Naar inhoud springen

Johan van Mathenesse

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Johan van Mathenesse (gravure naar Anselmus van Hulle).
Johan van Mathenesse (gravure naar Anselmus van Hulle).
De ondertekening van het vredesverdrag van Münster - de zes onderhandelaars met opgeheven vingers v.l.n.r. Willem Ripperda, Frans van Donia, Adriaen Clant tot Stedum, Adriaen Pauw, Johan van Mathenesse en Barthold van Gent (Gerard Terborch, 1648).
De ondertekening van het vredesverdrag van Münster - de zes onderhandelaars met opgeheven vingers v.l.n.r. Willem Ripperda, Frans van Donia, Adriaen Clant tot Stedum, Adriaen Pauw, Johan van Mathenesse en Barthold van Gent (Gerard Terborch, 1648).

Johan van Mathenesse, ook wel Johan van Matenesse (ca. 1596 - 30 juni 1653[1]), was heer van Mathenesse en Riviere, Opmeer.

Johan van Mathenesse was een zoon van Adriaan van Mathenesse (1563-1621) en Odilia van Azewijn (-1596).[2] Hij was van 16 januari 1642 tot 3 mei 1645 ordinaris gedeputeerde namens het gewest Holland en het Ridderschap van Holland in de Staten-Generaal der Verenigde Nederlandse Provinciën.[1] Hij was vervolgens van 4 mei 1645 tot aan zijn dood namens het Ridderschap van Holland lid van de Gecommitteerde Raden van Holland in het Zuiderkwartier.[1] Hij was in 1648 een van de Nederlandse afgevaardigden, namens Holland, die de Vrede van Münster zou onderhandelen en ondertekenen.[3] Nicolaus Blancardus zou bij zijn terugkeer een lofrede schrijven op hem en zijn collega Adriaen Pauw, getiteld Panegyricus Matthenesio et Pavio a stabilitata pace Monasterio reducibus sacratus (1648).[4]

Hij was in 1626 getrouwd met Judith Wilhelmina Piek[2] en had bij haar vier kinderen:[5]

  • Adriaan van Mathenesse;
  • Odilia van Mathenesse;
  • Walburg van Mathenesse;
  • Gijsbert van Mathenesse.
  1. a b c jonkheer Johan van Matenesse, in Repertorium van Ambtsdragers en Ambtenaren.
  2. a b J.C. Kort, Het archief van de familie Van Matenesse en van de heerlijkheid Matenesse, 1251-1917, 's-Gravenhage, 1988, p. 32.
  3. J.C. Kort, Het archief van de familie Van Matenesse en van de heerlijkheid Matenesse, 1251-1917, 's-Gravenhage, 1988, pp. 12, 32-33.
  4. C.S.M. Rademaker, Oorlog en vrede in de Neolatijnse literatuur in de Noordelijke Nederlanden rond 1648. Dichters, redenaars en geleerden, in L. Noordegraaf - M.B. Smits-Veldt - e.a. (edd.), 1648 De Vrede van Munster, Hilversum, 1997, p. 249. Gearchiveerd op 18 augustus 2023.
  5. J.C. Kort, Het archief van de familie Van Matenesse en van de heerlijkheid Matenesse, 1251-1917, 's-Gravenhage, 1988, pp. 34-36.