Pieter Nicolaas van Eyck
P.N. van Eyck | ||||
---|---|---|---|---|
Van Eyck (1914)
| ||||
Algemene informatie | ||||
Volledige naam | Pieter Nicolaas van Eyck | |||
Geboren | 1 oktober 1887 | |||
Geboorteplaats | Breukelen | |||
Overleden | 10 april 1954 | |||
Overlijdensplaats | Wassenaar | |||
Land | Nederland | |||
Beroep | dichter & criticus | |||
Werk | ||||
Bekende werken | De tuinman en de dood | |||
Onderscheidingen | Constantijn Huygensprijs (1947) | |||
Dbnl-profiel | ||||
|
Pieter Nicolaas van Eyck (Breukelen, 1 oktober 1887 – Wassenaar, 10 april 1954) was een Nederlandse dichter, hoogleraar aan de Universiteit Leiden en criticus. Hij ontving in 1947 de Constantijn Huygensprijs voor zijn hele oeuvre. Pieter Nicolaas is de vader van de architect Aldo van Eyck.
Zijn bekendste gedicht is De tuinman en de dood, dat hij ontleende aan een gedicht van de Franse kunstenaar en leeftijdgenoot Jean Cocteau (1889 -1963) uit diens roman Le Grand Écart. Cocteaus verhaal is vermoedelijk weer gebaseerd op een soefi-anekdote van Roemi.[1]
Leven en werk
[bewerken | brontekst bewerken]Van Eyck ging school op het Gymnasium Haganum, deed staatsexamen en studeerde rechten in Leiden, waar hij in 1914, alleen op stellingen, promoveerde. Daarna werd hij korstondig voor de NRC correspondent in Rome, waarna hij enkele jaren zonder betaalde werkkring redacteur van het blad De Beweging was. In 1918 kreeg hij een ambtelijke functie op het Ministerie van Landbouw. Tussen 1920 en 1935 werkte hij voor de NRC als correspondent in Londen, waar hij veel aandacht aan cultuur gaf. In 1935 werd hij aan de Leidse universiteit als opvolger van Albert Verwey benoemd tot hoogleraar Nederlandse taal- en letterkunde.
Drukkersactiviteiten met De Zilverdistel
[bewerken | brontekst bewerken]De Witte Mier, aangeduid als klein maandschrift voor de vrienden van het boek, stond onder redactie van Jan Greshoff. Deze kende Jean François van Royen al van De Zilverdistel, die in 1910 door Jan Greshoff en J.C. Bloem was opgericht om artistiek verantwoord drukwerk voor de uitgave van hun boeken te bevorderen. P.N. van Eyck sloot zich later bij hen aan. Met Van Eyck, die uiteindelijk als enige overbleef, ging Van Royen in 1913 samenwerken.
In 1946 verscheen als eerbetoon aan onder anderen Van Royen, die in 1942 door gevangenschap vanwege de bezetter omkwam, het gedicht Broeder Bernard.
Persoonlijk
[bewerken | brontekst bewerken]Van Eyck trouwde in 1914 met Nelly Benjamins (1891-1971). Ze kregen twee kinderen: de dichter en restaurator Robert van Eyck (1919-1991) en de architect Aldo van Eyck (1918-1999).
Bibliografie
[bewerken | brontekst bewerken]- 1909 - De getooide doolhof (gedichten)
- 1910 - Worstelingen (gedichten)
- 1911 - De sterren (gedichten)
- 1912 - Uitzichten (gedichten)
- 1913 - Bevrijding
- 1916 - De plicht van Nederland
- 1916 - Over boekkunst en De Zilverdistel (met J.F. van Royen, juni 1916) [2]
- 1917 - Het ronde perk
- 1917 - Lichtende golven
- 1918 - Opgang (gedichten)
- 1919 - Getijden (gedichten)
- 1921 - De Iersche kwestie
- 1922 - Inkeer (gedichten)
- 1923 - Uren met Platoon
- 1926 - Voorbereiding (gedichten)
- 1926 - De tuinman en de dood (In: Erts. Letterkundige Almanak)[3]
- 1935 - Kritisch onderzoek en verbeelding (inaugurale rede)
- 1938 - Over leven en dood in de poëzie
- 1941 - Verzen 1940 (gedichten)
- 1943 - Twee gedichten (gedichten)
- 1941 - Brent Bridge, gedicht met tekening van: Pam G. Rueter, Orpheus-serie nr. 7
- 1945 - Benaderingen
- 1946 - Broeder Bernard (gedicht)
- 1946 - De tuin
- 1946 - Meesters (gedichten)
- 1947 - Medousa
- 1949 - Herwaarts (gedichten)
- 1953 - In memoriam Jacob Israël de Haan
- 1954 - Herodias, vertaling van Mallarmés Hérodiade
Literatuur
[bewerken | brontekst bewerken]- C. BITTREMIEUX, P. N. Van Eyck, 1947.
- G. GOSSAERT (Carl GERRETSON), Pieter Nicolaas van Eyck, in: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, Leiden, 1957.
- H. A. WAGE, Dagend Dichterschap, 1967.
- P. VAN HEES & G. PUCHINGER (red.), Briefwisseling Gerretson - Van Eyck, 1984.
- P. VAN HEES, Het tijdschrift "Leiding", in: E. Jonker en M. Van Rossem (red.), Geschiedenis en Cultuur. Achttien opstellen. Afscheidsbundel voor prof. dr. H. W. von der Dunk, 1990.
- Clem BITTREMIEUX & Pieter VAN HEES, Pieter N. van Eyck, in: Nieuwe encyclopedie van de Vlaamse Beweging, Tielt, Lannoo, 1998.
Externe links
[bewerken | brontekst bewerken]- H.A. Wage, 'Eijk, Pieter Nicolaas van (1887-1954)', in: Biografisch Woordenboek van Nederland 1 (1979).
- Biografieën, werken en teksten bij de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (dbnl)
- ↑ De auteur Herman Franke heeft de speurtocht naar de bron van het gedicht beschreven in zijn boek De tuinman en de dood van Diana (1999). De anekdote is ook de inspiratie voor de titel van Appointment in Samarra van John O'Hara.
- ↑ Over boekkunst en De Zilverdistel, website KB, geraadpleegd 18-11-2020
- ↑ Erts. Letterkundige Almanak, jrg. 1 (1926)