Naar inhoud springen

Speerwerpen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Speerwerpen
Wolfgang Hanisch tijdens de DDR-Leichtathletik-Meisterschaften in 1977
Wolfgang Hanisch tijdens de DDR-Leichtathletik-Meisterschaften in 1977
Algemene gegevens
Organisatie Vlag van België België: KBAB
Vlag van Nederland Nederland: Atletiekunie
Vlag van Suriname Suriname: SAB
Mondiaal: IAAF
Start 18e eeuw (Scandinavië)
Type Ind. sport
Categorie Krachtsport
Locatie Atletiekbaan
Olympisch 1908
Competities / Kampioenschappen
Kampioenschappen BK / NK / EK / WK
Olympische Spelen
Diamond League
World Challenge
Kampioenen
Belgisch kampioen
78,19 Timothy Herman
50,52 Pauline Smal
Nederlands kampioen
80,36 Tom Egbers
54,71 Dewi Lafontaine
Wereldkampioen
88,17 Neeraj Chopra
66,73 Haruka Kitaguchi
Olympisch kampioen
92,97 Arshad Nadeem
65,80 Haruka Kitaguchi
Records
Belgisch record 87,35 Timothy Herman
59,32 Nafissatou Thiam
Nederlands record 80,70 Thomas van Ophem
60,92 Lisanne Schol
Europees record 98,48 Jan Železný
72,28 Barbora Špotáková
Wereldrecord 98,48 Jan Železný
72,28 Barbora Špotáková
Verwante sporten
Verwante sporten Discuswerpen
Kogelslingeren
Meerkamp
Kogelstoten
Laatst bijgewerkt op: 3 september 2024
Portaal  Portaalicoon   Sport
Atletiek

Speerwerpen is een onderdeel in de atletiek waarbij men probeert om, na een aanloop, een speer zo ver mogelijk te werpen. De speer dient te landen in een vrij smalle sector, waarbij de punt van de speer het eerst de grond moet raken. De speer mag dus niet plat op de grond terechtkomen.

Eind 19e eeuw werd de huidige speerwerpsport in Scandinavië al beoefend, er zijn records bekend vanaf 1883.[1] Er werd geworpen met berkenhouten speren van een aantal Zweedse ponden, hetgeen neerkwam op iets minder of iets meer dan 800 gram. Op het IAAF-congres van 1913 is het gewicht definitief vastgelegd op 800 gram.[2] Daarbij werd met terugwerkende kracht een prestatie uit 1912 als eerste officiële wereldrecord erkend. Bij dat congres is een Zweeds voorstel verworpen om de uitslag van een wedstrijd te laten bestaan uit de som van de beste worpen met beide armen, wat tot die tijd in Scandinavië gebruikelijk was in werpwedstrijden.

Het gewicht van de speer voor vrouwen is eind 1921 vastgelegd op 600 gram door de Fédération Sportive Féminine Internationale (FSFI). Vrouwen wierpen voordien met de mannenspeer, al is er een prestatie uit 1916 bekend met 600 gram.[1]

Speerwerpen werd voor het eerst in officiële kampioenschappen opgenomen in 1906 in Engeland. Het werd een officiële Olympische atletiekdiscipline voor mannen in 1908 in Londen en in 1932 in Los Angeles voor vrouwen. Ook is het onderdeel van verschillende meerkampen.

Bregje Crolla, voormalig Nederlands recordhoudster speerwerpen

De speer wordt geworpen na een aanloop, waarbij de aanloopbaan 4 meter breed is en minimaal 30 meter lang, of bij grotere wedstrijden minimaal 33,50 meter lang. Als de omstandigheden het toelaten, wordt een lengte van 36,50 m of meer aanbevolen. Daarbij gelden de volgende regels:[3]

  • De speer dient in het midden te worden vastgehouden, de punt moet bij de aanloop en afworp voortdurend ongeveer in de werprichting wijzen.
  • De atleet mag de aanloop pas verlaten nadat de speer geland is.
  • De atleet mag de gebogen, witte lijn aan het eind van de aanloop, of het zijdelings verlengde daarvan, niet aanraken of overschrijden. Ook niet bij het verlaten van de aanloop nadat de speer geland is.
  • De speer dient met de punt het eerst de grond te raken. De speer hoeft echter niet in de grond te blijven steken.
  • De speer moet binnen de sectorlijnen landen. Dit zijn lijnen die hun oorsprong hebben in het zogenaamde 'achtmeterpunt', acht meter voor het einde van de aanloopbaan. Vanaf daar maken ze een hoek van 28,65° met elkaar.
  • Nadat de speer geland is dient de werper de aanloop te verlaten, dit is het geval zodra hij/zij de aanloop aan de zijkant heeft verlaten, of meer dan 4 meter van de afworplijn is weggelopen. De jury kan dan gaan meten.
  • Tijdens een wedstrijd mag iedere atleet over het algemeen drie keer werpen, waarna de beste acht atleten nog drie worpen mogen maken. In sommige gevallen zijn vier pogingen toegestaan.

De speren werden eerst van hout gemaakt, maar tegenwoordig van staal, aluminium of carbon, in elk geval hebben zij altijd een metalen punt en is de doorsnede rond. Rond het zwaartepunt is een handvat van koord aangebracht. Een herenspeer is 2,6 tot 2,7 meter lang en weegt 800 gram. Een damesspeer weegt 600 gram en is 2,2 tot 2,3 meter lang. Bij jeugd- en mastersatletiek worden ook andere gewichten gebruikt: speren van 400, 500 en 700 gram.

In oktober 1956 veroorzaakte een 49-jarige Spaanse speerwerper, Felix Erausquin, opschudding met een soort discusdraai bij de afworp. Hij gebruikte zeep om het wegschieten van de speer te vergemakkelijken. De techniek werd snel overgenomen en de Fin Pentti Saarikoski wierp er bijna honderd meter mee: 99,52. Dat was aanzienlijk verder dan het toenmalige wereldrecord met de gewone techniek. Omdat deze slingertechniek het karakter van het speerwerpen veranderde en het voor omstanders veel onveiliger werd, werd een nieuwe regel opgesteld: de speerpunt moet tijdens de aanloop steeds in de werprichting wijzen.[4]

Maar ook zonder de draaitechniek ging men steeds verder werpen. Vanaf de jaren vijftig kregen de speren steeds betere aerodynamische eigenschappen, waardoor ze én verder gingen én vaker plat landden. Om discussie over wel of niet geldig werpen te voorkomen bestudeerde men mogelijkheden om door verlegging van het zwaartepunt de speer altijd met de punt te laten landen. Deze studie was bijna afgerond toen in 1984 Uwe Hohn een uitschieter had van 104,80 m, waarmee ook veiligheidsoverwegingen om een veranderde speer vroegen. In 1986 is de nieuwe speer ingevoerd. In 1991 werden de reglementen opnieuw aangepast, om een nieuw type speer met een ruw oppervlak uit te sluiten.[5] Bij de vrouwen is het model in 1999 gewijzigd. De oude modellen, zowel bij de mannen als bij de vrouwen, hadden steeds betere aerodynamische eigenschappen, waardoor ze verder vlogen, maar waardoor het ook steeds vaker gebeurde dat er onenigheid ontstond over de geldigheid van de worp: raakte de punt nu wel of niet als eerste de grond?

Persoonlijk record van Elliott Thijssen
  • De andere drie werponderdelen binnen de atletiek (kogelstoten, discuswerpen en kogelslingeren) zijn rotatieworpen: de werp(st)er staat in een ring van beperkte doorsnee en al draaiend wordt snelheid aan het werptuig gegeven. Bij speerwerpen daarentegen wordt in een rechte lijn aangelopen. De speer moet vóór het eind van de aanloop afgeworpen worden en bovendien mag de werper zelf de afwerplijn niet passeren. Dit maakt dat de techniek van het speerwerpen totaal anders is dan bij de andere werponderdelen. De kunst is om de krachtigst mogelijke afworp te combineren met de snelst mogelijke aanloop waarbij ook nog in zo kort mogelijke tijd tot stilstand gekomen moet worden – een biomechanisch interessante puzzel. Er komt dan nog bij dat de speer nauwkeurig onder de goede hoek geworpen moet worden omdat dan de vluchteigenschappen van de speer het best benut worden.
  • Bij het eerste deel van de aanloop wordt de speer meestal horizontaal gehouden met de hand naast het hoofd. De manier van lopen is erg persoonlijk en is niet wezenlijk voor de prestatie, van belang is slechts dat precies die snelheid bereikt wordt waar de beste afworp mee gedaan kan worden. Een pas of vijf vóór de afworp wordt de speer naar achteren gebracht: de schoudergordel komt nu evenwijdig aan de looprichting te staan en het bekken ook bijna, de speer wordt op ongeveer kruinhoogte met gestrekte arm vastgehouden, waarbij de speer vlak langs het hoofd naar voren wijst. Door de dwarse houding van schouders en bekken worden de laatste passen tot 'kruispassen': als het rechterbeen (bij rechtshandigen) naar voren beweegt passeert het het linkerbeen en zijn de benen gekruist; de actie van het linkerbeen lijkt op 'pootje-over' bij schaatsen, de voet staat vrijwel dwars op de looprichting. De voet van het rechterbeen wordt soms ook bijna dwars op de looprichting geplaatst maar de voet in de looprichting plaatsen komt ook voor (Jan Železný) zodat de rechtervoet juist dwars op de normale looppositie staat.
  • De laatste maal dat het linkerbeen afzet ontstaat de 'banaan'. Het bovenste fotootje toont zowel het kruisen van de benen als de banaan: de linkerheup leidt de beweging, het linkerbeen wijst met een krachtige afzet naar achteren en de romp helt ook een tikkeltje naar achteren (bij oude technieken veel meer). Deze 'banaan' van hoofd naar heup naar afzetvoet leidt tot spanning op de linkerzij waardoor het linkerbeen na de afzet des te sneller naar voren kan gaan. (Het voorspanningsprincipe komt in alle technieken van de atletiek naar voren: een spier eerst rekken (de verkeerde kant op), leidt ertoe dat hij vervolgens sneller kan bewegen.) Het linkerbeen passeert dan snel het rechterbeen en landt kort nadat het rechterbeen voor de laatste maal geland is. Het rechterbeen landt ongeveer recht onder het zwaartepunt terwijl het linkerbeen een stuk vóór het lichaam geplaatst wordt. Bij een goede techniek is dat been geheel gestrekt, waardoor de linkerheup gefixeerd wordt. Die heup kan alleen nog maar als een polsstok schuin omhoog gaan.
  • De plaatsing van het linkerbeen voor het lichaam leidt ertoe dat de werper sterk geremd wordt, maar er moet voor gezorgd worden dat de bewegingsenergie van de werper overgedragen wordt op de speer. Dit wordt bereikt door de rechterkant van de romp snel naar voren te bewegen, of beter gezegd: te laten bewegen, want het lijf had al snelheid van de aanloop. Na plaatsing van het linkerbeen kan de rechterkant van de romp de linkerkant inhalen; de draaias van deze beweging loopt van linkerheup naar linkerschouder (die schouder beweegt nauwelijks ten opzichte van de heup, zie de foto's). Intussen blijft de werparm zo lang mogelijk naar achteren wijzen, waardoor de 'spanboog' kan ontstaan: de lijn van linkerheup naar rechterschouder naar hand vormt een boog die zo gekromd mogelijk moet zijn. Deze spanboog bevat veel voorspanning. Bovendien is er spanning/torsie in de romp: de rechterheup is naar voren gebracht terwijl de schoudergordel zo lang mogelijk haaks op de looprichting blijft. Zie het tweede fotootje. Al deze voorspanning wordt gebruikt om ten slotte de speer echt af te werpen. De werparm is daarbij zo gestrekt mogelijk en de speer wordt losgelaten als de arm de schouder passeert, zoals het derde fotootje laat zien, waar de speer net de hand van de werper heeft verlaten. De afwerpsnelheid van de speer is bij goede werpers iets boven de 30 m/sec, bij goede werpsters iets eronder.
  • Ten slotte moet nog geremd worden. Als het linkerbeen goed geplaatst was, is veel voorwaartse snelheid al verdwenen en wat overblijft is een beetje verticale snelheid (en de grote snelheid van de speer natuurlijk). Sommige werpers schieten daardoor voorwaarts omhoog en landen op beide handen, vlak vóór de afwerplijn. De meeste werp(st)ers maken een heel grote pas en eventueel nog een of twee kleine pasjes om tot stilstand te komen.
  • Techniekvarianten. Werparm: bij aanvang van de afworp kan de werparm recht naar achteren wijzen of naar linksachter, in dat laatste geval is de romp sterker geroteerd en wordt het speerwerpen meer een rotatieworp (wereldrecordhouder Jan Železný deed dat). Elleboog: bij het inzetten van de worp buigt de elleboog bij sommigen slechts licht, bij anderen tot ongeveer haaks; dat laatste leidt eerder tot elleboogblessures. Schouderas: op het moment van afwerpen kan de werparm geheel in het verlengde van de schouderas liggen, iets daarboven (Steffi Nerius bijvoorbeeld) of er net iets onder (Železný).

Het wereldrecord voor mannen werd op 25 mei 1996 geworpen door Jan Železný. Hij wierp een afstand van 98,48 meter in Jena (Duitsland). Het wereldrecord voor de vrouwen werd op 13 september 2008 geworpen door Barbora Špotáková. Ze wierp een afstand van 72,28 meter in Stuttgart (Duitsland).

Top tien aller tijden

[bewerken | brontekst bewerken]
  • uitgaande van het model dat vanaf 1986 voorgeschreven is
Rang Afstand Naam Land Geboren Datum Plaats
1 98,48 m Jan Železný Vlag van Tsjechië CZE 16 juni 1966 25 mei 1996 Jena
2 97,76 m Johannes Vetter Vlag van Duitsland GER 26 maart 1993 6 september 2020 Chorzów
3 93,90 m Thomas Röhler Vlag van Duitsland GER 30 september 1991 5 mei 2017 Doha
4 93,09 m Aki Parviainen Vlag van Finland FIN 26 oktober 1974 26 juni 1999 Kuortane
5 93,07 m Anderson Peters Vlag van Grenada GRN 21 oktober 1997 13 mei 2022 Doha
6 92,97 m Arshad Nadeem Vlag van Pakistan PAK 2 januari 1997 8 augustus 2024 Parijs
7 92,72 m Julius Yego Vlag van Kenia KEN 4 januari 1989 26 augustus 2015 Peking
8 92,61 m Sergej Makarov Vlag van Rusland RUS 19 maart 1973 30 juni 2002 Sheffield
9 92,60 m Raymond Hecht Vlag van Duitsland GER 11 november 1968 21 juli 1995 Oslo
10 92,06 m Andreas Hofmann Vlag van Duitsland GER 16 december 1991 2 juni 2018 Offenburg

Bijgewerkt: 8 augustus 2024

  • uitgaande van het model dat vanaf 1999 voorgeschreven is
Rang Afstand Naam Land Geboren Datum Plaats
1 72,28 m Barbora Špotáková Vlag van Tsjechië CZE 30 juni 1981 13 september 2008 Stuttgart
2 71,70 m Osleidys Menéndez Vlag van Cuba CUB 14 november 1979 14 augustus 2005 Helsinki
3 71,40 m Maria Andrejczyk Vlag van Polen POL 9 maart 1996 9 mei 2021 Split
4 70,53 m Maria Abakoemova Vlag van Rusland RUS 15 januari 1986 1 september 2013 Berlijn
5 70,20 m Christina Obergföll Vlag van Duitsland GER 22 augustus 1981 23 juni 2007 München
6 69,48 m Trine Hattestad Vlag van Noorwegen NOR 18 april 1966 28 juli 2000 Oslo
7 69,35 m Sunette Viljoen Vlag van Zuid-Afrika RSA 6 oktober 1983 9 juni 2012 New York
8 69,19 m Christin Hussong Vlag van Duitsland GER 17 maart 1994 30 mei 2021 Chorzów
9 68,92 m Kathryn Mitchell Vlag van Australië AUS 10 juli 1982 11 april 2018 Gold Coast
10 68,43 m Sara Kolak Vlag van Kroatië CRO 22 juni 1995 6 juli 2017 Lausanne

Bijgewerkt: 30 augustus 2022

Continentale records

[bewerken | brontekst bewerken]
Continent Geslacht Prestatie Atleet Land Datum Plaats
Afrika M 92,72 Julius Yego Vlag van Kenia KEN 26 augustus 2015 Peking
V 69,35 Sunette Viljoen Vlag van Zuid-Afrika RSA 9 juni 2012 New York
Noord- en
Midden-Amerika
M 93,07 Anderson Peters Vlag van Grenada GRN 13 mei 2022 Doha
V 71,70 Osleidys Menéndez Vlag van Cuba CUB 14 augustus 2005 Helsinki
Zuid-Amerika M 84,70 Edgar Baumann Vlag van Paraguay PAR 17 oktober 1999 San Marcos
V 66,70 Flor Ruiz Vlag van Colombia COL 12 mei 2024 Cuiabá
Azië M 92,97 Arshad Nadeem Vlag van Pakistan PAK 8 augustus 2024 Parijs
V 67,98 Lyu Huihui Vlag van China CHN 2 augustus 2019 Shenyang
Europa M 98,48 (WR) Jan Železný Vlag van Tsjechië CZE 25 mei 1996 Jena
V 72,28 (WR) Barbora Špotáková Vlag van Tsjechië CZE 13 september 2008 Stuttgart
Oceanië M 89,02 Jarrod Bannister Vlag van Australië AUS 29 februari 2008 Brisbane
V 68,92 Kathryn Mitchell Vlag van Australië AUS 11 april 2018 Gold Coast

Bijgewerkt: 14 augustus 2024

Wereldrecordontwikkeling

[bewerken | brontekst bewerken]
Afstand (m) Naam Land Datum Plaats
Oude speer (voor 1986)
62,32 Eric Lemming Vlag van Zweden SWE 29.09.1912 Stockholm
66,10 Jonni Myyrä Vlag van Finland (1918-1978) FIN 24.08.1919 Stockholm
66,62 Gunnar Lindström Vlag van Zweden SWE 12.12.1924 Eksjö
69,88 Eino Penttilä Vlag van Finland (1918-1978) FIN 01.10.1927 Vyborg
71,01 Erik Lundqvist Vlag van Zweden SWE 15.08.1928 Stockholm
71,57 Matti Järvinen Vlag van Finland (1918-1978) FIN 08.08.1930 Vyborg
71,70 Matti Järvinen Vlag van Finland (1918-1978) FIN 17.08.1930 Tampere
71,88 Matti Järvinen Vlag van Finland (1918-1978) FIN 31.08.1930 Vaasa
72,93 Matti Järvinen Vlag van Finland (1918-1978) FIN 14.09.1930 Vyborg
74,02 Matti Järvinen Vlag van Finland (1918-1978) FIN 27.06.1932 Turku
74,28 Matti Järvinen Vlag van Finland (1918-1978) FIN 25.05.1933 Mikkeli
74,61 Matti Järvinen Vlag van Finland (1918-1978) FIN 07.06.1933 Vaasa
76,10 Matti Järvinen Vlag van Finland (1918-1978) FIN 15.07.1933 Helsinki
76,66 Matti Järvinen Vlag van Finland (1918-1978) FIN 07.09.1933 Turijn
77,23 Matti Järvinen Vlag van Finland (1918-1978) FIN 18.06.1934 Helsinki
77,87 Yrjö Nikkanen Vlag van Finland (1918-1978) FIN 25.08.1938 Karhula
78,70 Yrjö Nikkanen Vlag van Finland (1918-1978) FIN 16.10.1938 Kotka
80,41 Bud Held Vlag van Verenigde Staten (1912-1959) USA 08.08.1953 Pasadena
81,75 Bud Held Vlag van Verenigde Staten (1912-1959) USA 21.05.1955 Modesto
83,56 Soini Nikkinen Vlag van Finland (1918-1978) FIN 24.06.1956 Kuhmoinen
83,66 Janusz Sidlo Vlag van Polen (1928-1980) POL 30.06.1956 Milaan
85,71 Egil Danielsen Vlag van Noorwegen NOR 26.11.1956 Melbourne
86,04 Al Cantello Vlag van Verenigde Staten (1912-1959) USA 05.06.1959 Compton
86,74 Carlo Lievore Vlag van Italië ITA 01.06.1961 Milaan
87,12 Terje Pedersen Vlag van Noorwegen NOR 01.07.1964 Oslo
91,72 Terje Pedersen Vlag van Noorwegen NOR 02.09.1964 Oslo
91,98 Jānis Lūsis Vlag van Sovjet-Unie URS 23.07.1968 Saarijärvi
92,70 Jorma Kinnunen Vlag van Finland (1918-1978) FIN 18.06.1969 Tampere
93,80 Jānis Lūsis Vlag van Sovjet-Unie URS 06.07.1972 Stockholm
94,08 Klaus Wolfermann Vlag van Bondsrepubliek Duitsland FRG 05.05.1973 Leverkusen
94,58 Miklós Németh Vlag van Hongarije HUN 26.07.1976 Montreal
96,72 Ferenc Paragi Vlag van Hongarije HUN 23.04.1980 Tata
99,72 Tom Petranoff Vlag van Verenigde Staten USA 15.05.1983 Los Angeles
104,80 Uwe Hohn Vlag van Duitse Democratische Republiek GDR 20.07.1984 Berlijn
Nieuwe speer (vanaf 1986)
85,74 Klaus Tafelmeier Vlag van Bondsrepubliek Duitsland FRG 20.09.1986 Como
87,66 Jan Železný Vlag van Tsjecho-Slowakije TCH 31.05.1987 Nitra
89,10 Patrik Bodén Vlag van Zweden SWE 24.03.1990 Austin
89,58 Steve Backley Vlag van Verenigd Koninkrijk GBR 02.07.1990 Stockholm
91,46 Steve Backley Vlag van Verenigd Koninkrijk GBR 25.01.1992 Auckland
95,54 Jan Železný Vlag van Tsjechië CZE 06.04.1993 Sint-Petersburg
95,66 Jan Železný Vlag van Tsjechië CZE 29.08.1993 Sheffield
98,48 Jan Železný Vlag van Tsjechië CZE 25.05.1996 Jena
Afstand (m) Naam Land Datum Plaats
Oude speer (voor 1999)
25,01[6] Božena Šrámková Vlag van Tsjecho-Slowakije TCH 06.08.1922 Praag
25,325[6] Božena Šrámková Vlag van Tsjecho-Slowakije TCH 13.08.1922 Praag
27,24[6] Marie Janderová Vlag van Tsjecho-Slowakije TCH 25.05.1924 Ostrava
37,575[6] Guschi Hargus Vlag van Duitsland tijdens de Weimarrepubliek GER 12.06.1927 Berlijn
38,39[6] Guschi Hargus Vlag van Duitsland tijdens de Weimarrepubliek GER 18.08.1928 Berlijn
40,27[6] Ellen Braumüller Vlag van Duitsland tijdens de Weimarrepubliek GER 12.07.1930 Berlijn
42,28[6] Elisabeth Schumann Vlag van Duitsland tijdens de Weimarrepubliek GER 02.08.1931 Maagdenburg
44,64[6] Elisabeth Schumann Vlag van Duitsland tijdens de Weimarrepubliek GER 12.06.1932 Berlijn
46,745 Nan Gindele Vlag van Verenigde Staten USA 18.06.1932 Chicago
47,24 Annelie Steinheuer Vlag van nazi-Duitsland GER 21.06.1942 Frankfurt am Main
48,21 Herma Bauma Vlag van Oostenrijk AUT 29.06.1947 Wenen
48,63 Herma Bauma Vlag van Oostenrijk AUT 12.09.1948 Wenen
49,59 Natalja Smirnizkaja Vlag van Sovjet-Unie URS 25.07.1949 Moskou
53,41 Natalja Smirnizkaja Vlag van Sovjet-Unie URS 05.08.1949 Moskou
53,56 Nadeschda Konjajeva Vlag van Sovjet-Unie URS 05.02.1954 Leningrad
55,11 Nadeschda Konjajeva Vlag van Sovjet-Unie URS 22.05.1954 Kiev
55,48 Nadeschda Konjajeva Vlag van Sovjet-Unie URS 06.08.1954 Kiev
55,73 Dana Zátopková Vlag van Tsjecho-Slowakije TCH 01.06.1958 Praag
57,40 Anna Pazera Vlag van Australië AUS 24.07.1958 Cardiff
57,49 Birute Zalogaityte-Kalediene Vlag van Sovjet-Unie URS 30.10.1958 Tbilisi
57,92 Elvīra Ozoliŋa Vlag van Sovjet-Unie URS 03.05.1960 Leselidze
59,55 Elvīra Ozoliŋa Vlag van Sovjet-Unie URS 04.06.1960 Boekarest
59,78 Elvīra Ozoliŋa Vlag van Sovjet-Unie URS 03.07.1963 Moskou
62,40 Jelena Gortsjakova Vlag van Sovjet-Unie URS 16.10.1964 Tokio
62,70 Ewa Gryziecka Vlag van Polen (1928-1980) POL 11.06.1972 Boekarest
65,06 Ruth Fuchs Vlag van Duitse Democratische Republiek GDR 11.06.1972 Potsdam
66,11 Ruth Fuchs Vlag van Duitse Democratische Republiek GDR 07.09.1973 Edinburgh
67,22 Ruth Fuchs Vlag van Duitse Democratische Republiek GDR 03.10.1974 Rome
69,12 Ruth Fuchs Vlag van Duitse Democratische Republiek GDR 10.07.1976 Berlijn
69,32 Kate Schmidt Vlag van Verenigde Staten USA 11.09.1977 Fürth
69,52 Ruth Fuchs Vlag van Duitse Democratische Republiek GDR 13.06.1979 Dresden
69,96 Ruth Fuchs Vlag van Duitse Democratische Republiek GDR 29.04.1980 Split
70,80 Tatjana Birjulina Vlag van Sovjet-Unie URS 12.07.1980 Podolsk
71,88 Antoaneta Todorova Vlag van Bulgarije (1971-1990) BUL 15.08.1981 Zagreb
72,40 Tiina Lillak Vlag van Finland FIN 29.07.1982 Helsinki
74,20 Sofia Sakorafa Vlag van Griekenland GRE 26.09.1982 Chania
74,76 Tiina Lillak Vlag van Finland FIN 13.06.1983 Tampere
75,26 Petra Felke Vlag van Duitse Democratische Republiek GDR 04.06.1985 Schwerin
75,40 Petra Felke Vlag van Duitse Democratische Republiek GDR 04.06.1985 Schwerin
77,44 Fatima Whitbread Vlag van Verenigd Koninkrijk GBR 28.08.1986 Stuttgart
78,90 Petra Felke Vlag van Duitse Democratische Republiek GDR 29.07.1987 Leipzig
80,00 Petra Felke-Meier Vlag van Duitse Democratische Republiek GDR 09.09.1988 Potsdam
Nieuwe speer (vanaf 1999)
68,19[7] Trine Hattestad Vlag van Noorwegen NOR 28.07.1999 Fana
68,22 Trine Hattestad Vlag van Noorwegen NOR 30.06.2000 Rome
69,48 Trine Hattestad Vlag van Noorwegen NOR 28.07.2000 Oslo
71,54 Osleidys Menéndez Vlag van Cuba CUB 01.07.2001 Rethimnon
71,70 Osleidys Menéndez Vlag van Cuba CUB 14.08.2005 Helsinki
72,28 Barbora Špotáková Vlag van Tsjechië CZE 13.09.2008 Stuttgart

Speerwerpen staat al sinds 1908 op de kalender van de Olympische Zomerspelen. Op die spelen van Londen werd er nog een onderscheid gemaakt tussen de middengroep en de vrije stijl. In 1912, Stockholm was er een algemene competitie en daarnaast een gecombineerde wedstrijd waar zowel links als rechtshandig moest worden geworpen. Vanaf de Spelen van 1920 in Antwerpen werd dit echter afgeschaft. In 1932 werd er ook voor het eerst een Olympische competitie voor vrouwen georganiseerd.

Jaar Goud Zilver Brons
1908 Vlag van Zweden SWE Eric Lemming Vlag van Noorwegen NOR Arne Halse Vlag van Zweden SWE Otto Nilsson
1912 Vlag van Zweden SWE Eric Lemming Vlag van Finland FIN Juho Saaristo Vlag van Hongarije HUN Mór Kóczán
1920 Vlag van Finland FIN Jonni Myyrä Vlag van Finland FIN Urho Peltonen Vlag van Finland FIN Pekka Johansson
1924 Vlag van Finland FIN Jonni Myyrä Vlag van Zweden SWE Gunnar Lindström Vlag van Verenigde Staten USA Eugene Oberst
1928 Vlag van Zweden SWE Erik Lundqvist Vlag van Hongarije HUN Béla Szepes Vlag van Noorwegen NOR Olav Sunde
1932 Vlag van Finland FIN Matti Järvinen Vlag van Finland FIN Matti Sippala Vlag van Finland FIN Eino Penttilä
1936 Vlag van Duitsland GER Gerhard Stöck Vlag van Finland FIN Yrjö Nikkanen Vlag van Finland FIN Kalervo Toivonen
1948 Vlag van Finland FIN Tapio Rautavaara Vlag van Verenigde Staten USA Steve Seymour Vlag van Hongarije HUN József Várszegi
1952 Vlag van Verenigde Staten USA Cyrus Young Vlag van Verenigde Staten USA Bill Miller Vlag van Finland FIN Toivo Hyytiäinen
1956 Vlag van Noorwegen NOR Egil Danielsen Vlag van Polen POL Janusz Sidło Vlag van Sovjet-Unie URS Viktor Tsyboelenko
1960 Vlag van Sovjet-Unie URS Viktor Tsyboelenko Vlag van Duitsland GER Walter Krüger Vlag van Hongarije HUN Gergely Kulcsár
1964 Vlag van Finland FIN Pauli Nevala Vlag van Hongarije HUN Gergely Kulcsár Vlag van Sovjet-Unie URS Jānis Lūsis
1968 Vlag van Sovjet-Unie URS Jānis Lūsis Vlag van Finland FIN Jorma Kinnunen Vlag van Hongarije HUN Gergely Kulcsár
1972 Vlag van Duitsland FRG Klaus Wolfermann Vlag van Sovjet-Unie URS Jānis Lūsis Vlag van Verenigde Staten USA Bill Schmidt
1976 Vlag van Hongarije HUN Miklós Németh Vlag van Finland FIN Hannu Siitonen Vlag van Roemenië ROU Gheorghe Megelea
1980 Vlag van Sovjet-Unie URS Dainis Kūla Vlag van Sovjet-Unie URS Alexander Makarov Vlag van de DDR GDR Wolfgang Hanisch
1984 Vlag van Finland FIN Arto Härkönen Vlag van Verenigd Koninkrijk GBR Dave Ottley Vlag van Zweden SWE Kenth Eldebrink
1988 Vlag van Finland FIN Tapio Korjus Vlag van Tsjecho-Slowakije TCH Jan Železný Vlag van Finland FIN Seppo Räty
1992 Vlag van Tsjechië CZE Jan Železný Vlag van Finland FIN Seppo Räty Vlag van Verenigd Koninkrijk GBR Steve Backley
1996 Vlag van Tsjechië CZE Jan Železný Vlag van Verenigd Koninkrijk GBR Steve Backley Vlag van Finland FIN Seppo Räty
2000 Vlag van Tsjechië CZE Jan Železný Vlag van Verenigd Koninkrijk GBR Steve Backley Vlag van Rusland RUS Sergej Makarov
2004 Vlag van Noorwegen NOR Andreas Thorkildsen Vlag van Letland LAT Vadims Vasiļevskis Vlag van Rusland RUS Sergej Makarov
2008 Vlag van Noorwegen NOR Andreas Thorkildsen Vlag van Letland LAT Ainars Kovals Vlag van Finland FIN Tero Pitkämäki
2012 Vlag van Trinidad en Tobago TRI Keshorn Walcott Vlag van Finland FIN Antti Ruuskanen Vlag van Tsjechië CZE Vítězslav Veselý
2016 Vlag van Duitsland GER Thomas Röhler Vlag van Kenia KEN Julius Yego Vlag van Trinidad en Tobago TRI Keshorn Walcott
2020 Vlag van India IND Neeraj Chopra Vlag van Tsjechië CZE Jakub Vadlejch Vlag van Tsjechië CZE Vítězslav Veselý
2024 Vlag van Pakistan PAK Arshad Nadeem Vlag van India IND Neeraj Chopra Vlag van Grenada GRN Anderson Peters
Olympia Goud Zilver Brons
1932 Vlag van Verenigde Staten USA Babe Zaharias Vlag van Duitsland GER Ellen Braumüller Vlag van Duitsland GER Tilly Fleischer
1936 Vlag van Duitsland GER Tilly Fleischer Vlag van Duitsland GER Luise Krüger Vlag van Polen POL Maria Kwaśniewska
1948 Vlag van Oostenrijk AUT Herma Bauma Vlag van Finland FIN Kaisa Parviainen Vlag van Denemarken DEN Lily Carlstedt
1952 Vlag van Tsjecho-Slowakije TCH Dana Zátopková Vlag van Sovjet-Unie URS Aleksandra Tsjoedina Vlag van Sovjet-Unie URS Jelena Gortsjakova
1956 Vlag van Sovjet-Unie URS Inese Jaunzeme Vlag van Chili CHI Marlene Ahrens Vlag van Sovjet-Unie URS Nadesjda Konjajeva
1960 Vlag van Sovjet-Unie URS Elvīra Ozoliŋa Vlag van Tsjecho-Slowakije TCH Dana Zátopková Vlag van Sovjet-Unie URS Birutė Zalogaitytė-Kaledienė
1964 Vlag van Roemenië ROU Mihaela Peneş Vlag van Hongarije HUN Márta Rudas Vlag van Sovjet-Unie URS Jelena Gortsjakova
1968 Vlag van Hongarije HUN Angéla Németh Vlag van Roemenië ROU Mihaela Peneş Vlag van Oostenrijk AUT Eva Janko
1972 Vlag van de DDR GDR Ruth Fuchs Vlag van de DDR GDR Jacqueline Todten Vlag van Verenigde Staten USA Kate Schmidt
1976 Vlag van de DDR GDR Ruth Fuchs Vlag van Duitsland FRG Marion Becker Vlag van Verenigde Staten USA Kate Schmidt
1980 Vlag van Cuba CUB María Colón Vlag van Sovjet-Unie URS Saida Gunb Vlag van de DDR GDR Ute Hommola
1984 Vlag van Verenigd Koninkrijk GBR Tessa Sanderson Vlag van Finland FIN Tiina Lillak Vlag van Verenigd Koninkrijk GBR Fatima Whitbread
1988 Vlag van de DDR GDR Petra Felke Vlag van Verenigd Koninkrijk GBR Fatima Whitbread Vlag van de DDR GDR Beate Koch
1992 Vlag van Duitsland GER Silke Renk Vlag van Gezamenlijk team EUN Natalja Sjikolenko Vlag van Duitsland GER Karen Forkel
1996 Vlag van Finland FIN Heli Rantanen Vlag van Australië AUS Louise McPaul Vlag van Noorwegen NOR Trine Hattestad
2000 Vlag van Noorwegen NOR Trine Hattestad Vlag van Griekenland GRE Mirela Maniani Vlag van Cuba CUB Osleidys Menéndez
2004 Vlag van Cuba CUB Osleidys Menéndez Vlag van Duitsland GER Steffi Nerius Vlag van Griekenland GRE Mirela Maniani
2008 Vlag van Tsjechië CZE Barbora Špotáková Vlag van Rusland RUS Maria Abakoemova Vlag van Duitsland GER Christina Obergföll
2012 Vlag van Tsjechië CZE Barbora Špotáková Vlag van Duitsland GER Christina Obergföll Vlag van Duitsland GER Linda Stahl
2016 Vlag van Kroatië CRO Sara Kolak Vlag van Zuid-Afrika RSA Sunette Viljoen Vlag van Tsjechië CZE Barbora Špotáková
2020 Vlag van China CHN Liu Shiying Vlag van Polen POL Maria Andrejczyk Vlag van Australië AUS Kelsey-Lee Barber
2024 Vlag van Japan JPN Haruka Kitaguchi Vlag van Zuid-Afrika RSA Jo-Ane van Dyk Vlag van Tsjechië CZE Nikola Ogrodníková
Zie de categorie Javelin throw van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.