Nederlandse literatuurgeschiedenis/De beweging van vijftig
De Vijftigers waren een groep dichters die de bespiegelende lyriek van het interbellum verwierpen ten gunste van een meer experimentele stijl. Daarbij inspireerden ze zich op dada, het surrealisme, primitieve kunst en kindertekeningen. Hiermee beoogden ze zo veel mogelijk de rede uit te schakelen en beroep te doen op gevoel, vrije associatie en intuïtie. Hun poëzie wil vooral vrij zijn, los van alle regels.
De bekendste Vijftigers zijn Lucebert en Hugo Claus – die beiden eerst ook lid waren van Cobra – en Gerrit Kouwenaar. Een typische uitspraak van Lucebert in verband met hun visie op poëzie is: Schoonheid heeft haar gezicht verbrand, waarmee hij bedoelde dat kunst anti-esthetisch dient te zijn.
In de eerste verspreiding van de ideeën van de Vijftigers waren vooral twee tijdschriften van belang: Braak (1950), onder redactie van Remco Campert en Rudy Kousbroek, en Blurb, een in 1950 door Simon Vinkenoog opgestart tijdschrift dat gedurende enkele jaren onregelmatig verscheen.
- Lucebert
- Hugo Claus
- Gerrit Kouwenaar
- Simon Vinkenoog
- Paul Rodenko
- Gerard Reve
- W.F. Hermans
- Louis Paul Boon
- Maurice Roelants
- Gerard Walschap
- Johan Daisne
- Hubert Lampo
- Piet van Aken
- Ida Gerhardt
- Leopold
- P.C. Boutens
- Tijdschriften:
- Braak (1950) (Remco Campert en Rudy Kousbroek)
- Blurb (1950) (Simon Vinkenoog)