Aan de kampioenschappen deden zowel bij de mannen als de vrouwen 32 tweetallen mee, dus 64 teams en 128 spelers in totaal. De 32 teams per toernooi waren in acht poules van vier verdeeld. Per poule werden er vier wedstrijden gespeeld. De winnaars van de eerste twee wedstrijden speelden om de eerste plaats in de poule en de verliezers om de derde plaats. De groepswinnaars van elke poule gingen direct door naar de achtste finales, terwijl de nummers twee en drie een tussenronde speelden. Vanaf de tussenronde gold een systeem van rechtstreekse uitschakling. Het prijzengeld per toernooi bedroeg €100.000.