je

Nederlands (nl)

Enkelvoud

1ste

2de vertroulik

2de beleef

2de Vlaams

3de m

3de v

3de o

Onderwerp

ik

'k

jij

je

u

gij

ge

hij

ie

zij

ze

het

't

Voorwerp

mij

me

jou

je

u

u

hem

'm

haar

ze, d'r, 'r

het

't

Meervoud

1ste

2de vertroulik

2de beleef

2de Vlaams

3. persoon

Onderwerp

wij

we

jullie

u

gij

ge

zij

ze

Voorwerp

ons

jullie

u

u

hun, hen

ze

Uitspraak

Hulp:IPA: [jə]

   

(lêer)

Persoonlike voornaamwoord

    Betekenisse

1. Jy, swakke vorm van die persoonlike voornaamwoord van die tweede persoon enkelvoud in die onderwerpsvorm.
2. Jou, swakke vorm van die persoonlike voornaamwoord van die tweede persoon enkelvoud in die voorwerpsvorm.

    Voorbeeldsinne

1.: «Ben je klaar?»

Is jy klaar?

2.: «Hij heeft je gezien.»

Hy het jou gesien.

    Eienskappe

Hierdie vorm kan nie beklemtoon word nie.

1. Die beklemtoonde vorm is jij. Die beleefde vorm is u. In Vlaandere word pleks van jij en u die voornaamwoord gij gebruik.
2. Die beklemtoonde vorm is jou. Die beleefde vorm is u. In Vlaandere word pleks van jou die voornaamwoord u gebruik.

persoon	enkelvoud		meervoud
	byvoeglik	selfstandig	byvoeglik	selfstandig
1ste	mijn m'n	mijne	ons, onze	onze
2de (informeel)	jouw je	jouwe	jullie je	-
2de (formeel) (regionaal)	uw	uwe	uw	uwe
3de m	zijn z'n	zijne	hun	hunne
3de v	haar d'r, 'r	hare
3de o	zijn (ervan)	-

Besitlike voornaamwoord

    Betekenisse

Jou wat betref die persoon wat aangespreek word. Vertroulik tweede persoon enkelvoud, swakke vorm

    Voorbeeldsinne

«Heeft hij je brief ontvangen?»

Het hy jou brief ontvang?

    Eienskappe

Die beklemtoonde vorm is jouw.

Dit kan ook as meervoud gebruik word, veral indien die woord jullie al genoem is.