Naar inhoud springen

Luik (stad)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Luik
Liège
Stad in België Vlag van België
Luik vanaf de citadel
Luik (België)
Luik
Geografie
Gewest Vlag Wallonië Wallonië
Provincie Vlag Luik (provincie) Luik
Arrondissement Luik
Oppervlakte
– Onbebouwd
– Woongebied
– Andere
68,65 km² (2022)
24,6%
24,9%
50,5%
Coördinaten 50° 38' NB, 5° 34' OL
Bevolking (bron: Statbel)
Inwoners
– Mannen
– Vrouwen
– Bevolkings­dichtheid
195.778 (01/01/2024)
49,62%
50,38%
2851,82 inw./km²
Leeftijdsopbouw
– 0-17 jaar
– 18-64 jaar
– 65 jaar en ouder
(01/01/2024)
19,16%
62,83%
18%
Buitenlanders 20,38% (01/01/2024)
Politiek en bestuur
Burgemeester Willy Demeyer (PS)
Bestuur PS, MR
Zetels
PS
MR
PTB
Vert Ardent
cdH
VEGA
DéFI
49
17
10
9
8
3
1
1
Economie
Gemiddeld inkomen 16.542 euro/inw. (2021)
Werkloosheidsgraad 24,34% (jan. 2019)
Overige informatie
Postcode
4000, 4020
4000
4000
4020
4020
4020
4030
4031
4032
Deelgemeente
Luik
Glain
Rocourt
Bressoux
Jupille-sur-Meuse
Wandre
Grivegnée
Angleur
Chênée
Zonenummer 04
NIS-code 62063
Politiezone Liège
Hulpverleningszone IILE-SRI
Website www.liege.be
Detailkaart
ligging binnen het arrondissement Luik
in de provincie Luik
Foto's
Zicht op Luik, met links het station Luik-Guillemins
Zicht op Luik, met links het station Luik-Guillemins
Montagne de Bueren
Montagne de Bueren
Portaal  Portaalicoon   België

Luik (Frans: Liège, voor 1946: Liége; Duits: Lüttich; Waals: Lîdje) is de hoofdstad van de provincie Luik in België. De stad is gelegen aan de Maas, ongeveer 30 km stroomopwaarts van Maastricht. De bijnaam van de stad is La Cité Ardente (De Vurige Stede). Deze naam wordt voor het eerst genoemd in de gelijknamige historische roman van Henri Carton de Wiart uit 1904.

De gemeente Luik telde op 1 januari 2024 195.778 inwoners[1], waarmee het naar inwonertal de op vier na grootste gemeente in België was. Ongeveer 30.000 inwoners bezitten een buitenlandse nationaliteit. Het hele stedelijke gebied van Luik (met voorsteden als Seraing, Saint-Nicolas, Ans, Herstal en Flémalle) telt ongeveer 600.000 inwoners.

De stad bevindt zich in het gebied waar de hoger gelegen Ardennen overgaan in de heuvelachtige Haspengouw (Frans: Hesbaye), op de plek waar de rivier de Ourthe uitmondt in de Maas. Door de stad stromen thans twee rivierarmen van de Maas, de eigenlijke Maas en de deels kunstmatige Dérivation, waartussen zich het stadsdeel Outremeuse bevindt. Rondom het historische centrum lag nog een rivierarm, die in de 19e eeuw is gedempt, wat te zien is aan het kronkelige verloop van de Boulevard d'Avroy en de Boulevard de la Sauvenière.

De stad wordt omringd door heuvels die in feite onderdeel zijn van het Ardennenplateau, waarin de Maas en andere waterlopen dalen hebben uitgeslepen. De bekendste heuvels zijn de heuvel Sainte-Walburge, waarop zich de citadel van Luik bevindt, de heuvel Publémont of Mont Saint-Martin met de Sint-Maartensbasiliek, en de Cointe-heuvel, waarop zich een monumentaal bouwwerk uit de periode na de Eerste Wereldoorlog bevindt, dat vanuit grote delen van de stad zichtbaar is.

Deelgemeenten

[bewerken | brontekst bewerken]
# Naam Opp.
(km²)
Inwoners
(2020)
Inwoners
per km²
NIS-code
1 Luik 27,94 116.640 4.175 62063A-B-J-M
2 Wandre 4,30 6.139 1.427 62063C
3 Jupille-sur-Meuse 5,79 10.741 1.854 62063D
4 Bressoux 2,02 12.579 6.221 62063E
5 Grivegnée 4,79 21.020 4.392 62063F
6 Chênée 3,28 9.030 2.751 62063G
7 Angleur 15,02 10.882 724 62063H
8 Glain 1,23 3.069 2.486 62063K
9 Rocourt 4,28 7.029 1.644 62063L

Wijken in de deelgemeente Luik

[bewerken | brontekst bewerken]
Naam Bevolking (01/01/2007)
Luik-Centrum 4.436
Amercoeur
Avroy 7.467
Guillemins 10.948
Sainte-Marguerite 15.138
Saint-Léonard 11.771
Outremeuse 9.299
Longdoz 11.791
Sainte-Walburge 12.748
Laveu 9.018
Thier-à-Liège 4.315
Vennes 6.648
Droixhe 2.709
Sclessin 6.304
Totaal deelgemeente Luik 112.592
Bron: Stad Luik

De naam 'Luik' is Germaans van oorsprong en is wellicht reconstrueerbaar als liudik-, van het Germaanse woord liudiz dat 'mensen / volk' betekent (vergelijk het Nederlandse 'lui(den) / lieden' of het Duitse Leute). Daarnaast bestaan er talloze andere theorieën over de herkomst van de naam.[2] De naam is aangetroffen in een groot aantal Middeleeuwse documenten; in het Latijn in de vorm Leodicum of Leodium, en in het Middelnederlands als Ludic, Ludeke en varianten.[3]

Ook het riviertje Légia wordt wel als oorsprong van de naam Luik geduid.

Bisschop Monulfus wijst de plek aan waar de stad Luik tot bloei zal komen (reliëf Provinciaal Paleis, Luik)

Geschiedenisoverzicht

[bewerken | brontekst bewerken]

Lange tijd werd aangenomen dat Luik pas in de 7e of 8e eeuw gesticht werd door de bisschoppen van Maastricht, maar de opgraving van een omvangrijke Romeinse villa op de place Saint-Lambert in het centrum van de stad, heeft aangetoond dat Luik al eerder een plaats van betekenis was. Wellicht was deze villa in 706 de verblijfplaats van bisschop Lambertus, toen deze te Luik vermoord werd. Hier verrees in elk geval de latere Sint-Lambertuskathedraal en het naastgelegen Paleis van de Prins-bisschoppen. Door de moord op Lambertus en het bedevaarttoerisme als gevolg daarvan, ontwikkelde Luik zich snel tot het nieuwe centrum van het bisdom.

Wapenschilden Luikse bisschoppen

De eerste bloeiperiode van de stad begon eind 10e eeuw onder bisschop Notger. Tijdens zijn bewind en dat van zijn opvolgers Balderik, Waso en Dietwin, werd de Luikse kathedraal herbouwd en werden zeven nieuwe kapittelkerken gesticht. Ook de stichting van de Sint-Jacobsabdij, een benedictijnenabdij, droeg bij tot de uitbouw van de stad. Door de bloei van de Luikse kapittelscholen stond de stad bekend als het "Athene van het Noorden". In de 12e eeuw kwam de Maaslandse kunst tot bloei. Luikse edelsmeedkunst, beeldhouwkunst en geïllumineerde handschriften uit die periode, zoals het doopvont van Reinier van Hoei in de Sint-Bartolomeüskerk, de Vierge de Dom Rupert, het reliekentriptiek van Sainte-Croix en het evangelarium van Arenberg (alle in het Grand Curtius), behoren tot de topwerken van de renaissance van de twaalfde eeuw.

Vele eeuwen lang, tot 1795, werd Luik geregeerd door de Luikse bisschoppen, vanaf 972 prins-bisschoppen genoemd. Het wereldlijk gebied van het prinsbisdom Luik strekte zich uit over het grootste deel van de huidige provincie Luik en de zuidelijke helft van de huidige provincie Namen. Bovendien verwierven de bisschoppen van Luik in 1366 ook het graafschap Loon, dat grotendeels samenvalt met de huidige Belgische provincie Limburg. De hoofdstad Luik was verreweg de grootste van de 23 Goede Steden (Bonnes-Villes) van het prinsdom.

De geschiedenis van Luik wordt gekenmerkt door talloze conflicten tussen het prinsbisdom en de buurlanden (zie o.a. Luiks-Brabantse oorlogen), maar ook tussen de burgers van de stad, de bisschoppen en de adellijke families (zie o.a. de Awans- en Warouxoorlog). Daarbij moesten de prins-bisschoppen diverse malen hun toevlucht zoeken in het naburige Maastricht. De stad kreeg in de 11e eeuw stadsmuren om zich te beschermen en boven op een heuvel verrees een dwangburcht, die in de loop der eeuwen verschillende keren herbouwd is (zie: Citadel van Luik). In 1142 verwoestte een grote brand een aanzienlijk deel van de stad.

Toen de hertogen van Bourgondië – later de Habsburgse koningen van Spanje – allengs de hele Nederlanden onder hun gezag verenigden, bleef het prinsbisdom Luik als onafhankelijke staat daarbuiten, hoewel de Bourgondiërs er wel voor zorgden dat er geen vijandig gezinde prins-bisschoppen werden benoemd. In 1468 werd in het kader van een dergelijke machtsstrijd de stad "getuchtigd" door de Bourgondische hertog Karel de Stoute. Het verzet van de 600 Franchimontezen nam later in de Luikse geschiedschrijving heroïsche vormen aan. Na de verovering van de stad misdroegen de soldaten zich buitensporig, waarbij een kwart van de 20.000 inwoners het leven zou hebben gelaten en de stad grotendeels werd verwoest. Het herstel duurde vele tientallen jaren.

Terwijl in omliggende steden de Reformatie veel aanhang had, wisten de Luikse bisschoppen de hervormingspredikers buiten de stadsmuren te houden. De beeldenstormen van 1566 en 1567 gingen eveneens aan de stad voorbij, maar deze bereikten wel onder meer Hasselt en Maastricht; bisschop Gerard van Groesbeek liet opstanden in deze steden en in Maaseik hardhandig neerslaan. In het najaar van 1568 belegerde Willem van Oranje Luik drie dagen lang zonder succes; zijn troepen plunderden het Luikse platteland. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog trachtten de bisschoppen van Luik neutraal te blijven tussen de strijdende partijen. Tijdens de Negenjarige Oorlog kwamen de troepen van Menno van Coehoorn uit de Nederlandse Republiek de Luikenaars te hulp; de Fransen slaagden er evenwel in Luik zwaar te beschieten (zie: Franse beschieting van Luik, 1691).

Luikse pistolen, 17e eeuw (Grand Curtius)

Luik had zich vanaf de 16e eeuw ontwikkeld tot een belangrijk centrum van metaalindustrie, met name van wapenindustrie en -handel. Een groot deel van de wapens waarmee in de Tachtigjarige Oorlog strijd werd geleverd, kwam uit Luik. Rijk geworden ondernemers als Jean de Corte (1551-1628) bouwden hun stadspaleizen langs de Maas of elders in de stad (zie: Palais Curtius). Het bisschoppelijk paleis en andere gebouwen werden vernieuwd in de stijl van de Luikse renaissance. In de 17e, en meer nog in 18e eeuw bloeiden de kunsten (zie: Luikse barok).

Luik in 1775 voor de grote expansie. De oude waterlopen zijn nog zichtbaar

In augustus 1789, een maand na de Franse Revolutie, vond de Luikse Omwenteling plaats, waarbij de prins-bisschop werd verdreven. De Luikse Republiek hield slechts stand tot 1795, waarna de stad werd ingelijfd bij Frankrijk. In 1794 verwoestten Luikse burgers samen met Franse revolutionairen, de gotische Sint-Lambertuskathedraal, het gehate symbool van het ancien régime. De lege plaats daarvan vormt de huidige place Saint-Lambert. Bij het herstel van het bisdom in het begin van de 19e eeuw werd de Sint-Pauluskerk verheven tot kathedraal.

Luikse steenkolenmijn in 1812

De Universiteit van Luik (Université de Liège, afgekort: ULg) werd in 1817 gesticht ten tijde van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden onder koning Willem I. In de 19e en begin 20e eeuw was Luik en omgeving een belangrijk centrum van mijnbouw en staalindustrie, waardoor de stad tot grote welvaart kwam, wat nog te zien is aan de vele deftige herenhuizen uit die periode. In de eerste helft van de 20e eeuw werden in de stad drie wereldtentoonstellingen georganiseerd: die van 1905 en 1930 en de Exposition internationale de la technique de l'eau de 1939.

In 1887 werd begonnen met de aanleg van de forten rond Luik. De slag om Luik, de eerste veldslag van de Eerste Wereldoorlog, speelde zich van 5 tot en met 15 augustus 1914 af in de fortengordel rondom Luik. De stad lag op de Duitse aanvalsroute door België naar Frankrijk. Weinigen verwachtten dat België tegenover de aanzienlijke Duitse militaire overmacht weerstand zou bieden en om die reden trok het taaie verzet van de Luikse forten wereldwijde aandacht. De Engelse krant The Times schreef: "België heeft zich onsterfelijke roem verworven door het geloof in de onoverwinnelijkheid van de Duitse legers te verpletteren." De Franse regering onderscheidde de stad Luik met het Grootkruis van het Legioen van Eer. Het verzet van de Luikse forten vertraagde de Duitse opmars en beïnvloedde daardoor waarschijnlijk het verloop van de oorlog. Tijdens deze veldslag was Luik ook de eerste stad ter wereld die vanuit de lucht werd gebombardeerd (door een Duitse zeppelin).[4] Ook in de Tweede Wereldoorlog vonden in en nabij Luik hevige gevechten plaats.

De economische malaise van de periode na de Tweede Wereldoorlog was het gevolg van het afgenomen belang van mijnbouw en staalindustrie, de verouderde fabrieken die niet konden concurreren met nieuwe industriegebieden, en de kloof tussen de weinig flexibele vakbonden en werkgevers. Een dieptepunt vormde de algemene staking in de winter van 1960-61. De jarenlange economische teruggang is in de omgeving van Luik zichtbaar in de vorm van verlaten fabriekscomplexen en vervallen arbeidersbuurten. Het centrum van de stad, decennialang geplaagd door leegstand en mislukte megalomane projecten, is opgeknapt, waardoor de stad een toenemend aantal toeristen trekt. Symbolen van de 'herboren' stad zijn het futuristische station Luik-Guillemins, het sterk uitgebreide museum Grand Curtius, de vernieuwde Luikse Opera en de schouwburg Théâtre de Liège.

Op 27 januari 2010 kwamen veertien mensen om toen na een hevige gasexplosie een tweetal appartementengebouwen in de rue Léopold instortten. Op 13 december 2011 werd op de place Saint-Lambert een bloedbad aangericht door een vervroegd vrijgelaten crimineel (zie: aanslag in Luik). Er vielen zes doden, inclusief de dader zelf, en 125 gewonden.

Bij de overstromingen van juli 2021 behoorde Luik tot de tien meest getroffen gemeenten.[5]

Demografische ontwikkeling voor de fusie

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Bronnen: NIS en Stad Luik – Opm: 1806 t/m 1970=volkstellingen; vanaf 1977= inwonertal per 1 januari;
  • 1927: aanhechting van gebiedsdelen van Bressoux, Jupille, Herstal en Wandre
  • 1977: aanhechting van Angleur, Bressoux, Chênée, Glain, Grivegnée, Jupille-sur-Meuse, Rocourt en Wandre en gebiedsdelen van Ans, Chaudfontaine, Herstal, Seraing, Saint-Nicolas, Esneux en Juprelle; afstand van gebiedsdelen aan Chaudfontaine, Blegny, Wezet en Oupeye

Demografische ontwikkeling van de fusiegemeente

[bewerken | brontekst bewerken]

Alle historische gegevens hebben betrekking op de huidige gemeente, inclusief deelgemeenten, zoals ontstaan na de fusie van 1 januari 1977.

  • Bronnen:NIS, Opm:1831 tot en met 1981=volkstellingen; 1990 en later= inwonertal op 1 januari
Inwoners van jaar tot jaar op 1 januari
1992 tot heden
jaar Aantal[6] Evolutie: 1992=index 100
1992 196.303 100,0
1993 196.632 100,2
1994 195.387 99,5
1995 192.393 98,0
1996 190.525 97,1
1997 189.510 96,5
1998 188.568 96,1
1999 187.538 95,5
2000 185.639 94,6
2001 184.550 94,0
2002 185.131 94,3
2003 184.303 93,9
2004 185.488 94,5
2005 185.574 94,5
2006 187.086 95,3
2007 188.907 96,2
2008 189.800 96,7
2009 190.742 97,2
2010 192.504 98,1
2011 194.715 99,2
2012 195.576 99,6
2013 195.931 99,8
2014 196.291 100,0
2015 195.968 99,8
2016 196.970 100,3
2017 197.885 100,8
2018 197.355 100,5
2019 197.327 100,5
2020 197.217 100,5
2021 196.296 100,0
2022 195.278 99,5
2023 195.346 99,5
2024 195.778 99,7

Bezienswaardigheden

[bewerken | brontekst bewerken]
De Montagne de Bueren
Rue Volière in de binnenstad van Luik
Smalle steeg in het oude centrum tussen Rue du Pont en En Neuvice
Zie lijst van beschermd erfgoed in Luik voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Civiel herdenkingsmonument voor de intergeallieerden

Overige bezienswaardigheden

[bewerken | brontekst bewerken]

Resultaten gemeenteraadsverkiezingen sinds 1976

[bewerken | brontekst bewerken]
Partij 10-10-1976[7] 10-10-1982 9-10-1988 9-10-1994 8-10-2000 8-10-2006[8] 14-10-2012[9] 14-10-2018 13-10-2024
Stemmen / Zetels % 51 % 51 % 51 % 49 % 49 % 49 % 49 % 49 % 49
PS1 / RPSWA 37,01 21 40,75A 23 40,081 23 32,551 18 34,831 20 37,971 21 37,951 22 30,741 17 29,4 16
RW1 / RPSWA / RWF2 14,491 7 0,91 0 - 0,63 0 - - - -
Les Engagés - - - - - - - - 13,1 6
PSC1 / UPLB / cdH2 25,141 14 36,52B 21 18,441 10 21,781 12 19,511 10 14,362 7 14,012 7 6,762 3
RLL1 / UPLB / PRL2 / PRL-MCC3 / MR4 / MR pour Liège5 13,871 7 21,662 12 19,712 10 21,263 11 26,064 14 21,194 11 17,965 10 20,2 11
ECOLO1 / Vert Ardent2 - 11,661 6 11,321 6 11,111 5 15,431 8 12,231 6 12,231 6 14,752 8 14 7
PTB1/PTB+2 0,261 0 0,231 0 0,341 0 0,641 0 - 1,452 0 6,412 2 16,321 9 18,3 9
AGIR - - - 6,18 2 - - - 1,49 0 -
VEGA - - - - - - 3,6 1 4,53 1 -
DéFI - - - - - - - 3,61 1 0,9 0
FN1 / Front-Nat.2 - - 0,891 0 51 2 3,181 0 4,192 1 - - -
PCB1/PC2 5,781 2 4,431 1 3,042 0 - - 1,282 0 - - -
Anderen(*) 3,46 0 6,4 0 3,31 0 3,03 0 5,18 0 2,46 0 4,6 0 3,84 0 -
Totaal stemmen 141245 127107 115026 105839 106062 113127 105167 107269
Opkomst % 87,52 84,27 83,77 86,87 80,28 81,16
Blanco en ongeldig % 4,4 6,4 6,52 5,42 5,79 5,47 6,57 8,14
Samenstelling gemeenteraad 2019-2024
17
10
9
8
3
1
1
17 10 
De 49 zetels zijn als volgt verdeeld:
     PS: 17
     MR: 10
     PTB: 9
     Vert Ardent: 8
     cdH: 3
     VEGA: 1
     Défi: 1

(*) 1976: RCL (2,5%), UP (0,96%) / 1982: AAJAAT (0,55%), RAL (0,14%), RCL (3,29%), SZ (0,40%), UDRT (1,63%), Votez.W. (0,39%) / 1988: PFN (2,94%), POS (0,37%) / 1994: AAT-AAJ (0,28%), GU (1,09%), LIGUE (0,45%), PCN (0,27%), UCD (0,17%), UNIE (0,41%), V.C. (0,36%) / 2000: Bloc-W. (1,03%), PC-UG (1,49%), V.C. (0,23%), VAJ (0,78%), VIVANT (1,65%) / 2006: FNationale (1,53%), DOMINO (0,38%), Isagoria (0,24%), MAS (0,31%) / 2012: P.Pensionnés (2,43%), Parti Populaire (2,17%) / 2018: WI (0,28%), PVC (0,22%), MPE (0,21%), Parti Populaire (3,13%)
De zetels van de gevormde bestuursmeerderheid worden vet aangegeven. De grootste partij is in kleur.

Burgemeesters van Luik

[bewerken | brontekst bewerken]
De stamboom van de trammaatschappijen in de provincie
Bijzondere Luikse trolleybus die in twee richtingen kan rijden

Spoor en trams

[bewerken | brontekst bewerken]

Door de vroege industriële ontwikkeling heeft Luik een heel uitgebreid spoornet gekend met veel industrie-aansluitingen (zie: kaart). Het hoogteverschil tussen de rivier en de hoogvlaktes bij Ans kon maar moeilijk overbrugd worden. De rechtstreekse spoorlijn tussen Ans en Guillemins kon door de flinke helling niet gebruikt worden door goederentreinen. Hiervoor zijn twee alternatieve routes aangelegd, waaronder een stadsspoor dat door het centrum van de stad rijdt. Het hoofdstation van de stad, station Luik-Guillemins, een belangrijk verkeersknooppunt, ligt buiten het centrum. Het station Luik-Sint-Lambertus is in het hart van de stad, gelegen aan de stadslijn naar Herstal. Op dezelfde lijn ligt ook station Luik-Carré.

Op 20 januari 1872 werd de eerste tramlijn, Guillemins Coronmeuse, geopend door de "The Liège Tramway Company Ltd".[10] Al snel volgden diverse andere tramlijnen, geopend door diverse trammaatschappijen. Van deze maatschappijen bleven er na fusies maar uiteindelijk drie trambedrijven over:

  • TULE: Tramways Unifies de Liège et Extensions
  • RELSE: Railways Économiques de Liège-Seraing et Extensions
  • NMVB: de nationale maatschappij van buurtspoorwegen die naast de regionale lijnen een stadsnet exploiteerde.

De TULE- en RELSE-trams reden op normaalspoor en de NMVB-trams op meterspoor.

Aan het begin van de jaren 1960 werden de TULE- en RELSE-tramlijnen gefuseerd in de STIL (Société des Transports Intercommunaux de Liège), maar op 1 september 1964 werden de twee laatste tramlijnen, 1 en 4, verbust. Momenteel is men bezig met de herintroductie van een Luikse tram, die vermoedelijk vanaf 2025 begint te rijden.

In 1930 werden trolleybussen ingevoerd, die beter geschikt waren voor de hellingen dan de zwak gemotoriseerde bussen van die tijd. De laatste trolleybuslijn werd in 1971 opgeheven. In de 20e eeuw was er ook een metroproject, de TAU (Train Automatique Urbain), een automatische metro. Hiervan is nog een prototype in het Museum voor het Openbaar Vervoer van Wallonië te zien.

Internationaal openbaar busvervoer van en naar Luik wordt sinds enkele jaren aangeboden door Flixbus.

De Port autonome de Liège (PAL), de autonome haven van Luik, is de eerste binnenhaven van België en de derde binnenhaven van Europa (21,8 miljoen ton in 2008).[11] De haven ligt langs de Maas en aan het begin van het Albertkanaal.

Liège Airport, ook wel Luchthaven Luik-Bierset, (ICAO: EBLG/IATA: LGG) is een luchthaven 10 km ten westen van de stad Luik. De luchthaven ligt op het grondgebied van Bierset, een deelgemeente van Grâce-Hollogne. In België is het de grootste goederenluchthaven en de op twee na grootste passagiersluchthaven na Brussels Airport en Brussels South Charleroi Airport.

Luik is een van de belangrijke steden in het Belgische voetbal. Club Luik werd in 1896 de allereerste Belgische kampioen en zou in totaal vijf landstitels behalen. Een andere Luikse club, Standard Luik, behaalde later tien titels. Standard is nu een vaste waarde in de Eerste Klasse; Club Luik is gezakt naar de lagere nationale reeksen. De clubs spelen hun thuiswedstrijden in respectievelijk het Stade Maurice Dufrasne (27.670 zitplaatsen), in de wijk Sclessin, en het Stade de la rue Gilles Magnée (3.000 plaatsen), in de buurgemeente Ans. Ook RUS Liège speelde voor de Tweede Wereldoorlog een aantal seizoenen in de nationale reeksen. Later haalden ook clubs als Royale Union Liégeoise en RCSJ de Grivegnée even nationaal, alvorens te verhuizen of te degraderen. Luik was met het Stade Maurice Dufrasne speelstad bij het EK voetbal van 1972 en 2000.

De stad is start- en aankomstplaats van de wielerwedstrijd Luik-Bastenaken-Luik. De wedstrijd werd voor het eerst gereden in 1892, waarmee het de oudste wielerklassieker is. De start vindt plaats op de Place Saint-Lambert en de finish op de Quai des Ardennes. Hier lag eveneens de finish van de 2e etappe van de ronde van Frankrijk 2017. In het verleden lag de finish op de Boulevard de la Sauvenière, erna lag de finish tussen 1992 en 2018 in de Luikse voorstad Ans. In 2019 en 2020 lag de finish van 'LBL' op de Boulevard d'Avroy. Al negen keer fungeerde Luik als finishplaats van de Tour de France. In 1965 bestond de eerste etappe uit twee delen, er werd beide keren in Luik gefinisht. Daarnaast is er nog eenmaal een etappe begonnen in Luik. In 2004 en 2012 vond Le Grand Départ er plaats. Verder werden in 1930 in Luik de wereldkampioenschappen wielrennen georganiseerd. De Italiaan Alfredo Binda won er de wegwedstrijd voor beroepsrenners.

In de Eerste klasse van het Belgische basketbal speelt Liège Basket.

Beroemde Luikenaren

[bewerken | brontekst bewerken]
De zondagse markt op de Quai de la Batte langs de Maas
Het Palais Curtius aan de Quai de Maestricht
De Quai van Beneden en het Aquarium-Museum van de universiteit
De Pont du Roi Albert vanaf het Parc de la Boverie
[bewerken | brontekst bewerken]
Op andere Wikimedia-projecten