Gaan na inhoud

taras

Vanuit Wiktionary, die vrye woordeboek.
Onderwerpsvorm
Naamval Enkelvoud Tweevoud Meervoud
Nominatief   taras   tarara   taradi
Vokatief   tarasé,
  (vertroulik:) tara
  tararó,
  (hoflik:) tarara e
  tarasó,
  (hoflik:) taradi e
Agentatief   tarasi   tarara xa   taradi xa
Voorwerpsvorm
Naamval Enkelvoud Tweevoud Meervoud
Nominatief   tarasa   tarara   tarade
Agentatief   tarasa xu   tarara xu   tarade xu
Tesame met voornaamwoord: taras (possessief)
IPA:
onderwerpsvorm:
nominatief: [ta˧ˈra˦s], tweevoud: [ta˧ˈra˦ra˨], meervoud: [ta˧ˈra˦ti˨]
vokatief: [ta˧ra˦ˈse], (vertroulik:) [ta˧ˈra˦]; tweevoud: [ta˧ra˦ˈro], (hoflik:) [ta˧ˌra˦ra˨ˈʔe]; meervoud: [ta˧ˈra˦so], (hoflik:) [ta˧ˌra˦ti˨ˈʔe]
agentatief: [ta˧ˈra˦si˧], tweevoud: [ta˧ˈra˦ra˨ χa], meervoud: [ta˧ˈra˦ti˨ χa]
voorwerpsvorm:
nominatief: [ta˧ˈra˦sa˨], tweevoud: [ta˧ˈra˦ra˨], meervoud: [ta˧ˈra˦te˨]
agentatief: [ta˧ˈra˦sa˨ χu], tweevoud: [ta˧ˈra˦ra˨ χu], meervoud: [ta˧ˈra˦te˨ χu]
  1. Vrou
  2. Eggenote

    Sinonieme

2. khoes, (deftig:) aos