Naar inhoud springen

立つ

Uit WikiWoordenboek
  • IPA: \tatsɯ\, [ta̠t͡sɨᵝ]

立つ

  1. staan, opstaan
    «足がしびれて立てない。»
    Ik kan niet opstaan omdat mijn benen slapen.
  2. stijgen (van rook, mist, stoom, enz.)
  3. vastzitten
    «手にとげが立った。»
    Ik heb een splinter in mijn hand.
  4. zich bevinden in
    «苦境に立つ»
    zich in een moeilijke situatie bevinden
  5. opstellen (van budget, plannen, enz.)
  6. houden (van jaarmarkten, vergaderingen, enz.)
  7. logisch zijn
    «そういう理屈は立たない。»
    Dat argument is niet steekhoudend.
  1. 立てる
  2. 立て直す
  1. 建つ: bouwen
  2. 発つ: weggaan
  3. 断つ: afsnijden, afhakken
  4. 経つ: verstrijken (van tijd)
  5. : draak