Draadgentiaan
Draadgentiaan | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||
Cicendia filiformis (L.) Delarbre (1800) | |||||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||||
Draadgentiaan op Wikispecies | |||||||||||||||||||
|
De draadgentiaan (Cicendia filiformis) is een plant uit de gentiaanfamilie (Gentianaceae). De plant wordt, volgens vegetatiekundige Victor Westhoff, vaak beschouwd als 'het kleinste bloeiende plantje van Nederland'.
Kenmerken
[bewerken | brontekst bewerken]De plant is 0,2 à 1,5 cm groot. Aan de voet heeft de plant twee tot drie, in een rozet groeiende bladparen. De bloemstengel, die tijdens de bloei van onderen af bruinrood verkleurt, heeft aan het eind een zwavelgele bloem. Vaak is echter de bloemstengel vertakt, met aan ieder uiteinde een bloeiwijze. Aan de bloeistengel zitten twee lancetvormige schutblaadjes. De bloemen zijn viertallig, de kelk heeft korte driehoekige tanden. De bloemkroon is tot op de helft gespleten in langwerpige slippen.
Bloeitijd
[bewerken | brontekst bewerken]Draadgentiaan is een eenjarige plant. De plant kiemt in de zomer nadat de groeiplaats, die 's winters onder water staat, is drooggevallen. De bloei valt in de nazomer, van half juli tot in oktober.
Leefgebied
[bewerken | brontekst bewerken]De soort komt voor op vochtige, iets humeuze zandgronden op open plekken. De voorkeur gaat uit naar voedselarme terreinen die in de winter onder water staan, maar in de loop van het voorjaar droog vallen. Van belang is dat de bovenste bodemlagen iets verdicht zijn. Groeiplaatsen zijn te vinden in duinvalleien, op zandpaden, langs de randen van poelen in heidevelden, in zandafgravingen, op ijsbanen en langs vers gegraven greppels.
Plantengemeenschap
[bewerken | brontekst bewerken]Draadgentiaan is een kensoort voor de draadgentiaan-associatie (Cicendietum filiformis), een plantengemeenschap behorende tot het dwergbiezen-verbond. Ze kan dan worden aangetroffen samen met andere kleine planten, zoals dwergvlas, dwergrus, dwergzegge, borstelbies, dwergbloem, wijdbloeiende rus, waterpostelein en oeverkruid.
Voorkomen in Europa
[bewerken | brontekst bewerken]Het plantje komt voor in West-Europa tot 53 °N.Br. Verder zijn er verspreid groeiplaatsen aangetroffen in het Middellandse Zeegebied en op de Azoren.
Voorkomen in Nederland
[bewerken | brontekst bewerken]Nederland gold jarenlang als een van de belangrijkste bolwerken van de soort. Op de zandgronden was de soort soms plaatselijk algemeen, onder andere in Twente. Vanaf 1950 is draadgentiaan echter sterk achteruitgegaan en uit grote delen van Nederland verdwenen. De belangrijkste groeiplaatsen zijn te vinden op het waddeneiland Terschelling, het enige gebied in de Nederlandse duinen waar de soort bestendig voorkomt. Soms kan draadgentiaan op oude groeiplaatsen na jarenlange afwezigheid weer opduiken nadat de bodem is afgeplagd. De kleine plant is zo als resultaat van natuurontwikkelingsprojecten anno 2015 teruggekeerd op meerdere plaatsen in Noord- en Oost-Nederland.
Bescherming
[bewerken | brontekst bewerken]De soort komt voor op de Nederlandse en Vlaamse Rode Lijst (planten). In Nederland is de soort niet wettelijk beschermd.
Externe links
[bewerken | brontekst bewerken]- Draadgentiaan (Cicendia filiformis) op SoortenBank.nl (gearchiveerd) (gebaseerd op de Heukels23, dit is de voorlaatste uitgave)
- Waarnemingen op Waarneming.nl