Naar inhoud springen

Rotan

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Voor de gelijknamige plaats in Texas, VS, zie Rotan (Texas)
Rotan stoelen

Rotan (Calamus rotang) is een plant uit de familie der palmen, een liaan. Dikkere rotanstokken werden rond 1900 wel gebruikt als wandelstok het zogenaamde "handrotting". Dunner rotan heette "bindrotting". Rotan wordt gebruikt voor de vervaardiging van gevlochten (in de volksmond 'rieten') meubels. Rond 1880 werd rotan in Nederland "riet" genoemd omdat de stengel leek op "slootriet" (Phragmites australis) familie der grassen met een holle stengel.

Rotan komt vooral voor in tropische regenwouden. Er zijn veel verschillende soorten, veruit de meeste zijn klimplanten. Ze komen vooral voor in Zuidoost-Azië, maar ook op het Indiase subcontinent.

De dikte van een rotanstengel varieert van drie millimeter tot bijna tien centimeter en de lengte varieert in volgroeide vorm van tien centimeter tot tweehonderd meter. Ze groeien vanaf zeeniveau tot 3000 meter boven de zeespiegel.

De kern van de stengels, die in tegenstelling tot bamboe massief is, wordt ook versneden in verschillende diktematen en heet dan rotan-pit of pitriet. De sterke buitenlaag, van de rotanstengels, rotanscheen, snijdt men in verschillende breedtematen. Het wordt gebruikt als wikkelband en als vlechtband voor matwerk (onder andere de gaatjesmat (vierrichtingenmethode)) om stoelzittingen en leuningen te maken.

Van rotan werd aanvankelijk vooral manden gevlochten. Rond 1880 kwamen meer meubelen zoals stoelen die als tuin- of serremeubelen gebruikt werden maar later ook voor in de huiskamer.

Medio 17de eeuw zagen de Nederlanders voor het eerst in Oost-India, aan de Coromandelkust een stoel met een rotanscheen zitting zo dun als papier.

Bossen rotan werden 200 jaar lang gebruikt als hulpmiddel bij het stuwen van scheepsladingen. In 1851 ontdekte Cyrus Wakefield dat rotan een alternatief was voor het gebruikelijke wilgenteen. Rotan is als palmliaan zonder diktegroei constant in dikte. Het is buigzamer dan wilgenteen en duurzamer. Dit was de start van de 'Wakefield Rattan Compagnie.'

Rond 1900 gaan architecten niet alleen gebouwen ontwerpen, maar ook het interieur en de meubels. Het begin van Design. Hoekige vlechtwerkstoelen als reactie op de krulstoelen.

In 1910 kreeg het rotanmeubel een nieuwe boost onder invloed van de Arts-and-craftsbeweging en werden stoelen met meer rondingen gemaakt die aansloten bij de art nouveau-stijl die toen opmars maakte.

In 1928 komt de industriële achterpootloze stalen buisstoel. Al of niet met een rotan zitting. Maar deze bleek te duur voor de man met de pet. Ida Falkenberg Liefrinck koos voor rotan als vervanging van de buizen en de ouderwetse Duitse wilgenteen modellen die in de Rietvlechtschool altijd model stonden.

Na de tweede wereldoorlog zien we dat wilgenteen op grote schaal vervangen wordt door rotanstoelen. De moeilijke onderstel-constructie werd in staal en weldra in metalen buis uitgevoerd.

Geconcureerd werd op prijs in plaats op kwaliteit. Het gevolg was dat rotan een goedkoop imago kreeg.

Het roer ging om in 1970 toen dik manau-rotan gebruikt werd. Aanvankelijk donker bruin geverfd rotan-pit, later in pastelkleuren.

De Philippijnen en Indonesië beperkten de export van rotan ten gunste van productie van meubels in eigen land. Nederlandse rotanbedrijven gingen deels in die landen produceren. Maar in Nederland liep de rotanstoelen industrie ten einde.

Zie de categorie Rattan van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.