Homat el Diyar
Homat el Diyar (letterlijk: bewakers van het land) is het Syrische volkslied.
De tekst is geschreven door de Syrische dichter Khalil Mardam Bey (1895-1959) (die van 1953 tot 1954 ook minister van buitenlandse zaken was) en de muziek is gecomponeerd door de Libanese broers Mohammed Salim Flayfel (1899-1985) en Ahmed Salim Flayfel (1906-1991) die ook samen het volkslied voor Palestina componeerden, alsmede veel andere Arabische liederen.
Homat el Diyar werd in 1936 aangenomen als Syrisch volkslied, maar weer buiten gebruik gesteld toen Syrië in 1958 lid werd van de Verenigde Arabische Republiek. Toen Syrië na een staatsgreep in 1961 uit de V.A.R. trad werd het lied weer in ere hersteld.
Arabische tekst en transcriptie
[bewerken | brontekst bewerken]- حـماةَالـديارِعليكمْ سـلامْ
- أبَتْ أنْ تـذِلَّ النفـوسُ الكرامْ
- عـرينُ العروبةِ بيتٌ حَـرام
- وعرشُ الشّموسِ حِمَىً لا يُضَامْ
- ربوعُ الشّـآمِ بـروجُ العَـلا
- تُحاكي السّـماءَ بعـالي السَّـنا
- فأرضٌ زهتْ بالشّموسِ الوِضَا
- سَـماءٌ لَعَمـرُكَ أو كالسَّـما
- رفيـفُ الأماني وخَفـقُ الفؤادْ
- عـلى عَـلَمٍ ضَمَّ شَـمْلَ البلادْ
- أما فيهِ منْ كُـلِّ عـينٍ سَـوادْ
- ومِـن دمِ كـلِّ شَـهيدٍ مِـدادْ؟
- نفـوسٌ أبـاةٌ ومـاضٍ مجيـدْ
- وروحُ الأضاحي رقيبٌ عَـتيدْ
- فمِـنّا الوليـدُ و مِـنّا الرّشـيدْ
- فلـمْ لا نَسُـودُ ولِمْ لا نشـيد
- humāta-d-diyāri °alaykum salām
- abat an tadhilla-n-nufūsu-l-kirām
- °arīnu-l-°urūbati baytun harām
- wa °arshu-sh-shumūsi himān lā yudām
- rubū°u-sh-shāmi burūju-l-°alā
- tuhākī-s-samā'a bi°ālī-s-sanā (2x)
- fa'ardun zahat bi-sh-shumūsi-l-widā
- samā'un la°amruka aw ka-s-samā
- rafīfu-l-amānī wa chafqu-l-fu'ād
- °alā °alamin damma shamla-l bilād
- amā fīhi min kulli °ainin suwād
- wa min dammi kulli shahīdin midād
- nufūsun ubātun wa mādin majīd
- wa rūhu-l-adāhī raqībun °atīd (2x)
- fa minna-l-walīdu wa minna-r-rashīd
- fa lim lā nasūdu wa lim lā nashīd
Nederlandse vertaling
[bewerken | brontekst bewerken]Eerste couplet
[bewerken | brontekst bewerken]humāta-d-diyāri °alaykum salām
- Verdedigers van het vaderland, gegroet!
abat an tadhilla-n-nufūsu-l-kirām
- zij weigeren zich te vernederen, de edele personen
°arīnu-l-°urūbati baytun harām
- het leeuwenhol van het Arabisme is een beschermd tehuis
wa °arshu-sh-shumūsi himān lā yudām
- en de zetel van de zonnen is een niet te beschadigen heiligdom
rubū°u-sh-shāmi burūju-l-°alā
- de gebieden van Syrië zijn burchten van verhevenheid
tuhākī-s-samā'a bi°ālī-s-sanā
- zij lijken op de hemel met de zuiverheid van een schittering
fa'ardun zahat bi-sh-shumūsi-l-widā
- zodat een land bloeit onder zuivere zonnen
samā'un la°amruka aw ka-s-samā
- waarlijk een hemel of gelijk aan een hemel
Tweede couplet
[bewerken | brontekst bewerken]rafīfu-l-amānī wa chafqu-l-fu'ād
- het glinsteren van het verlangen en het kloppen van het hart
°alā °alamin damma shamla-l bilād
- voor een teken dat de eenwording van het land tot stand brengt
amā fīhi min kulli °ainin suwād
- zeker, zij is op het zwart van elk oog
wa min dammi kulli shahīdin midād
- en is er inkt uit het bloed van elke martelaar?
nufūsun ubātun wa mādin majīd
- een voorouder en een glorieus verleden
wa rūhu-l-adāhī raqībun °atīd
- en de geest van de bloedoffers is een attente bewaker
fa minna-l-walīdu wa minna-r-rashīd
- want wij hebben de nieuw geborene en wij hebben de rechtgeleide weg
fa lim lā nasūdu wa lim lā nashīd
- want waarom zullen wij niet heersen en waarom niet opbouwen?
Externe links
[bewerken | brontekst bewerken]- Voor een (duidelijke) vocale versie klik hier