Naar inhoud springen

Holden Commodore

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Holden Commodore
VE Commodore Berlina Sedan.
VE Commodore Berlina Sedan.
Bedrijf General Motors
Vlag van Verenigde Staten Verenigde Staten
Merk Holden
Vlag van Australië Australië
Type Commodore ~
Productiejaren 1978+
Koetswerkstijl
4-deur sedan
4-deur stationwagen
Verwant
Assemblage Elizabeth, SA Vlag van Australië Australië
Petone Vlag van Nieuw-Zeeland Nieuw-Zeeland
Portaal  Portaalicoon   Auto
Holden VK Commodore.
Holden VZ Commodore SV6

De Holden Commodore is een automodel van het Australische automerk Holden. De Commodore werd in 1978 geïntroduceerd. Sinds 2006 zit het model in de veertiende serie en de vierde generatie. Het model is als vierdeurs sedan en als vijfdeurs stationwagen beschikbaar. In Azië wordt de auto onder de naam Chevrolet Lumina verkocht en in Brazilië als Chevrolet Omega.

Het Australische Holden - onderdeel van General Motors en sinds 1948 autobouwer - had altijd de Amerikaanse stijl gevolgd van grote en zware auto's. Aan het verbruik werd niet gedacht want benzine was goedkoop. Toen de olielanden in het Midden-Oosten in de jaren 1970 de kraan dichtdraaiden om de prijs van olie op te drijven kwam hier verandering in. Er ontstond een grote vraag naar zuinigere auto's. Holden besloot de boeg om te gooien maar de grote Holden Kingswood en Holden Premier pasten niet in dit plaatje. Het merk kwam dus met een gloednieuw model: de Commodore. Om ook de geslonken markt van grote auto's te blijven bedienen bleef de Holden HZ-serie, waartoe de Kingswood en de Premier behoorden, nog tot twee jaar na de introductie van de Commodore in productie.

Een geschikt platform voor de kleinere Commodore vond Holden bij haar Duitse zustermerk Opel, ook een onderdeel van General Motors. Het platform van de modellen Opel Rekord en Opel Senator zou de basis worden van GM's tweede zogenaamde wereldauto, een auto die wereldwijd verkoopbaar is. Deze basis werd naar Australië gehaald en daar flink onder handen genomen. De wielophanging werd aangepast naar Australische condities en onder de motorkap werd Holdens eigen zescilindermotor geïnstalleerd. Ook moest het onderstel verstevigd worden om de ruige Australische wegen aan te kunnen. De hele conversie kostte uiteindelijk 110 miljoen Australische dollar. Sommige van de ingenieurs geloofden dat ze voor dat bedrag een compleet nieuw model hadden kunnen ontwikkelen.

De introductie

[bewerken | brontekst bewerken]

De Holden VB Commodore bereikte in oktober 1978 de productieband en werd een maand later geïntroduceerd. De Commodore was kleiner, lichter en had een veel betere wegligging dan zijn voorgangers. Wel viel de zuinigheid tegen. De Commodore kwam standaard met Holdens oude 3,3 liter zes-in-lijnmotor en daarnaast waren er ook V8-motoren van 4,2 en 5 liter. Ze waren geen van drieën een toonbeeld van zuinigheid. Om hier iets aan te doen kreeg de VC Commodore, die in 1980 verscheen, een nieuwe 1,9 liter vier-in-lijn en werd de cilinderinhoud van de I6 teruggebracht tot 2,8 liter. Die viercilinder was wel zuiniger maar leverde dan weer te zwakke prestaties. Het succes leed er in ieder geval niet onder. Reeds in 1979, het eerste volle verkoopjaar, was de Commodore de best verkochte auto van Australië.

Groot vs. klein

[bewerken | brontekst bewerken]

Intussen zat Holdens concurrentie ook niet stil. Holdens grootste concurrent op de Australische thuismarkt is Ford Australië. De grootste concurrent van de Commodore is de Ford Falcon die eind jaren 1970 in zijn XC-serie zat. In tegenstelling tot Holden trok Ford Australië zich geen moer aan van de oliecrises. De Australische divisie van Ford bleef gewoon grote auto's bouwen. Australië reageerde verdeeld. In 1979 introduceerde Ford haar XD-serie en verkocht er op drie jaar tijd 206 000 exemplaren van. Holden produceerde bijna 96.000 VB Commodores en bijna 122 000 VC's tussen 1978 en 1981. Halfweg de jaren 1980 kwam Holden tot een overeenkomst met het Japanse Nissan. Hierdoor kreeg de VL Commodore uit 1986 een Japanse motor die een derde krachtiger en stuk zuiniger was dan Holdens oude 6-in-lijn. Deze Nissan-motoren bleken erg potent en werden dan ook een populaire keuze. De VL-serie bracht Holden weer op de koppositie van de Australische verkooplijst.

Terug naar groot

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1988 verscheen met de VN-serie de tweede generatie Commodores. Aan deze compleet nieuwe modellen was zes jaar gewerkt. De VN Commodore was opnieuw een grote auto en niet langer een middelgrote. Het rondere meer aerodynamische koetswerk van de VN was deze keer gebaseerd op de lijnen van de Opel Omega. Ook aan het platform van het Duitse zustermodel was weer danig gesleuteld. Ook Holdens oude traditie van 6-in-lijnmotoren verdween. In de plaats kwam een 3,8 liter zescilinder in V-formatie vanuit moederconcern General Motors. De 5 liter V8-motor kwam wel mee over. De Nissan-motor werd geschrapt vanwege de ongunstige wisselkoers tussen de Australische dollar en de Japanse Yen. De VN Commodore werd uitstekend ontvangen door het Australische publiek. In het kader van het Button Plan werd het model ook door Toyota verkocht als de Toyota Lexcen.

In 1997 lanceerde Holden de derde Commodore-generatie. De Holden VT-serie was opnieuw compleet nieuw en gebaseerd op de Opel Omega uit 1995. Met de VT werd de Holden Commodore opnieuw een maatje groter. De intussen verouderde 5 liter V8 werd vervangen door een 5,7 liter-exemplaar van Chevrolet en de V6 kwam er ook in een turbogeladen versie. De VT-serie, die 600 miljoen AUD had gekost, werd een succes. Het is tot op heden (2007) de best verkochte serie uit Holdens geschiedenis. De Holden VY-serie uit 2002 kreeg een aangepaste meer aerodynamische carrosserie die het brandstofverbruik drastisch deed dalen. Holden bleef technische innovaties toevoegen om de Commodore up-to-date te houden. Zo kregen de modellen Ecotec- en vanaf de VZ Alloytec V6 motoren, de modernste veiligheidssystemen en uitrustingen als ABS, EBA, EBD en andere.

Geheel Australisch

[bewerken | brontekst bewerken]

De vierde generatie Commodores verscheen in 2006 met de Holden VE-serie. Het was de eerste Commodore die niet op een Opel was gebaseerd en die geheel in Australië was ontwikkeld. Dit moest wel nadat General Motors het grote Zeta-platform had geschrapt en Opel haar Omega had stopgezet. Holden moest dit Zeta-platform zelf afwerken voor de VE. Hiervoor was wel een ontwikkelingsbudget van meer dan 1 miljard AUD nodig geweest. Motoren en overbrengingen werden wel overgenomen van de voorgaande VZ-serie. Voorlopig (2007) zijn van de VE-serie enkel de sedans geïntroduceerd. De andere modellen - stationwagens, Ute, Crewman en Adventra - worden nog steeds gebouwd in de VZ-serie. De VE-sedans worden geëxporteerd naar Nieuw-Zeeland, Zuid-Afrika, het Midden-Oosten en Brazilië. Het model Commodore SS zal ook naar de Verenigde Staten geëxporteerd worden om aldaar als Pontiac G8 op de markt te komen. [1]

Submodellen

De Commodore Berlina werd vanaf de VR-serie als Holden Berlina een apart model.

[bewerken | brontekst bewerken]
  • (en) hh.hansenits.com
  • (en) users.on.net
Zie de categorie Holden Commodore van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.