Johan van Mathenesse
Johan van Mathenesse (gravure naar Anselmus van Hulle). |
De ondertekening van het vredesverdrag van Münster - de zes onderhandelaars met opgeheven vingers v.l.n.r. Willem Ripperda, Frans van Donia, Adriaen Clant tot Stedum, Adriaen Pauw, Johan van Mathenesse en Barthold van Gent (Gerard Terborch, 1648). |
Johan van Mathenesse, ook wel Johan van Matenesse (ca. 1596 - 30 juni 1653[1]), was heer van Mathenesse en Riviere, Opmeer.
Leven
[bewerken | brontekst bewerken]Johan van Mathenesse was een zoon van Adriaan van Mathenesse (1563-1621) en Odilia van Azewijn (-1596).[2] Hij was van 16 januari 1642 tot 3 mei 1645 ordinaris gedeputeerde namens het gewest Holland en het Ridderschap van Holland in de Staten-Generaal der Verenigde Nederlandse Provinciën.[1] Hij was vervolgens van 4 mei 1645 tot aan zijn dood namens het Ridderschap van Holland lid van de Gecommitteerde Raden van Holland in het Zuiderkwartier.[1] Hij was in 1648 een van de Nederlandse afgevaardigden, namens Holland, die de Vrede van Münster zou onderhandelen en ondertekenen.[3] Nicolaus Blancardus zou bij zijn terugkeer een lofrede schrijven op hem en zijn collega Adriaen Pauw, getiteld Panegyricus Matthenesio et Pavio a stabilitata pace Monasterio reducibus sacratus (1648).[4]
Nakomelingen
[bewerken | brontekst bewerken]Hij was in 1626 getrouwd met Judith Wilhelmina Piek[2] en had bij haar vier kinderen:[5]
- Adriaan van Mathenesse;
- Odilia van Mathenesse;
- Walburg van Mathenesse;
- Gijsbert van Mathenesse.
Noten
[bewerken | brontekst bewerken]- ↑ a b c jonkheer Johan van Matenesse, in Repertorium van Ambtsdragers en Ambtenaren.
- ↑ a b J.C. Kort, Het archief van de familie Van Matenesse en van de heerlijkheid Matenesse, 1251-1917, 's-Gravenhage, 1988, p. 32.
- ↑ J.C. Kort, Het archief van de familie Van Matenesse en van de heerlijkheid Matenesse, 1251-1917, 's-Gravenhage, 1988, pp. 12, 32-33.
- ↑ C.S.M. Rademaker, Oorlog en vrede in de Neolatijnse literatuur in de Noordelijke Nederlanden rond 1648. Dichters, redenaars en geleerden, in L. Noordegraaf - M.B. Smits-Veldt - e.a. (edd.), 1648 De Vrede van Munster, Hilversum, 1997, p. 249. Gearchiveerd op 18 augustus 2023.
- ↑ J.C. Kort, Het archief van de familie Van Matenesse en van de heerlijkheid Matenesse, 1251-1917, 's-Gravenhage, 1988, pp. 34-36.
Referenties
[bewerken | brontekst bewerken]- J.C. Kort, Het archief van de familie Van Matenesse en van de heerlijkheid Matenesse, 1251-1917, 's-Gravenhage, 1988, pp. 12-13, 32-36.
- art. Mathenes (Johan van), in A.J. van der Aa, Biographisch woordenboek der Nederlanden, XII, Haarlem, 1869, pp. 377-378.