Naar inhoud springen

Spoorlijnen in Nederland

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Spoorkaart van Nederland
Alle stations
Aantal sporen per spoorlijn
Maximumsnelheden op de spoorlijnen in Nederland

In Nederland is de netlengte van de spoorwegen (totale lengte van de spoorlijnen) 3434 km. Driekwart hiervan is geëlektrificeerd en driekwart is meersporig. De totale spoorlengte bedroeg in 2016 7219 km.[1] Spoorwegemplacementen en dergelijke zijn niet meegerekend.

Al het openbare spoor in Nederland is normaalspoor, alleen bij industrie en in pretparken wordt incidenteel smalspoor gebruikt. De openbare spoorinfrastructuur in Nederland (hoofdspoorwegen) wordt sinds 2003 namens de overheid beheerd door ProRail. ProRail legt nieuwe spoorlijnen aan of uitbreidingen en wijzigingen van bestaande spoorlijnen. Bij grote wijzigingen is daarvoor een tracébesluit nodig van de minister van Infrastructuur en Milieu. Dat ministerie is ook de financier van ProRail voor het beheer en onderhoud.

Zie voor informatie over de verdubbeling van de sporen het artikel Spoorverdubbeling en voor informatie over treinbeïnvloeding op de Nederlandse sporen het artikel Automatische treinbeïnvloeding.
Zie Geschiedenis van de spoorwegen in Nederland voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem, het eerste deeltraject van de "Oude Lijn", de spoorlijn tussen Amsterdam en Rotterdam (aanleg tussen 1839 en 1847). De aanleg en exploitatie geschiedde door de particuliere Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij (HIJSM).

De tweede spoorlijn in Nederland begon zijn geschiedenis op 28 december 1843, de Rhijnspoorweg tussen Amsterdam en Utrecht, het eerste deeltraject van de Nederlandsche Rhijnspoorweg-Maatschappij (NRS), in 1845 verlengd naar Arnhem en in 1856 naar Duitsland. Deze lijnen werden aanvankelijk aangelegd in breedspoor, om enkele jaren later omgebouwd te worden naar normaalspoor om aan te kunnen sluiten op het Duitse spoornet.

In het zuiden van Nederland werden de eerste grensoverschrijdende lijnen aangelegd door buitenlandse maatschappijen, als verlengingen van de spoornetten in die landen. In 1853 werd de spoorlijn Aken – Maastricht geopend, de eerste verbinding met Duitsland en derde spoorlijn van Nederland; in 1854 volgde de lijn Antwerpen – Roosendaal over de Belgische grens.

Vanaf 1863 kwamen ook de Centraalspoorweg van de Nederlandsche Centraal-Spoorweg-Maatschappij (NCS) alsmede de eerste lijnen van de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen (SS) in exploitatie. Dit waren de belangrijkste spoorwegmaatschappijen in Nederland. Daarnaast werden door diverse kleinere spoorwegmaatschappijen spoorlijnen aangelegd.

Vanaf 1860 ging de staat zelf spoorlijnen aanleggen, er werden tien staatslijnen aangelegd aangeduid met de letters A tot en met K, behalve J.

De eerste elektrische spoorlijn in Nederland was de Hofpleinlijn. Op 1 oktober 1908 als elektrische lijn in gebruik genomen en geëxploiteerd door de Zuid-Hollandsche Electrische Spoorweg-Maatschappij (ZHESM). Vanaf 1927 werd de Oude Lijn elektrisch bereden.

Vanaf de jaren dertig werden vele minder drukke lijnen gesloten. Op lijnen die in bedrijf bleven werd tot in de jaren vijftig de stoomtractie door dieseltreinen of elektrische treinen vervangen. De meeste bestaande spoorlijnen werden, uitgezonderd enkele grenstrajecten, vanaf 1938 geëxploiteerd door de N.V. Nederlandse Spoorwegen (NS). Dit bleef zo tot de reorganisatie van 1995.

Elektrificatie

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie Elektrificatie van spoorlijnen in Nederland voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Elektrificatie van de spoorlijnen in Nederland

Het grootste deel van de Nederlandse spoorlijnen is geëlektrificeerd met 1500 V gelijkspanning. Twee spoorlijnen, de Betuweroute en de HSL-Zuid, zijn geëlektrificeerd met 25.000 V 50 Hz wisselspanning. De grensbaanvakken Roosendaal - Essen v.v. en Maastricht - Visé zijn deels met Belgische bovenleidingsspanning geëlektrificeerd, daar waar tussen de Duitse grens en Venlo in de spoorlijn Viersen - Venlo de Duitse bovenleidingsspanning is toegepast.

Een aantal lijnen in het noorden en oosten van het land, en enkele goederenlijnen in het zuiden, zijn niet geëlektrificeerd, hier wordt de treindienst uitgevoerd met dieseltreinen.

[bewerken | brontekst bewerken]

In Nederland rijden treinen bij meersporigheid in de regel rechts. Hiervan kan worden afgeweken bij stremmingen, maar er zijn ook baanvakken waar in de regel links wordt gereden:

Op de grensbaanvakken met België wordt net als in België zelf links gereden (Roosendaal – Essen en Maastricht – Visé).

Op de twee noordelijke sporen van het viersporige baanvak tussen Utrecht Centraal en Blauwkapel Oost Aansluiting wordt door intercity's uit praktische overwegingen links gereden. Doorgaande treinen tussen Amersfoort Centraal en Gouda (die kopmaken in Utrecht Centraal) kruisen elkaar nabij Blauwkapel door middel van een fly-over zodat ze elkaar niet hoeven te kruisen bij Utrecht Centraal. Zie ook het schema op de pagina Centraalspoorweg.

Op de hogesnelheidslijn Schiphol – Antwerpen, bekend als "HSL-Zuid", wordt tussen de stations Rotterdam Lombardijen en Barendrecht gewisseld tussen rechts rijden ten noorden en links rijden ten zuiden daarvan. Daartoe is er een fly-over voor het HSL-spoor voor treinen in noordelijke richting die niet alleen over het HSL-spoor voor treinen in zuidelijke richting heen gaat, maar ook over de sporen van de spoorlijn Rotterdam – Dordrecht, bekend als "Staatslijn I", om daar vervolgens op aan te sluiten. Voor de treinen uit Breda die in noordelijke richting het HSL-spoor opgaan (zie treindiensten HSL) is er ten noorden van Breda-Prinsenbeek een fly-over over de sporen in tegenrichting van beide lijnen, waarbij de trein overgaat van rechts naar links rijden.

Bij sommige passeersporen op enkelsporige trajecten wordt links gereden, zoals bij de stations Aalten, Delden, Anna Paulowna en Hurdegaryp. Deze keus kan, zoals bij Hurdegaryp, verband houden met de ligging van het overpad (met spoorbomen) naar het perron.

Voorheen, toen wissels nog niet automatisch werden omgelegd, werd er om beurten links en rechts gereden op de passeersporen. Voordeel daarvan was dat wanneer de beide treinen de parallelle sporen opreden de wisselstanden gebruikt konden worden van het wegrijden de vorige keer, zodat de wissels half zo vaak moesten worden omgelegd.

Op de meeste trajecten met personenvervoer wordt in beide richtingen minstens een halfuursdienst gereden (soms minder in het weekend).

Baanvakken met doordeweeks, ook overdag, een lagere frequentie dan een halfuursdienst
Baanvakken waar op kleinere stations doordeweeks overdag een uurdienst geldt
Baanvakken met doordeweeks 's avonds een lagere frequentie dan een halfuursdienst
  • Sauwerd – Roodeschool: één per uur
  • Sauwerd – Delfzijl: één per uur
  • Zuidbroek – Bad Nieuweschans: één per uur
  • Zuidbroek – Veendam: één per uur
  • Leeuwarden – Groningen: één per uur
  • Leeuwarden – Harlingen: één per uur
  • Leeuwarden – Sneek: één per uur
  • Almelo – Mariënberg: één per uur
  • Heerhugowaard – Hoorn: één per uur
  • Winterswijk – Zutphen: één per uur
  • TielElst: één per uur

Bovendien zijn er diverse baanvakken waar op kleinere stations doordeweeks 's avonds een uurdienst geldt.

Baanvakken met een zeer beperkt aantal treinen
  • Den Haag HS – Voorburg: nachtnettreinen in de donderdag- en vrijdagnacht (Den Haag HS – Gouda)
  • Amsterdam Bijlmer Arena – Diemen Zuid: alternatieve route bij werkzaamheden rond Amsterdam Zuid
  • Schiedam Centrum - Rotterdam Noord: alternative route tijdens werkzaamheden rond Rotterdam Centraal: normaal geen treindiensten.
Baanvakken met veel treinen
Zie ook tienminutentrein.

N.B.: Het gaat er hier om hoe vaak een traject bereden wordt, niet om hoe vaak een reiziger van het eerste naar het tweede genoemde station kan reizen.

Op heel wat trajecten wordt meer dan een halfuursdienst gereden, vaak elk half uur een Intercity en een stoptrein, of meer. De baanvakken (tussen twee stations) met, doordeweeks overdag, een frequentie van minstens tien passagierstreinen per uur per richting, uitgezonderd leeg materieel, zijn:

  • Amsterdam Centraal – Amsterdam Sloterdijk: 27 treinen per uur[2] (verdeeld over drie baanvakken)
  • Schiphol – Hoofddorp: 19 treinen per uur[2]
  • Amsterdam Muiderpoort – Amsterdam Centraal: 18 treinen per uur[2]
  • Utrecht Centraal – Utrecht Vaartsche Rijn: 16 treinen per uur[3]
  • Rotterdam Centraal – Barendrecht: 15 treinen per uur[2]
  • Utrecht Centraal – Woerden: 14 treinen per uur
  • Utrecht Centraal – Utrecht Overvecht: 14 treinen per uur
  • Amsterdam RAI – Schiphol: 14 treinen per uur
  • Gouda – Gouda Goverwelle: 14 treinen per uur
  • Utrecht Centraal – Breukelen – Amsterdam Bijlmer ArenA: 14 treinen per uur[2]
  • Leiden (– Warmond): 14 treinen per uur
  • Almere Centrum – Almere Muziekwijk (– Hollandse brug): 12 treinen per uur
  • Boxtel – Eindhoven: 12 treinen per uur
  • Den Haag Laan van NOI – Leiden: 12 treinen per uur
  • Woerden – Gouda Goverwelle: 12 treinen per uur
  • Amsterdam Sloterdijk – Zaandam: 12 treinen per uur
  • Den Haag HS – Rotterdam Centraal: 12 treinen per uur[2]
  • Amsterdam Sloterdijk – Amsterdam Lelylaan – Schiphol: 11 treinen per uur[2]
  • Arnhem Centraal – Elst: 11 treinen per uur
  • Utrecht Vaartsche Rijn – Geldermalsen: 10 treinen per uur[4]
  • Barendrecht – Dordrecht: 10 treinen per uur
  • Hilversum – Naarden-Bussum: 10 treinen per uur
  • Elst – Nijmegen: 10 treinen per uur
  • Utrecht Overvecht – Den Dolder: 10 treinen per uur
  • Amsterdam RAI – Weesp (– Hollandse brug): 10 treinen per uur

Opmerkelijk is, dat enkele van deze drukst bereden baanvakken van Nederland slechts tweesporig zijn: Woerden – Gouda Goverwelle, Rijswijk – Schiedam Centrum, Hilversum – Naarden-Bussum, Amsterdam RAI – Weesp – Almere Oostvaarders en Arnhem Centraal – Elst.

Internationaal treinverkeer

[bewerken | brontekst bewerken]
Kaart met overzicht van de grensbaanvakken in Nederland. Zie gebruik hieronder onder "Opmerkingen".

Nederland kent 13 grensovergangen voor internationaal treinverkeer.

Grensbaanvakken

[bewerken | brontekst bewerken]

Grensbaanvakken worden gekenmerkt door verschillende beveiligings- en bovenleidingssystemen aan weerszijden van de grens. Dit brengt beperkingen met zich mee voor internationaal treinverkeer. Grensoverschrijdend treinverkeer dient te beschikken over beide soorten beveiligings- en bovenleidingssystemen. In de tabel hieronder zijn de systemen opgenoemd per grensovergang. De nummers in de tabel hieronder komen overeen met de figuur hiernaast.

Nederland – Vlag van Duitsland Duitsland
# Grensstation Vlag van Nederland NL Grensstation Vlag van Duitsland DE Opmerkingen Treinbeïnvloedingssysteem Bovenleidingssysteem Spanningsovergang Locatie Spanningsovergang
NL DE NL DE
1. Nieuweschans Weener - ATB-NG PZB - - - -
2. Coevorden Emlichheim Alleen goederen - - - - - -
3. Oldenzaal Bad Bentheim - ATB PZB 1,5 kV = 15 kV ~ Omschakelbare spanning Bad Bentheim
4. Enschede Gronau Fysiek gescheiden van Nederlandse spoorwegnet PZB PZB - - - -
5. Zevenaar Emmerich - ETCS PZB 25 kV ~ 15 kV ~ Spanningssluis Elten
6. Venlo Kaldenkirchen - ATB PZB 1,5 kV = 15 kV ~ Omschakelbare spanning (Perronsporen) & Spanningssluis (Goederensporen) Venlo
7. Eygelshoven Markt Herzogenrath - ATB-NG PZB 1,5 kV = 15 kV ~ Spanningssluis Haanrade
- Bocholtz Vetschau Museumspoorlijn ZLSM, fysiek gescheiden van Duitse spoorwegnet - - - - - -
Nederland – Vlag van België België
# Grensstation Vlag van Nederland NL Grensstation Vlag van België BE Opmerkingen Treinbeïnvloedingssysteem Bovenleidingssysteem Spanningsovergang Locatie Spanningsovergang
NL BE NL BE
8. Roosendaal Essen - ATB Crocodile 1,5 kV = 3,0 kV = Spanningssluis Roosendaal[5]
9. (Breda) / Hazeldonk (Noorderkempen) / Meer Hogesnelheidslijn ETCS ETCS 25 kV ~ 25 kV ~ - -
10. Sas van Gent Zelzate Alleen goederen[6] - - - - - -
11. Budel Hamont Alleen goederen - - - - - -
- Baarle-Nassau Grens Weelde-Staat "Bels lijntje" (afgebroken) - - - - - -
12. Maastricht Lanaken Buiten gebruik - - - - - -
13. Eijsden Visé - ATB ETCS 1 LS 1,5 kV = 3,0 kV = Spanningssluis Maastricht[7]

Internationale treindiensten

[bewerken | brontekst bewerken]

De internationale treindiensten staat hieronder per grensovergang weergeven:

Grensovergang Nieuweschans – Weener (D)

Grensovergang Oldenzaal – Bad Bentheim (D)

Grensovergang Enschede – Gronau (D)

Grensovergang Zevenaar – Emmerich (D)

Grensovergang Venlo – Kaldenkirchen (D)

Grensovergang Eygelshoven Markt – Herzogenrath (D)

Grensovergang Bocholtz – Vetschau (D)

Grensovergang Eijsden – Visé (B)

Grensovergang Breda – Noorderkempen (B) (HSL)

Grensovergang Roosendaal – Essen (B)

Drie grensovergangen worden uitsluitend gebruikt voor goederenverkeer. Deze staan hieronder weergeven:

De volgende grensovergangen naar België zijn buiten gebruik:

  • Maastricht – Lanaken (fysiek gescheiden van het Belgische net);
  • Baarle-Nassau ("Bels lijntje" afgebroken).
[bewerken | brontekst bewerken]
  1. ProRail jaarverslag 2016
  2. a b c d e f g En extra Thalys, ICE of Eurostar, niet elk uur.
  3. In de spits 20 treinen per uur, en extra ICE niet elk uur.
  4. Tussen Utrecht Centraal en Houten Castellum in de spits 12 per uur.
  5. Bij de grens.
  6. Het Zeeuws-Vlaamse spoorwegnet is niet verbonden met de rest van Nederland — tenzij door België.
  7. Tussen Maastricht Randwyck en Eijsden.
Zie de categorie Spoorlijnen in Nederland van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.