Naar inhoud springen

Handpalm

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Handpalm en vingers

De handpalm (Latijn: palma of vola) is het binnenste, platte deel van de hand, gelegen tussen de basis van de vingers en de pols. Dit deel van de hand is essentieel voor het vastpakken en manipuleren van voorwerpen.

De handpalm bevat vijf middenhandsbeentjes die de vingers met de pols verbinden. Deze botten vormen de basisstructuur van de hand.

Spieren en pezen

[bewerken | brontekst bewerken]

In de handpalm zitten verschillende spieren en pezen die zorgen voor de beweging van de vingers. Deze spieren helpen bij het bewegen van de duim en de pink.

De handpalm wordt gevoed door de middelste zenuw (Nervus medianus) en de elleboogzenuw (ulnaire zenuw). Deze zenuwen zorgen voor gevoel in de hand en de beweging van de vingers.

De handpalm speelt een cruciale rol bij het grijpen en vasthouden van voorwerpen. Door het buigen en strekken van de vingers en de beweging van de duim kun je allerlei voorwerpen vastpakken en gebruiken, zoals een pen of gereedschap.

Carpaletunnelsyndroom (CPS)

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie Carpaletunnelsyndroom voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Dit is een veelvoorkomend probleem waarbij de middelste zenuw in de pols bekneld raakt. Dit kan pijn, gevoelloosheid en zwakte in de hand veroorzaken.[1]

Op andere Wikimedia-projecten