Naar inhoud springen

Manifest van de angst/Hoofdstuk6 Cyborgmanifest

Uit Wikibooks
"Like city lights, receding…." William Gibson, 1984.
Naomi Klein schreef onder meer De shockdoctrine. De opkomst van rampenkapitalisme
« A consensual hallucination experienced daily by billions of legitimate operators, in every nation, by children being taught mathematical concepts… A graphic representation of data abstracted from the banks of every computer in the human system. Unthinkable complexity. Lines of light ranged in the non space of the mind, clusters and constellations of data. Like city lights, receding…. »

In 1960 omschrijven een werktuigkundige en een psychiater de cyborg als een mens die zich met technologie klaarmaakt voor de ruimtevaart. Die idee zou de sciencefictionliteratuur veranderen en de toekomstbeelden van H.G. Wells en Jules Verne voorgoed achter zich laten. SF is gefascineerd door het levensraadsel en Darwin, die de unieke, uitverkoren mensgedachte doorprikt.[2] De maakbare mens concretiseert zich in militaire projecten en de eerste stappen op de maan in 1969. In 1985 roept Donna Haraway de cyborg uit tot een emancipatiesymbool. In haar Cyborgmanifest vervaagt de scheiding tussen organisme en machine. Haar cyborg doet denken aan de romans van Philip K. Dick, en de aanzienlijk latere mijlpalen in de filmgeschiedenis: 'Blade Runner', ‘Total Recall', ‘A Scanner Darkly’ en ‘Minority Report’.[3] Dick stelt de vraag hoe technologie persoonlijke vrijheden aan banden legt om controle en veiligheid te garanderen en hoe de publieke ruimte en het menselijk gedrag militariseert. De computer is een hersenuitbreiding, brillen, hoorapparaten, pacemakers, lenzen, kunstgebitten, stoma’s, hartkleppen, protheses, kunstheupen, kunstmatige ledematen, auto’s, gsm en gps zijn meer dan “the extensions of man” of de verlengstukken van de gedisciplineerde lichamen, om Marshall McLuhan te citeren. Technologie blijft niet buiten het lichaam.

A consensual hallucination

[bewerken]

De mens wordt ontworpen, gevoed en gerepareerd door genetische manipulatie, agrarische biotechnologie en de nanogeneeskunde, hij verbetert en onderhoudt zich met cosmetische chirurgie, fitness- en dieetprogramma’s. Mensen zijn cyborgs: wezens waar natuur en techniek in elkaar vloeien, op het ruimteschip dat ‘aarde’ heet. In dit tijdperk verdwijnen de industriële tegenstellingen tussen mens en dier, tussen privé en publiek, tussen wetenschap en ideologie, tussen tastbaar en ontastbaar. Onzichtbare, mobiele elektronica verbindt alles met alles tot een alwetend netwerk. De macht zit in onwaarneembare elektromagnetische golven en signalen.

Cyborgs zijn informatieverwerkers die via bytes en taalsystemen tot autonome besluitvoering komen. Alles is code: de geboorteregeling, het schoolmanagement, de bedrijfsvoering, het bestuur van het land, de oorlogsvoering en het elektronisch huisarrest. De kern van de mens - het DNA- herleidt tot een code die het onderscheid tussen lichaam en geest opheft. In de netwerkwereld is men geen panoptisch individu maar een knooppunt van mail, bankgegevens, belastingen, patiëntendossiers, de elektronische studievoortgang, het sociaal netwerk, de klantenkaart en het opvattingenverklappend internetzoekgedrag... het netwerk kent je beter dan jezelf.

Wie technologie en de toegang beheerst (de staat, het bedrijf of de hacker) heeft macht. Daar schuilt de onderdrukking die zich niet langer laat opdelen volgens de klassieke tegenstellingen. Vrouwen, senioren, armen, personen met een handicap, migranten zijn niet per definitie gemarginaliseerd. Hun digitale identiteit staat los van de aangeboren eigenschappen leeftijd, ras, geslacht, handicap of klasse. Verzet tegen discriminatie is zinloos, want een cyborg lààt zich niet discrimineren. De cyborg is een sociale en fysieke realiteit die zich niet laat intimideren door technologie. Hij gebruikt het als voordeel. De cyberwereld biedt gereedschappen om onderdrukkers te ontwapenen. Technologie geeft de macht om je identiteit te ontwerpen. Als je kunt kiezen wie je bent, verdwijnen tegenstellingen en hiërarchie.

Eduard Bohlen

[bewerken]
In 1904 kreeg von Trotha de opdracht de opstand van de Herero en de Nama in Duits Zuidwest-Afrika de kop in te drukken en vaardigde tijdens deze campagne het beruchte Vernichtungsbefehl uit. Genocide of psychologische oorlogsvoering? In 1905 was ongeveer 75% van het Herero-volk dood en kreeg Von Trotha de orde "Pour le Mérite".

Buitensporige kapitalistische honger veroorzaakt de globaliserende crisis en houdt haar veroorzakers buiten schot zoals bij de olieramp in de Golf van Mexico 2010 of de kernramp van Fukushima. Die crisis treft armen in het Noorden en Zuiden. Katrina toverde New Orleans om tot Saramago’s stad der blinden. De National Guard was nodig om de massa in te tomen en zet zo het verband tussen armoede en geweld in de kijker. Zo’n ordemacht van 65.000 man is er niet in Afrika.

Op 5 september 1909 loopt het Duitse schip, de Eduard Bohlen in een dikke mist vast op een zandbank voor de Namibische kust. De wereldkaart van toen kleurt het gebied in als Duits Zuid West-Afrika. Tegenwoordig fotograferen toeristen het geraamte als een attractie. Het ligt niet langer voor de kust, maar in de woestijn. De klimaatcrisis deed zijn werk. Wat je weinig leest is hoe de inheemse bevolking zich in 1909 tegen de schipbreukelingen verzette en hoe generaal Lothar von Trotha er met een genocide op reageerde. Von Trotha liet de bevolking sterven van dorst, organiseerde concentratiekampen en een slavenverkoop. Harald Welzer ziet in dit verhaal de blauwdruk voor de toekomst.[4] Het scheepswrak symboliseert dat de klimaatsverandering behalve een milieuprobleem een zaak is van rechtvaardigheid. Emancipatie is het codewoord. The Battle of Seattle toonde in 1999 de vele gezichten van de tegenbeweging van het wereldkapitalisme: angstwekkend chaotisch en inspirerend poëtisch. De verzetscoalitie stelt een veelheid van wereldproblemen aan de orde, beschikt over een rits actiemiddelen en alternatieven voor het kwaad van de mondialisering.[5] Tussen 1999 en 2012 veranderde het probleem nauwelijks. Als oorzaak wordt vaak opgeworpen dat de activisten geen overkoepelende filosofie hebben en dat ze tegenstrijdigheden formuleren. Die beschuldigingen worden altijd tegen de activisten geuit: de hippiebeweging, de arbeidersbeweging, de vrouwenbeweging, de mensenrechtenbeweging… Het establishment krijgt bij het ontbreken van een mediagericht manifest de ruimte om de beweging in negatief voor te stellen en de werkelijke boodschap te laten verdwijnen.

Andersglobalisten

[bewerken]
De gemaskerde en identiteitsloze Subcomandante Marcos uit Chiapas symboliseert de anti-leidersidee. Zijn masker is een spiegel en in die zin is Chiapas geen lokale maar universele strijd.

Als er geen coherente volksbeweging, geen manifest of een leider is, hoe valt dit fenomeen dan te typeren? De figuur van de gemaskerde en identiteitsloze Subcomandante Marcos uit Chiapas symboliseert de anti-leidersidee. Marcos’ masker is een spiegel. “Hij is gay in San Francisco, zwart in Zuid-Afrika, een Aziaat in Europa, een Amerikaan van Mexicaanse afkomst in San Ysidro, een anarchist in Zuid Spanje, een Palestijn in Israël, een Maya-indiaan in de straten van San Cristobal, een jood in Duitsland, een zigeuner in Polen, een Mohawk-indiaan in Quebec, een pacifist in Bosnië, een vrouw alleen om tien uur in de metro, een boer zonder land, een bendelid in de sloppen, een werkloze arbeider, een ongelukkige student en, natuurlijk een Zapatista in de bergen.”[6] Wij zijn de leiders die we zoeken. Zo is Chiapas geen lokale maar universele strijd. De Zapatisten richten zich niet tegen de Mexicaanse regering maar tegen het neoliberalisme. Ze staan model voor een wereldgebeuren dat begon bij de koloniale verovering. Er is niet één beweging, maar duizenden, rizomatisch verbonden. Internet is de sleutel tot inzicht in de veranderende politieke organisatie. Het antiglobalisme is “het vleesgeworden internet” aldus Klein. Er is geen centraal punt, enkel continu veranderende verbindingen, als variatie op de anarchie waar iedereen samenwerkt en beslist: mondialiseren moet, maar zonder dat mensen de greep verliezen.

De beweging streeft niet naar één alomvattende wereldregering – dat zou dictatoriaal zijn -, maar naar een netwerk van plaatselijke initiatieven en tijdelijke structuren met rechtstreekse democratie, vrijheid en gerechtigheid. De Zapatistas confronteren het kapitalisme met de autonome zone. Als de demonstranten geen manifest hebben, is dat een overwogen keuze. Activisten vormen geen front, maar omsingelen het doel. Het siert hen afstand te houden van de edelmoedige manifesten en dat ze redelijk democratisch de volgende verzetsfase ontwikkelt. Misschien ontstaat uit die chaos een wereldbeschermingsplan met de vele werelden daarin, zoals de Zapatistas zeggen. Anders is de kans op geweld uit pure overlevingsdrang groot.

Rizomatische of MP3-macht

[bewerken]
“Scientia potentia est” of kennis is macht stelt Francis Bacon. Dat geldt dubbel in de informatiesamenleving.

Het huidige machtsmodel is niet vergelijkbaar met een piramide of een panopticum. De macht in de infosamenleving functioneert als een Ipod of een rizoom. Het rizoom past het best bij anarchistische en emancipatiebewegingen, terwijl het Ipodmodel het kapitalistisch militaire systeem benadert.[7] Een Ipod is zo te programmeren dat het enkele stukken uit zijn repertoire speelt. Flexibele organisaties - ziekenhuizen, leeromgevingen, bedrijven of gevangenissen - oefenen slechts enkele van hun vele functies uit. In organisaties van de oude stijl liggen de verbindingen vast. Een Ipod kan alle volgordes en klassementen aan en functioneert als een bewegend en volgens meerdere dimensies roterend panopticum. Arbeiders en bedienden kennen geen vaste functies noch lineaire carrières. Personeel knippen of plakken en jobhoppen lopen als rode draden door flexibele organisaties. Levenslang leren klinkt als een veroordeling en komt in de plaats van een in tijd en ruimte afgebakende opleiding. Organisaties zijn niet langer structuur, maar proces. De hamvraag is: wie is de laser, de processor in het machtscentrum? Die heeft willekeurige toegang tot het geheel. “Scientia potentia est” (Latijn: "kennis is macht") stelt Francis Bacon. Dat geldt dubbel in de informatiesamenleving.

De markt van veiligheid en geluk

[bewerken]
« Achter een schone gevel steekt vaak een hoop rotzooi. »
(Naomi Klein citeert haar grootvader, een striptekenaar bij Disney.)

Verliest de maatschappij haar tolerantie ten aanzien van risico en onzekerheid? Bij de aanvang van dit manifest opperden we dat de productie van veiligheid, orde en hygiëne en de reductie van onveiligheid, onzekerheid en onreinheid een doordringend motief is in het Westen. In de hoogtechnologische maatschappij maakt het geloof in wetenschap plaats voor een toenemend risicobewustzijn en een dalende risicoacceptatie. Het contraproductieve karakter van wetenschap en industrie mondt uit in een angst waar weinigen aan ontsnappen omdat de oorzaak de metamorfose van de samenleving zelf is.[8] Toch is het verlangen naar vitale vrijheid én veilige condities misleidend: absolute veiligheid is noch bereikbaar, noch wenselijk, noch nodig. De vraag “hoeveel veiligheid willen we tegen welke prijs?” is een politiek-filosofisch dilemma met wortels in een ver verleden en naargelang de context andere invullingen kreeg. Is de democratische rechtstaat in staat om het precaire evenwicht tussen veiligheid en vrijheid, tussen veiligheid en welzijn te optimaliseren?

De vraag om gedrag dat tot voor kort als hinderlijk werd aanzien, strafbaar te maken, stijgt.[9] Het gevaar schuilt erin dat de welzijnsproblematiek van de meest kwetsbaren zich vertaalt als een onveiligheidsprobleem voor de minst kwetsbaren.[10] De beheersingsdrang leidt tot een groei van politie, controle, het observeren, screenen en voorspellen van gedrag en het klasseren van individuen en groepen overeenkomstig het risico dat zij weerspiegelen.[11] Een onkritische strijd tegen criminaliteit en onveiligheid mondt uit in marginalisering, stigmatisering, uitsluiting en criminalisering van illegalen, bedelaars, steuntrekkers, druggebruikers, prostituees omwille van een abstract risico, een “dangerosité.”[12] Die gedwongen sociale uitsluiting aan de “onderkant” van de maatschappij kent zijn spiegelbeeld in de zelfgekozen uitsluiting “at the top.” Gated communities verzamelen als microkosmossen gelijke gegoeden die elke onaangename confrontatie met de “gevaarlijke klassen” vermijden door zich terug te trekken in een hermetisch afgesloten en bewaakte zone. Veiligheid wordt zo koopwaar, beschikbaar voor wie het zich kan veroorloven, op de markt van veiligheid en geluk.

Voetnoten

[bewerken]
  1. GIBSON W. Neuromancer. Ace, New York, sd. GIBSON W. Zenumagiër. Meulenhoff, Amsterdam, 1995. De trilogie in GIBSON W. De cyberpunkromans. Meulenhof, Amsterdam, 1994.
  2. De aandacht van de SF voor de historie, de biologie en de technologie bakent het genre af van de bovennatuurlijke fantasy en horror.
  3. Minority report is een veelzeggende titel. De menselijke gedetermineerdheid maakt gedrag voorspelbaar in een samenleving die geen alternatieven duldt. Die “afwijkende” maar mogelijke uitkomsten (uitwegen uit het menselijke determinisme) verzwijgt “minority report.”
  4. WELZER H. De klimaatoorlogen. Ambo, Baarn, 2009.
  5. Concreet gaat het over mensenhandel, de kloof tussen Noord en Zuid, de beperkte overlevingskansen van armen, het protectionisme van rijke landen, het ontbreken van eigendomsrechten, de toegang tot de legale wereld, de aasgieren van de Afrikaanse grondstoffen, het milieu, het Westerse cultuurimperialisme, kinderarbeid, slavenarbeid, genetische manipulatie, de regenwouddestructie, het in stand blijven van dictaturen, de werking van de multinationals, de massa-emigratie, het vluchtelingenprobleem, het drinkwatergebrek, de megasteden en hun sloppenwijken
  6. KLEIN N. No logo. Lemniscaat, Rotterdam, 2000, pp. 497-498.
  7. De metafoor van de MP3-player als machtsmodel komt van de arbeidssocioloog Richard Sennett. SENNETT R. De cultuur van het nieuwe kapitalisme. Meulenhof, Amsterdam, 2007.
  8. HUYSE L. De lange weg naar Neufchâteau. Van Halewyck, Leuven, 1996, p. 70.
  9. PONSAERS P. De politieke geografie van de publieke ruimte en de rol van de politie. In: PONSAERS P. & DEVROE E. (Eds.). Cahier Integrale Veiligheid 4: Publieke Ruimte. Politeia, Brussel, 2008, pp. 53-70
  10. DEKLERCK J. Luisteren naar de echo. Samenlevingsopbouw en de roep om een veiliger samenleving. In: BAERT H., DE BIE M., DESMET A., HELLINCKX L. & VERBEKE L. (Eds.). Handboek Samenlevingsopbouw in Vlaanderen, Die Keure, Brugge, 2003, pp. 337-356.
  11. BOUTELLIER H. & VAN STOKKOM B. Consumptie van veiligheid. Van verzorgingstaat tot veiligheidsstaat. In: Justitiële verkenningen, 5, 1995, pp. 97-111.
  12. "The outgroup becomes a scapegoat for the troubles of the wider society: they are underclass, who live in idleness and crime. (…) They are the social impurities of the late modern world." YOUNG J. The Exclusive Society. Social exclusion, crime and difference in late modernity. Sage Publications, London, 1999, p. 20.

Navigatie

[bewerken]
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.