 had bijna 1op de 3geregistreerde schenkingen een waarde van minimaal een ton. Meestal betrof dit een niet-eenmalige schenking waarop de reguliere vrijstelling van toepassing was. Ouders schonken volgens de eenmalige vrijstelling voor een dure studie bijna 8duizend keer aan hun kind, meestal een bedrag van 20tot 40duizend euro.
De gemiddelde netto waarde van een schenking is afgelopen jaren fors gegroeid. Hetbedrag dat ouders hun kind schonken volgens de reguliere vrijstelling is gegroeid van gemiddeld 55,7duizend euro in2011 tot 81,9duizend euro in2021. Voor een eigen woning schonken ouders ook steeds hogere gemiddelde bedragen aan hun kinderen: 52,5duizend euro in2011 tegen 74,7duizend euro in 2021.
Toon tabel5.7.3 Schenkingen naar grootte van het schenkbedrag, 2021* (aantal schenkingen (x 1 000))Verberg tabel5.7.3 Schenkingen naar grootte van het schenkbedrag, 2021* (aantal schenkingen (x 1 000))
Ouder-kind, niet-eenmalig | Ouder-kind, eenmalig waaronder studie | Ouder-kind, eenmalig eigen woning | Andere relatie, niet-eenmalig | Andere relatie, eenmalig eigen woning | |
---|---|---|---|---|---|
Tot 20 000 euro | 7,4 | 1,1 | 1,2 | 3,9 | 0,6 |
20 000 tot 40 000 euro | 7,4 | 6,3 | 3,9 | 1,4 | 0,9 |
40 000 tot 60 000 euro | 7,5 | 0,2 | 4,4 | 0,6 | 0,7 |
60 000 tot 80 000 euro | 3,5 | 0,1 | 1,9 | 0,4 | 0,3 |
80 000 tot 100 000 euro | 5,2 | 0,1 | 1,1 | 0,5 | 0,1 |
100 000 euro of meer | 17,1 | 0,1 | 9,5 | 0,6 | 1,1 |
5.8Literatuur
CBS (2024). Prijzen koopwoningen in februari ruim 4procent hoger dan jaar eerder. CBS-nieuwsbericht, 22maart.